Ruim een jaar na de start is het draadloze netwerk in Leiden nog steeds springlevend. Nu het draadloze web bijna de hele stad omspant en een aantal dorpen daarbuiten is het tijd om de eerste toepassingen uit te bouwen.
|
Innovatie "De komst van Wireless Leiden heeft de universiteit een unieke kans gegeven om technologische vernieuwingen in de praktijk toe te passen", zegt Leids universitair docent informatica Herbert Bos. In ruil voor die mogelijkheid gaf de universiteit Wireless Leiden de ruimte om boven op het dak van het hoge Gorlaeus Laboratorium in het westen van de stad meerdere antennes op te stellen. Naast meerdere connecties met antennes in het centrum is er door deze opstelling ook een verbinding met het dicht aan zee gelegen Katwijk. Bos begeleidde studenten bij de bouw van extensies op het bestaande netwerkbeheerprotocol snmp, waarmee de beheermogelijkheden van draadloze wifi-netwerken aanzienlijk verbeterd zijn. Zo zorgde student Willem de Bruijn ervoor dat het snmp-protocol een nieuwe daemon kreeg die met de ‘active agents’ kon werken. Deze stukjes softwarecode handelen zelfstandig snmp-verzoeken voor netwerkbeheer af of zetten deze in gang. Deze agents kunnen bijvoorbeeld van netwerknode naar node lopen en waarnemen of er bepaalde processen mis dreigen te gaan. Als dat zo is kunnen ze maatregelen nemen of allerlei informatie verzamelen waarmee een beheerder handmatig het euvel in het netwerk kan verhelpen. "Een groot voordeel van agents is dat ze zelfstandig hun weg door het netwerk vinden. Ze zijn niet afhankelijk van routing-tabellen, waardoor ze niet in de problemen komen bij uitgevallen verbindingen", vervolgt Bos. Tijmen Moerland ontwikkelde en voerde een systeem in dat gebruik van deze agents in het Wireless Leiden-netwerk mogelijk maakte. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld geautomatiseerd ruis in het verbindingssignaal en signaalsterkte in het netwerk gemeten worden. Ook sturen agents informatie door het netwerk om de prestaties van netwerknodes te controleren. Toekomstig onderzoek zou deze beperkte voorraad aan agents uit kunnen breiden. "De praktijk wijst uit dat draadloze netwerken hiermee beter te beheren zijn. Het bedrijfsleven is een stuk minder happig om dit soort nieuwigheden uit te testen", stelt Bos. "Met een community als Wireless Leiden is dit gemakkelijker." |
Technisch talent
Schuurmans, die zelf als voormalig attaché van het ministerie van Economische Zaken jarenlang de laatste trends volgde in het Amerikaanse ict-Mekka Silicon Valley, kijkt niet vreemd op van het door Wireless Leiden behaalde resultaat. "Leiden is een stad met precies de goede omvang. Het heeft genoeg kritische massa, maar is ook weer niet te groot dat het te onoverzichtelijk wordt om een netwerk van de grond te krijgen. Daarnaast is er ook een zekere toevallige aanwezigheid van technisch talent geweest." Zo brachten andere initiatiefnemers als Jasper Koolhaas (netwerkexpert) en Johan de Stigter (radiotechniek) belangrijke kennis in en zorgde de Universiteit Leiden voor een beheersysteem, dat veel onderhoudstaken in het netwerk automatiseert.
Volgens Schuurmans was de stichtingsvorm van Wireless Leiden een belangrijke voorwaarde om een gemeenschapsnetwerk van de grond te krijgen. "Om het netwerk in de lucht te krijgen moesten we op daken van gebouwen antennes plaatsen. Wij konden dat tegen lage kosten doen of soms namen organisaties de kosten voor de apparatuur op zich. Bij een commercieel initiatief is dat natuurlijk ondenkbaar en zijn er hoge kosten verbonden aan het plaatsen van bijvoorbeeld antennes."
|
Een ander belangrijk voordeel van een stichting is dat wifi-netwerken een licentievrije frequentie gebruiken die voor iedereen open staat. "Netwerken van verschillende partijen kunnen elkaar storen. Door het wifi-netwerk in één stichting onder te brengen kunnen de behoeften van alle partijen in de stad op elkaar afgestemd worden. Of het nu gaat om een commerciële dienst of een oplossing voor een overheidsorganisatie, allemaal kunnen zij van het collectieve netwerk gebruik maken. Scholen kunnen bijvoorbeeld via het netwerk hun ict-systemen tussen verschillende locaties synchroniseren. Voorheen kon dat alleen met een onbetaalbare huurlijn van tienduizenden euro’s", stelt Schuurmans.
