KPN, Vodafone, Hewlett-Packard, Asml en Siemens mogen zich een jaar lang tot de vijf krachtigste ict-bedrijven in Nederland rekenen. Caesar, IBS Consist, EMC, Blue Fox en Rational Software horen nog net bij de honderd sterkste.
Voor de tweede keer geeft Computable inzicht in de krachtverhoudingen tussen de bedrijven in de Nederlandse ict-wereld. Dit jaar verschijnt voor de tweede keer de Computable 100, een overzicht van de honderd krachtigste ict-bedrijven in Nederland. Het vertrekpunt daarbij is de omzet, het aantal werknemers en de nettowinst in Nederland. KPN blijft dé dominante speler op de Nederlandse markt, maar de overmacht is beduidend minder groot dan vorig jaar. Toen was de omzet groter dan die van de nummers 2 tot en met 7 bij elkaar. Dit jaar is de omzet nog net groter dan die van de nummers 2 tot en met 5 bij elkaar.
Acht ict-bedrijven behaalden in 2002 in Nederland een omzet van meer dan een miljard euro. Naast KPN zijn dat Vodafone, Hewlett-Packard, Siemens, Asml, Philips, IBM en Imtech.
Overgangsjaar
Voor de ict-sector in Nederland is 2002 een overgangsjaar. De belangrijkste ontwikkelingen waren afnemende werkgelegenheid, dalende omzetten en kleinere verliezen. Van marktherstel is nog geen sprake. Bedrijven proberen zich zo goed mogelijk aan te passen. Kostenbesparing is het devies en dat gaat ten koste van werkgelegenheid. Bij de top-100 verdwenen per saldo 17.270 banen. Eind 2002 hadden 58 van de honderd krachtigste ict-ondernemingen minder werknemers dan eind 2001; 21.740 medewerkers ruimden, al dan niet gedwongen, het veld. Dat komt overeen met 12,5 procent van de totale werkgelegenheid bij de Computable 100.
Het hardst ging het bij Avaya (van 325 naar 152 werknemers, -53,2 procent), Alcatel (van 603 naar 300, -50,3 procent), Lucent (van 1.600 naar 800, -50 procent) en Imation (van 200 naar 100, -50 procent). Dramatisch was het werkgelegenheidsverlies bij Symantec, dat het personeelsbestand in Nederland zag verschrompelen van 200 tot 25 door verplaatsing van het Europese hoofdkantoor naar Dublin. Daardoor valt deze firma buiten de Computable 100 van dit jaar.
Interessant is ook dat er 4.470 banen bijkwamen, maar bij nadere beschouwing blijkt dit cijfer niet zo rooskleurig te zijn als het in eerste instantie doet vermoeden. De grootste groeier wat betreft het personeelsbestand is Atos Origin, dat het aantal werknemers in Nederland zag toenemen van 6.500 tot 9.000. De verklaring voor deze stijging is een aantal overnames, met Kpmg Consulting als belangrijkste. Als we ook de overname van Brocom door Imtech en van Navision door Microsoft meerekenen, blijft er van de toename in werkgelegenheid niet veel over. Opvallende groeiers zijn Siemens (+491) en Nashuatec (+475).
Arbeidsproductiviteit
Wat is het effect van al die reorganisaties waarbij ict’ers met groepen tegelijk op straat staan? Het doel is duidelijk: productiviteitstoename en resultaatverbetering. De effecten waren in 2002 zelf nog niet erg merkbaar. Het probleem bij de pogingen om de productiviteit te verhogen is dat de omzetten in 2002 zwaar onder druk stonden. De gezamenlijke Nederlandse omzet van de Computable 100 daalde met 3 miljard tot 35,1 miljard euro; een afname van 7,9 procent.
