De raad van Europese ministers en het Europese Parlement liggen op ramkoers over het doel en de invulling van het Europese beveiligingscentrum Enisa, dat begin volgend jaar van start moet gaan.
"De lidstaten van de EU willen een zetel in de directie van het nieuwe agentschap om de controle over het in hun ogen cruciale onderwerp netwerkbeveiliging niet te verliezen. Samen met de regel dat een tweederde meerderheid nodig is bij beslissingen zal dit tot een onwerkbare situatie leiden." Dit zei Europarlementariër Wim van Velzen afgelopen dinsdag tijdens een paneldiscussie op de RSA conferentie in Amsterdam over het voornaamste doel en de vorm van Enisa (European Network and Information Security Agency), dat een budget van 21 miljoen euro krijgt voor drie jaar.
Agentschap
Het Europees parlement steunt het commissievoorstel dat uitgaat van een agentschap met een beperkt aantal directieleden uit het bedrijfsleven en de lidstaten. Het agentschap moet cruciale informatie over incidenten en netwerkbeveiliging verzamelen en doorspelen aan instanties voor netwerkbeveiliging in de lidstaten zelf en burgers en bedrijven in deze landen. Er gingen tijdens de discussie stemmen op om het agentschap ook verantwoordelijk te maken voor de coördinatie van netwerkbeveiligingstandaarden.
De beslissing over de inrichting van Enisa valt binnen een maand, om uitstel door Europese verkiezingen volgend jaar te voorkomen. Het commissievoorstel voor het agentschap gaat één keer langs het Europese Parlement en de raad van ministers uit de Europese lidstaten. Normaal krijgen deze instanties ook het gewijzigde voorstel nog een keer onder ogen.< BR>