Hobby Computer Club (HCC) heeft Dell voor de rechter gedaagd. De vereniging stelt dat de leveringsvoorwaarden van Dell niet conform de Nederlandse regelgeving zijn.
Ondanks een Dell-aanbieding op de site van HCC (een Dell-tft scherm voor een speciale ledenprijs) liggen de vereniging en de producent met elkaar overhoop. Al geruime tijd wil HCC dat Dell de gehanteerde leveringsvoorwaarden aanpast aan de Nederlandse regelgeving. Volgens de vereniging weigert Dell echter daaraan toe te geven. Reden om nu naar de rechter te stappen.
"Met name de eis voor 100 procent vooruitbetaling is tegen de regels in Nederland, want je mag hooguit 50 procent vooruit laten betalen. Bovendien laat Dell kopers ervoor tekenen dat ze het bedrijf vrijwaren voor elke vervolgschade en ook dat is tegen het consumentenrecht", aldus de woordvoerder van HCC. De vereniging zegt dat het veelvuldig heeft geprobeerd om met Dell tot een gesprek en eventueel vergelijk te komen in deze kwestie, maar weigert Dell iedere vorm van medewerking.
Nu HCC naar de rechter stapt blijkt Dell wel te willen praten. In een verklaring op de ontwikkelingen laat Dell weten het belangrijk te vinden om duidelijke en heldere voorwaarden voor haar klanten te hanteren. ‘De huidige algemene voorwaarden hanteren we al enkele jaren. Deze worden regelmatig getoetst aan de Nederlandse wetgeving. De aantijgingen van de HCC (Hobby Computer Club) nemen we om redenen van zorgvuldigheid echter zeer serieus en zijn voor ons de reden geweest om opnieuw onze voorwaarden tegen het licht te houden. Zolang dit onderzoek loopt doen we hierover geen inhoudelijke mededelingen.’
Om de gemoederen wat te bedaren voegt Dell aan deze verklaring toe: ‘Tegelijkertijd hopen we dat de HCC alsnog ingaat op onze uitnodiging om deze zaak te bespreken. In tegenstelling tot wat de HCC beweert, is Dell namelijk wel degelijk bereid om met de HCC over deze zaak te praten. Dell heeft de HCC diverse malen uitgenodigd voor een gesprek. We betreuren het dan ook dat de HCC tot op heden niet op onze uitnodiging is ingegaan, maar een media offensief en rechtszaak prefereert boven een dialoog.’