Een glazen bol hebben ze niet nodig. Om iets te zeggen over de toekomst van ict kijken ze vooral naar het recente verleden. Vijf ceo’s van de grootste ict-bedrijven kijken naar de dag van morgen en overmorgen, in het besef dat in deze onzekere tijden zelfs de toekomst niet meer is wat hij was.
Harde klappen Henk Broeders (Cap Gemini Ernst & Young en voorzitter van Nederland-ICT), Michel van der Bel (Microsoft), Erik van der Meijden (HP), Wilbert Kieboom (Atos Origin) en Bart Fehmers (IBM) waren erbij toen de sector enkele jaren geleden opeens harde klappen kreeg en daardoor pijnlijk snel op eigen benen kwam te staan. De ondernemers voelen zich nog steeds wat wankel en onzeker, maar zijn er inmiddels wél van overtuigd dat ieder stapje vooruit wat meer vertrouwen geeft. |
De man op de voorste rij schudde echter meewarig het hoofd. "Dan heb je mooi pech, want ik ben de volgende spreker."
Imagoprobleem
Deze anekdote is tekenend voor het imagoprobleem waarmee de ict-sector al geruime tijd worstelt. Michel van der Bel van Microsoft is ervan overtuigd dat vooral de enorme hype rond internet, het millenniumprobleem en de invoering van de euro dat imago beschadigd hebben. "Die gekte veroorzaakte een onevenredig grote vraag naar ict-capaciteit. Het werd de branche van de snelle jongens, die net van school zó in een wereldbaan rolden en steevast eerst even hun dure lease-auto uit de showroom haalden voordat ze hun contract tekenden. Stegen de salarissen elders 4 procent, dan gingen die in de ict met 12 procent omhoog."
Volgens Van der Bel geldt ook hier: hoe hoger de klim, hoe dieper de val. "Opeens was ict de branche waarin de ontslagen vielen. De sector van zakken vol geld werd die waar nog geen droge boterham te verdienen valt, doordat iedereen erachter kwam dat we met modekreten alleen de oorlog niet winnen."
Erik van der Meijden van HP vindt dat de ict-branche het slechte imago voor een deel ook aan zichzelf te wijten heeft. "Veel mensen begrijpen ict niet. We zijn over het algemeen veel te veel met technologie bezig geweest, zonder de voordelen inzichtelijk te maken."
Bovendien heeft de branche volgens Van der Meijden op de golven van het succes ongebreidelde groei toegelaten. "De terugval van de afgelopen jaren heeft weliswaar tot structurele wijzigingen geleid, maar een verdere consolidatie en rationalisatie is noodzakelijk. Er zijn nog steeds te veel aanbieders in de markt. Ik hoop echt dat economische rugwind straks niet betekent dat de broekriem weer wat losser gaat en de branche in zijn oude gedrag vervalt."
Volwassen
Voorzitter Henk Broeders van Nederland-ICT, tevens ceo van Cgey, wil de geschiedenis van ict niet gelijk stellen aan die van een aantal gehypte internetbedrijven. "Ons imago moet zijn dat er in vijftig jaar ontwikkeling en toepassing van informatietechnologie een enorme rijkdom aan toepassingen is gekomen die nog steeds meegroeit met alle economische en maatschappelijke activiteit. Zeker, het oppervlakkige succesimago van de branche is weg en ict is vooral ‘gewoon’ geworden, maar het is niet niks wat er tot nu toe is neergezet. Er zijn bovendien nauwelijks investeringen meer denkbaar waarin geen ict-component zit."
Wilbert Kieboom van Atos Origin is het met Broeders eens "Ict is snel een volwassen bedrijfstak geworden; van een branche waarin het allemaal vanzelf ging en de orders gewoon in je schoot vielen tot een sector die ook in economisch slechte tijden aan de weg blijft timmeren."