Omdat het totaal aantal werknemers daalde met 9,6 procent werd in 2002 slechts een productiviteitsgroei van 1,9 procent. In 2001 zette de gemiddelde werknemer van de Computable 100 nog 212.000 euro om. In 2002 steeg dat naar 216.000 euro (+1,9 procent). Van de honderd bedrijven wisten 41 een omzetstijging per werknemer te realiseren. Het spectaculairst was het resultaat bij Versatel (+130 procent), gevolgd door UPC (+120) en ISL (+113). Aan de andere kant van het spectrum hadden Cisco Systems (-55,2 procent), Blue Fox (-41,1) en Fujitsu Services (-38,5) de slechtste ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit.
Gemengde prestaties
Naar de winstontwikkeling kun je op twee manieren kijken. Als je het zonnig wilt zien, kan je erop wijzen dat de honderd krachtigste ict-bedrijven in Nederland het nettoresultaat met 19,2 procent hebben verbeterd. Velen zullen echter concluderen dat een collectief verlies van 7,8 miljard euro nog steeds heel slecht nieuws is, ook al is dat 1,8 miljard minder dan de 9,6 miljard verlies in 2001.
Voor veel bedrijven geldt dat ze serieus in de problemen komen als de resultaten in 2003 niet aanmerkelijk verbeteren. Uit de stroom halfjaarcijfers die inmiddels op gang is gekomen kunnen we concluderen dat de prestaties van ict-bedrijven in 2003 tot nu toe gemengd zijn. Naast spectaculaire resultaatverbeteringen zijn er ook bedrijven die nauwelijks van de plaats komen of zelfs een verslechtering van de resultaten bekend moeten maken.
Van de Computable 100 boekten 57 firma’s in 2002 winst. Van de honderd bedrijven die nu in de lijst staan wisten 65 in 2001 nog winst te boeken. De winsten zijn doorgaans bescheiden, terwijl de verliezen kolossaal zijn. In euro’s gemeten zijn de grootse verdieners Siemens (73,5 miljoen euro nettowinst), IBM (62,3 miljoen), Microsoft (51,7 miljoen) en Oracle (40,3 miljoen). De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat vooral de grote, internationale ict-concerns zich op de Nederlandse markt staande houden. Van deze vier bedrijven is Oracle de enige die in 2002 het personeelsbestand in Nederland substantieel zag krimpen. Siemens (+491, 13,2 procent) en Microsoft (+100, 40) breidden fors uit.
De Nederlandse ict-bedrijven hebben het zwaar. De beste resultaten behaalden Imtech (28,8 miljoen euro nettowinst), Ordina (17,5 miljoen) en Nozema (9,5 miljoen). De grootste verliezen leden KPN (-5,4 miljard euro), UPC (-781 miljoen) en Vodafone (-770 miljoen), bedragen waarbij de eerder genoemde winsten bleekjes afsteken. Nu is het wel zo dat onder druk van de internationale boekhoudschandalen veel bedrijven bij de publicatie van de jaarcijfers over 2002 de boeken hebben opgeschoond. Dat heeft onder meer geleid tot enorme afschrijvingen op ondeugdelijke investeringen, deelnames en overnames.
Wat dit betreft is de verwachting gerechtvaardigd dat de Computable 100 van 2004 een spectaculaire verbetering van de resultaten te zien geeft. Een eerste aanwijzing hiervoor is het resultaat over het eerste kwartaal van KPN. Die periode leverde in 2002 wereldwijd nog 348 miljoen euro verlies op. Dit jaar was dat omgeslagen in 770 miljoen nettowinst.
Beste marges
De kracht en het succes van een onderneming zijn goed af te lezen aan de nettowinstmarge: hoeveel winst weet je te maken op elke euro omzet? De gemiddelde nettowinstmarge van de Computable 100 bedrijven is een schrikbarende -22,7 procent. Dat is wel een verbetering; in 2001 was de nettowinstmarge -25,6 procent.
De topbedrijven zijn de bedrijven met de beste nettowinstmarges. Op de Nederlandse markt zijn dat Computer Associates (28,5 procent) Microsoft (27,6 procent), Nozema (23,1), Oracle (23), Samsung Electronics (17,5) en ADP (16,5). Andere bedrijven met een dubbelcijferige winstmarge zijn GXS, Rational Software, Intel, Nokia en Cisco Cystems. Nozema is het enige Nederlandse bedrijf dat zich met deze topbedrijven kan meten als het gaat om het rendement.
