Nadat eind vorige eeuw miljarden regels Cobol-code millenniumbestendig waren gemaakt, bleef het stil rond de programmeertaal. Nu komt de vraag naar een nieuwe generatie Cobol-programmeurs op gang. Volgens marktonderzoeker Gartner Group waren er in 2002 in de Verenigde Staten negentigduizend Cobol-programmeurs. De komende vier jaar zal dit aantal met 13 procent dalen door pensioen en sterfte.
|
Het gros van de Fortune 500-bedrijven draait vandaag de dag honderden Cobol-programma’s op een IBM-mainframe. Daarbij maken ze veelal gebruik van Cics (Customer Information Control System, oorspronkelijk oltp-software, online transaction processing, voor het aansturen en beheren van werkstations en pc’s die aan het mainframe gekoppeld zijn). Deze systemen verwerken per dag zo’n dertig miljard transacties.
Aangezien de meeste bedrijven veel tijd en geld hebben gestoken in het millenniumbestendig maken van hun bedrijfskritische applicaties, is de kans klein dat ze in de nabije toekomst overstappen op andere systemen. Daarbij komt dat de aanpassing van de Cobol-code zo is gebeurd dat de programmatuur nog tot het einde der dagen mee kan. De programma’s worden niet vervangen omdat er niet genoeg geld, tijd of programmeertalent is om dat te bewerkstelligen. Bovendien werkt de software naar behoren.
Haai
Volgens Gartner wordt 75 procent van de hedendaagse bedrijfsgegevens verwerkt door Cobol-programma’s. De marktanalist schat dat er wereldwijd tussen de 180- en tweehonderd miljard regels Cobol-code in gebruik zijn en dat 15 procent van alle nieuwe applicaties tot 2005 in die programmeertaal gebouwd wordt. Dit betekent dat de software moet worden onderhouden en verbeterd, en daar zijn programmeurs voor nodig.
Daar ligt het probleem. Cobol heeft voor studenten niet de aantrekkingskracht van talen als Java en Visual Basic. Daardoor loopt het percentage afgestudeerde informatici met kennis van Cobol terug. De Giga Group voorspelt dat Cobol-programmeurs met kennis van internet de komende jaren de best betaalde programmeurs worden. Bedrijven willen dat nieuwe applicaties aan te sluiten zijn op hun bestaande systemen en omgekeerd. Ook daar ligt een taak voor Cobol-programmeurs. Om die aansluiting te bewerkstelligen, is kennis vereist van de bestaande systemen (veelal Cobol).
Daarnaast blijft Cobol ook niet stil staan; het wil mee in de webservices-golf. Fujitsu bijvoorbeeld heeft Netcobol for .Net dat clr-code (common language runtime) produceert die integreert met Microsofts C# en Visual Basic .Net. Micro Focus werkte deze zomer aan een zelfde Cobol-versie. Het rolde eerder ‘Enterprise Server’-platform voor Cobol/J2EE integratie uit. Percobol van Legacyj Corporation kent vijftien verschillende Cobol-code-dialecten voor JVM-executables.
Cobol wordt wel eens vergeleken met een dinosaurus, maar misschien is het beter om de vergelijking te trekken met een haai: het heeft zijn niche vanaf het begin aangevoerd en een waardig tegenstander heeft zich nog niet gemeld.
Onderwijs
Om de problemen bij systeemintegratie het hoofd te bieden, bedacht IBM twee jaar geleden een strategie waarbij Cobol, Cics en zijn database DB2 de fundering vormen voor web- en intranetapplicaties. In dit scenario verwerkt Cics de transacties, is DB2 de database en zorgt Cobol voor de bedrijfslogica achter de applicaties. De gebruikersinterfaces zijn vervolgens te ontwikkelen met behulp van Java, Visual Basic of andere programmeertalen. De rol van die talen is dus vrij gering in de IBM-strategie.
Volgens Mike Murach, auteur van verscheidene Cobol-boeken, heeft de strategie om drie redenen bestaansrecht. Ten eerste is het makkelijker om een grote applicatie te ontwikkelen met één databaseserver dan om data te repliceren op meerdere kleinere servers. Ten tweede is de effectiviteit van de Cics-transactieprocessor superieur aan die van client/server-technologie. Tot slot zit IBM in de beste positie om met werkbare oplossingen te komen voor systeemintegratie omdat het de mainframemarkt beheerst. De combinatie DB2, Cics en Cobol is moeilijk te verslaan, aldus Murach.
Om de toenemende vraag naar Cobol-programmeurs op te vangen startte softwareproducent Micro Focus afgelopen zomer universiteitsprogramma’s die studenten voorbereiden op integratie en uitbreiding van applicaties op basis van Cobol. Ook Murach is overtuigd van de noodzaak van Cobol-onderwijs. Aangezien de meeste afgestudeerde informatici hoe dan ook te maken krijgen met bestaande mainframe-applicaties, moeten zij in staat zijn die te analyseren en te interpreteren, aldus de auteur. Daarnaast vindt hij dat het goed is dat studenten het contrast leren kennen tussen Cobol enerzijds en Java en Visual Basic anderzijds. Daarbij gaat het om gestructureerd versus objectgeoriënteerd programmeren, om compileren en testen versus een geïntegreerde ontwikkelomgeving, en om één read-statement om een record in een bestand te lezen versus geen enkele mogelijkheid om een record in een bestand te lezen.
Studenten die zich de komende jaren Cobol eigen maken en zich verdiepen in de koppeling met internet en webservices kunnen over een paar jaar binnenlopen, omdat er altijd vraag zal blijven naar Cobol-programmeurs. De taal weigert de sterven en kan dus ook niet aan de lijst van dode talen worden toegevoegd.< BR>