Ict is volgens hem een bedrijfstak net als elke andere, maar de sector loopt door het b2b-karakter (business-to-business) wel vooruit op ontwikkelingen in de markt. "Dat is voor mij een betrouwbare barometer voor economische terugval én opleving. Die barometer zegt nu: maak je maar klaar, de opleving komt eraan, eind dit jaar misschien al, anders volgend voorjaar. Luister naar de analisten, kijk naar de cijfers."
Grote kansen ziet Kieboom liggen op het gebied van ‘datamining’ en kennismanagement. "Chiptechnologie maakt het mogelijk om afzonderlijke producten te monitoren. Er komen daardoor oneindig veel meer informatiestromen beschikbaar, die je niet alleen technisch moet faciliteren, maar ook in bruikbare banen moet leiden. Alleen hier al ligt een enorme uitdaging voor ict, zowel op technisch vlak als op het terrein van consultancy."
Volgens Kieboom is de ict-sector klaar voor die toekomst. "Vergeet niet dat de branche de hype heeft gekend, maar daarna ook jarenlang zelf de klappen en tegenslagen heeft opgevangen. De branche is na groeistuipen, aanpassingen en vooral keihard snijden aangekomen op een normaal niveau. Dat is heel snel gegaan. Juist dát tekent de veerkracht en flexibiliteit. Snelle aanpassingen razendsnel doorvoeren, dat kunnen we. Er is geen enkele andere branche die ons dat nadoet."
Waarmaken
De branche moet ook de hand in eigen boezem steken, vindt Bart Fehmers van IBM. "Het is niet alleen maar het verhaal van himmelhoch jauchzend bis zum Tode betrübt." Deindustrie is ook lui geworden. "We hebben het zo goed gehad dat we de basisdingen niet meer in de genen hebben: klanttevredenheid bijvoorbeeld en het vermogen om toegevoegde waarde ook echt aan te tonen. Ict-bedrijven buitelden destijds over elkaar heen omdat ze de toekomst wilden openbreken, zonder ooit concreet aan te geven wat ze dan morgen, volgende week en volgende maand anders willen doen. Het contact met de klant dreigden we zo wel te verliezen."
De wal keert nu het schip, meent Fehmers. Hij ziet, beslist niet alleen in de ict, een nieuwe generatie managers aantreden. "Die nieuwe generatie stuurt veel meer op basis van visie en oorspronkelijkheid. Bovenal: ze zijn wie ze zijn: geen mensen die tot in details de controle willen hebben en zo vooral zorgen dat anderen van alles anders gaan doen, maar managers die dingen concreet maken en ook zorgen dat er mensen zijn die dat oppakken. Managers die hun visie vertalen in: we gaan dit en dat anders doen en daarvoor is morgen, volgende week, volgende maand dit en dat nodig. Deze leidinggevenden durven ook te falen, omdat ze accepteren dat er geen opstaan is zonder eerst te vallen. Als we nooit opstaan weten we zeker dat het bij kruipen blijft."
Een les uit het verleden is volgens Fehmers dat we moeten waken voor verwachtingen die niet waargemaakt kunnen worden. "Daarom nu liever geen ‘big bangs’ meer, maar kleine stappen vooruit." Grote kansen liggen er naar zijn idee vooral op het gebied van het delen van kennis en informatie. "Simpele automatisering hebben we wel gehad. Nu zijn complexere vormen aan de beurt, zoals systeemintegratie. Gebruikers organiseren informatie traditioneel vooral rond producten en diensten. Dit is een probleem voor bijvoorbeeld banken, als die een totaal klantbeeld willen hebben. Daarvoor is nu een ingewikkelde koppeling tussen al hun systemen noodzakelijk, terwijl dat klantbeeld toch de belangrijkste uitvoer is. Hetzelfde geldt voor de politie. Koppeling van informatie uit verschillende systemen vindt daar nota bene nog vaak handmatig plaats."