Onder aan de lijst staan bedrijven met bijna onvoorstelbare winstmarges als UPC (-161 procent), Lucent (-96), Tiscali (-79) en KPN (-75). In het geval van UPC betekent het dat het verlies ruim anderhalf keer zo groot is als de omzet. De verwachting is dat ook deze cijfers in de lijst van volgend jaar aanmerkelijk zullen verbeteren, gezien de gepubliceerde resultaten over het eerste kwartaal van 2003.< BR>
Opmerkelijk:
|
Vergeleken met de Computable 100 van 2002 komen in editie 2003 veel nieuwe namen voor. Een top-100 is een dynamisch gegeven en dat is logisch: we groeperen de honderd in Nederland krachtigste ict-bedrijven en de markt is volop in beweging. Sommige bedrijven winnen aan kracht, uit andere bedrijven vloeien de krachten juist weg. Nieuwe namen betekenen niet noodzakelijkerwijs nieuwe bedrijven. Om de crisis te bezweren doen ondernemingen er alles aan om resultaat te boeken. Ze veranderen zelfs van naam als ze denken dat dit iets kan opleveren. UCC werd Transiciel, General Electric veranderde in GXS, ICL is nu Fujitsu Services, Dutchtone heet voortaan Orange, Solvison gaat verder als The Vision Web, Ben werd T-Mobile en Logicsoft noemt zich nu PC-Ware. Wellicht dat O2 een nieuwe trend start; het veranderde zijn naam onlangs terug in Telfort.
Criteria
De drempel voor de Computable 100 van 2003 ligt bij een in Nederland in 2002 behaalde omzet van minimaal 24,3 miljoen euro (de omzet van nummer 100, Rational Software). Tevens moeten het aantal werknemers in Nederland en de hier behaalde nettowinst bekend zijn. Veel bedrijven, vooral grote (buitenlandse) multinationals, consolideren de jaarcijfers op concernniveau en berekenen dan wel publiceren deze niet per land. Om deze ondernemingen toch te kunnen opnemen is gewerkt met ratio’s.
In de meeste gevallen zijn omzet en nettowinst berekend naar ratio op basis van het aantal werknemers in Nederland. In een aantal gevallen was de Nederlandse omzet wel bekend maar niet de hier behaalde nettowinst. Dan is de nettowinst naar ratio berekend op basis van de omzet. De cijfers hebben betrekking op boekjaar 2002. Voor de meeste bedrijven komt dit overeen met het kalenderjaar 2002. Voor bedrijven met een gebroken boekjaar is gebruik gemaakt van de jaarcijfers over 2001/2002 of 2002/2003, afhankelijk van de vaststelling van het boekjaar en de beschikbaarheid van de jaarcijfers. In een aantal gevallen is geen netto- maar een brutowinstcijfer gepubliceerd (meestal aangeduid als ebitda, earnings before interest, taxes, depreciation and appriciatio, ofwel winst voor rente, belasting, afschrijvingen en amortisatie van goodwill). Dit betreft de cijfers van T-Mobile, O2, Orange, Fujitsu Services, The Vision Web en Kender Thijsen. Het nettowinstcijfer (voor de meeste van deze bedrijven een nettoverlies) valt aanmerkelijk ongunstiger uit dan de gerapporteerde brutowinst; daar moet immers nog rente, belasting en afschrijvingen vanaf. Een aantal bedrijven publiceert de jaarcijfers in Amerikaanse dollars, Britse ponden of Zweedse kronen. Deze cijfers zijn teruggerekend naar euro’s op basis van de wisselkoers op 31 december 2002.