Stabiel
Een belangrijke voorwaarde voor gebruik van het netwerk is een evenwichtig systeem. Volgens Schuurman is dat doel inmiddels bereikt. Elk netwerkknooppunt bestaat uit een aantal antennes en een achterliggende computer met beheersoftware, die voor de routering van het netwerkverkeer zorgt. Ieder punt is via drie verbindingen aan het netwerk gekoppeld en biedt toegang voor gebruikers in de buurt. Op het moment dat een verbinding uit de lucht valt of verstoord raakt is de netwerkpc via twee andere connecties te bedienen en te corrigeren. "Het netwerk wordt zo steeds stabieler naarmate er meer nodes bijkomen", zegt Schuurmans. De nodepc’s zijn goed nagekeken tweedehandjes voorzien van open broncode-software. Ook andere steden gebruiken deze software inmiddels om hun nodes in te richten. Met een eind vorig jaar op het dak van de Rabobank geplaatste node bij het treinstation is nog nooit wat aan de hand geweest.
Het Leidse netwerk wijkt met deze opzet van een draadloos hoofdnetwerk af van de meeste andere publieke wifi-initiatieven. "Veel initiatieven zijn niet meer dan openbare, draadloze toegangspunten tot internet. Deze mogelijkheid heeft het Leidse netwerk ook, maar belangrijker is dat het door zijn vele vertakkingen verschillende organisaties en meerdere vestigingen aan elkaar kan knopen. Juist deze mogelijkheid om via het hoofdnetwerk lokaal verkeer af te handelen maakt interessante toepassingen mogelijk." Door het draadloze netwerk zijn dure telecomverbindingen voor het lokale verkeer te omzeilen.
|
Het experiment om twee vestigingen van de Lucas van Leyden basisschool aan elkaar te knopen krijgt een vervolg. De koppeling tussen de twee locaties stelde de school in staat om het leerlingenvolgsysteem te synchroniseren. In de komende maanden wordt hetzelfde gedaan met een viertal lagere scholen, die buiten de lessen zorgen voor opvang van kinderen. Op termijn hebben het jeugdwelzijnswerk en andere instanties door toegang via de volgsystemen van leerlingen toegang tot relevante informatie en kunnen elkaar via het netwerk bereiken. Verder wordt de proef met het regionaal opleidingscentrum, waarin informaticastudenten als studieopdracht een schoolnetwerk beheren, uitgebreid naar meer scholen.
Naast scholen loopt er ook een project met de plaatstelijke bibliotheek. Deze wil zijn uitleensysteem ook gebruiken buiten de centrale locatie in andere filialen. Ook krijgt de bibliobus een antenne en aansluitkastje voor het wifi-netwerk. Via het draadloze netwerk zijn computers zo in de bus gekoppeld aan het centrale uitleensysteem en hebben ze toegang tot internet. Ook is er een connectie met een dependance van de bibliotheek in een verzorgingstehuis. Deze instelling heeft plannen om het draadloze netwerk straks ook in te zetten voor de uitzending van kerkdiensten elders in de stad, zodat bejaarden voor Gods woord de deur niet meer uithoeven.
Commercie
De eerste diensten verschijnen inmiddels op het netwerk. Zo is er een telefooncentrale geïnstalleerd die bellen via het netwerk mogelijk maakt. Daarnaast is er een radiostation waar mp3tjes met de meeste stemmen gedraaid worden en een server om via het netwerk computerspellen te spelen. Commerciële diensten op het netwerk zijn er nog niet. Om dat mogelijk te maken moet er nog aan een belangrijke voorwaarde voldaan worden: een authenticatiesysteem. Wireless Leiden werkt op dit moment aan zo’n systeem. "Het moet straks mogelijk zijn om een webserver aan het net te koppelen en mensen en organisaties van betaalde diensten te voorzien. Om dat veilig te kunnen doen is de identiteit van netwerkgebruikers van Wireless Leiden nodig", zegt Schuurmans. Scholen en andere organisaties gebruiken nu al vpn-technologie om hun communicatie te beschermen.
De eerste interesse vanuit het bedrijfsleven voor Wireless Leiden is inmiddels gewekt. "Wireless Leiden heeft mij een beetje hetzelfde gevoel gegeven dat bestond tijdens de begindagen van internet", zegt directeur Thomas van Praag van het in enquetesoftware gespecialiseerde Cope IPS. Hij gebruikt het netwerk om thuis met zijn laptop op het bedrijfsnetwerk in te loggen. Het bedrijf heeft de kosten voor een netwerkpunt op zijn dak voor eigen rekening genomen. Daarnaast hebben programmeurs meegeholpen aan installatie van onderdelen van het netwerk. "Commercieel is het op het eerste oog interessanter om voor thuiswerk een adsl-lijn aan te schaffen", vervolgt Van Praag. "Maar de scene rond Wireless Leiden heeft veel aantrekkingskracht op jonge programmeurs die misschien in de toekomst ons team kunnen versterken." < BR>