Innovatie
Volgens Broeders heeft vooral ict met een creatieve en vernieuwende waarde en met jeugdig elan de grootste kansen voor de toekomst. "Het soort ict dat innoveert en zo kansen najaagt op meer omzet en winst." Er liggen vooral kansen in de sectoren waar Nederland sterk in is: de financiële sector, de landbouw en transport/logistiek. "In die sectoren is innovatie een ‘must’ als het gaat om nieuwe toepassingen, nodig om als economie verder te komen. Als we dáár kansen zien, zullen we die zonder meer grijpen."
Dat kan volgens Broeders niet zonder een overheid, die stimuleert, faciliteert en innovatie prikkelt door het wegnemen van belemmeringen. Daarbij moet wel worden gewaakt voor te veel accenten op het grensverleggende karakter van innovatie, dus op onderzoek en ontwikkeling in samenwerking met onderwijs en kennisinstituten. "Onderzoek en ontwikkeling zijn prima, zolang de aandacht zich vooral richt op meer kansen om ondernemend te zijn en geld te verdienen en niet te veel op alleen maar uitvinden. We moeten geen uitvinders zijn, maar toepassers."
Zijn daar straks wel mensen genoeg voor? Er is op dit moment niet bepaald sprake van een stormloop op technologisch onderwijs. "Er is veel te weinig instroom. Ook de kwaliteit van dat onderwijs is te gering. Dat moet snel verbeteren, voor mijn part met prikkels als verlaging van collegegeld voor technische studies. Bovendien zullen we, bedrijfsleven en overheid samen, de aanstaande studenten meer perspectief op een carrière in de ict moeten bieden. We staan nu helaas niet bekend als een sector waarin je het kunt maken."
Duizendpoten
Ook volgens Kieboom moet een van de speerpunten het verbeteren van kwaliteit van de instroom zijn. "De branche stelt nu hogere eisen aan niveau en kwaliteit van de it’er. We hebben behoefte aan conceptuele denkers, die ook technisch veel voorstellen. Echte integrators dus, mede ingegeven door de recente consolidatie en partnerschappen tussen grotere ict-ondernemingen."
Volgens Kieboom is de tijd voorbij dat je wegkwam met de veronderstelling dat het allemaal in orde is zolang je maar het beste van alles aan elkaar knoopt. "We gaan meer naar gestandaardiseerde oplossingen, hardware en software zoeken elkaar ook op om dat te bereiken. Dit betekent dat we mensen nodig hebben die juist daarin een rol kunnen spelen."
Opleidingen richten zich onvoldoende op het afleveren van mensen met een technische én bedrijfskundige kennis. "Opleidingen weten te weinig van de praktische behoeften van het bedrijfsleven. Natuurlijk, het bedrijfsleven zou het onderwijs daarmee veel meer moeten voeden, maar aan de andere kant mag het onderwijs ook wel eens toetsen of dat wat het aflevert nog aansluit bij de behoeften. We weten nu van elkaar niet zo goed wat we willen."
Kiebooms bedrijf voorziet overigens al geruime tijd met succes zelf in de behoefte aan goed opgeleide duizendpoten. "We pikken de krenten uit de pap. Via Atos Origin University werken we daarna verder aan specifieke vaardigheden voor ons jonge talent. Standaard opleidingen zullen nooit talenten afleveren die in staat zijn om onder alle omstandigheden complexe projecten goed uit te voeren. Die mensen moet je máken, in je eigen bedrijf."
Mensenwerk
Het onderwijs blijft achter bij de behoefte, vindt ook Van der Bel. "We moeten uitkijken dat we straks niet alleen maar mooie verhalen houden over de kenniseconomie zonder over de mensen te beschikken die dat handen en voeten moeten geven." Kwaliteit van ict is volgens hem vooral kwaliteit van mensen. "Ict is geen doel op zich, maar een middel om iets te bereiken. Zorgen dat dit lukt is mensenwerk."
Met een jaaromzet van 25- tot 30 miljard euro lijkt de branche daar volgens Van der Bel ook prima in te slagen, door weer en wind. "Ict draagt absoluut bij aan de economie, aan productiviteit en werkgelegenheid, maar er kan nog zoveel meer gebeuren."