De meeste in de Computable 100 opgenomen ict-concerns hebben hun jaarcijfers gepubliceerd op hun website, net als het jaarverslag. Vooral bij buitenlandse ict-bedrijven is het vaak moeilijk om gegevens over de Nederlandse activiteiten te achterhalen. Wat dit betreft verdient Siemens een aparte vermelding. Als een van de weinige uitzonderingen geeft het op de Nederlandse website overzichtelijk en goed inzicht in zijn lokaal behaalde resultaten. Nederlandse bedrijven met een uitstekende weergave van de jaarcijfers op hun website zijn NOB, Caesar en Nozema. Het tegendeel daarvan zijn ondernemingen die zelfs weigeren het aantal werknemers in Nederland te noemen. Twee van hen, Logica CMG en Ingram Micro, zijn desondanks opgenomen. Van hun aantal werknemers in Nederland is een schatting gemaakt. Dunnet, Telelpan, Ventello, Vanenburg en Five 4U waren niet bereid cijfers aan te leveren en zijn niet opgenomen. De top-10 van de bedrijven die net te weinig omzet hadden voor een notering in de Computable 100 zijn Siebel Systems, BMC, Storagetek, Hitt, Magnus, Solidium, QAD, Toshiba, Tulip Computers en Pecoma. Deze bedrijven zijn wel opgenomen in het imago-onderzoek.
Mede door de verstorende factor van een aantal ebitda-cijfers zijn de nettowinst, de marge en de winst per werknemer niet meegewogen bij de vaststelling van de Computable 100. De cijfers die de volgorde hebben bepaald zijn omzet (wegingsfactor 3), het aantal werknemers (factor 2) en de omzet per werknemer (factor 1). Deze manier van meten bergt een zekere mankheid in zich, maar dat geldt voor alle ranglijsten en voor elke methode die wordt gebruikt om de rangorde te bepalen. Na de serie boekhoudschandalen in de VS kun je zelfs vraagtekens zetten bij de cijfers zoals bedrijven die in hun jaarverslagen weergeven. Een flink aantal bedrijven heeft de cijfers over 2001 inmiddels herzien. Een bedrijf als MCI (voorheen MCI Worldcom) heeft zoveel moeite met het produceren van de juiste cijfers dat er bij het publiceren van deze Computable 100 over boekjaar 2002 nog steeds geen jaarverslag beschikbaar was. MCI is dit jaar dan ook niet opgenomen, hoewel het met nog steeds 750 werknemers in Nederland en een omzet hier van 626 miljoen euro over 2001 daar wel voor in aanmerking zou komen.
Bij het naar ratio publiceren van cijfers spelen twee effecten een belangrijke rol. Ten eerste zijn omzet en winst niet één-op-één naar ratio op een gebied te projecteren. Voor een bedrijf als UPC geldt dat de operatie in Nederland er aanmerkelijk beter voorstaat dan die in het buitenland. Hetzelfde geldt voor Vodafone. Voor een concern als KPN geldt iets soortgelijks: de zware rentelasten worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door het aanschaffen van de umts-licentie voor e-Plus in Duitsland. Het tweede effect heeft te maken met de soort activiteiten in Nederland. Bedrijven met het hoofdkantoor in Nederland zullen hier relatief veel werknemers hebben. Daardoor zal de naar ratio-omzet worden overschat. Bij firma’s met alleen een verkoopkantoor in Nederland zal de omzet eerder worden onderschat. Dit betekent dat veel van de in Nederland actieve Amerikaanse ict-bedrijven feitelijk nog krachtiger zijn dan uit onze rekenmethode naar voren komt.
Vóór publicatie van de Computable 100 hebben alle opgenomen ondernemingen de kans gekregen te reageren op de cijfers die betrekking hebben op hun onderneming. Een substantieel aantal heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt. De Computable-redactie heeft gepoogd de Nederlandse ict-markt zo goed mogelijk in kaart te brengen. Desondanks kan het gebeuren dat bedrijven ten onrechte niet in de Computable 100 zijn opgenomen. Wij roepen hen op zich te melden bij de redactie, zodat we volgend jaar deze markt nog beter in kaart kunnen brengen.