Innovatie is in zijn ogen dan ook vooral het productiever maken van ict. "Onlangs heb ik stage gelopen in een ziekenhuis. Zo’n dagje met de dokter is een openbaring. Aan de ene kant ‘state of the art’ technologie op het gebied van radiologie, aan de andere kant een internist die bepaalde gegevens snel nodig heeft en dan een meter dossier op zijn bureau krijgt. Of de arts die voor één simpel laboratoriumonderzoekje tientallen kruisjes op een aanvraagformulier moet zetten en dan nog uitslagen krijgt waarom hij nooit heeft gevraagd. Een verbijsterende verspilling van tijd en moeite en een grote kans op fouten. Dit biedt ict tot nu toe nauwelijks ontgonnen mogelijkheden." De overheid zal hier een rol in moeten spelen, vindt Van der Bel. "Het gezamenlijk en op de praktijk gericht acteren van aanbieders, gebruikers én overheid is cruciaal."
Meer voor minder
Ook Van der Meijden kijkt naar de overheid. "Al die regelgeving, veel te veel bureaucratie. De Nederlandse arbeidswetgeving behoort bovendien niet bepaald tot de soepelste ter wereld. Dat alles werkt soms zelfs ronduit belemmerend." Hij vindt dat de overheid vooral faciliterend en voorwaardenscheppend aan de slag moet, maar ook het goede voorbeeld dient te geven door zelf volop ict toe te passen en met technologie een eind te maken aan bureaucratie. "Minder complexe regelgeving, een stimulerender karakter, anders gaan bedrijven uiteindelijk gewoon weg."
De komende decennia gaat er volgens Van der Meijden veel veranderen. "Een groeiend aantal ict-bouwstenen wordt standaard, sluit op elkaar aan; steeds meer voor minder geld. Daarnaast gaan we meer en meer naar hoogwaardige dienstverlening. Laten we eerlijk zijn: de kosten van een it-ingenieur worden hier hoger en hoger, terwijl je ze in India bijvoorbeeld voor een paar dollar per dag inzet. Uitwijk naar lagelonenlanden ligt dus voor de hand."
Van der Meijden ontvouwt een verrassende kijk op de toekomst van een hoofdzakelijk door ict gefaciliteerde Nederlandse economie. "Ik zie een sector ontstaan waarin het hoofdzakelijk om services gaat. Landbouwgrond levert absoluut minder op dan bouwgrond. Dus laten we bouwen in plaats van verbouwen. Landbouwproducten kunnen we importeren." Om dezelfde reden kan de productie van de Nederlandse industrie verdwijnen. "Er zijn meer dan genoeg landen die veel goedkoper kunnen produceren en graag willen exporteren."
Handelsgeest
Nederland als distributieland dan maar? Volgens Van der Meijden ook niet echt iets om je mee te onderscheiden. Nederland als kenniseconomie? Welnee, kennis wordt, alleen al door internet, steeds transparanter en is dus ook niet exclusief en onderscheidend.
"We moeten die unieke Nederlandse handelsgeest en creativiteit waarmee we ooit de wereld veroverden weer gaan gebruiken; Nederland als intermediair tussen wereldwijde vraag en aanbod. Handelen in goederen en diensten, met een hoofdrol voor alle denkbare ict-toepassingen. Een moderne VOC, met het web als middel om de wereldzeeën te bevaren."
Daarvoor staan op Van der Meijdens verlanglijstje wel uiterst flexibele medewerkers. "Een harde kern van ‘kenniswerkers’, die overal in de onderneming en overal in de wereld inzetbaar zijn, waar ze op dat moment ook maar nodig zijn."
Hij heeft wat dat betreft nog zijn twijfels. "In Lissabon is, heel voortvarend, gekozen voor een Europese aanpak. Laten we in Nederland dan ook ons huiswerk doen door te zorgen dat meer mensen aan het arbeidsproces deelnemen voor een betere productiviteit."< BR>