De ict-industrie is meester in het oplossen van problemen; sommige bedrijven sieren zich zelfs met het predikaat ‘solution provider’. Toch kampt de ict met luizen in haar pels die ze maar moeilijk van zich kan afschudden.
Daarom in dit jubileumnummer een overzicht van negen problemen die de ict-industrie niet gemakkelijk weet op te lossen:
1. Gebruiksvriendelijkheid
Zo’n twintig jaar nadat de pc de (kantoor)wereld ging veroveren, kampen we nog steeds met gebruiksonvriendelijke pc-applicaties. Interfaces en webpagina’s lijken te worden ontworpen door techneuten of whizzkids die geen kaas hebben gegeten van menselijke interactie, waardoor gebruikers niet worden gestimuleerd om websites te bezoeken of pc-applicaties ten volle te benutten.
Onder computergebruikers zijn ouderen nog steeds ondervertegenwoordigd, terwijl juist zij baat kunnen hebben bij de (communicatieve) mogelijkheden die mail en internet bieden. Spraaktechnologie zou een gebruiksvriendelijke interface opleveren. Zij heeft haar beloften echter nog steeds niet waar kunnen maken; computers begrijpen hun gebruikers niet en de meeste gebruikers begrijpen hun computer niet.
2. Standaardisatie en compatibiliteit
Niet alleen de communicatie tussen mens en machine levert problemen. Om systemen met elkaar te kunnen laten communiceren, moeten ze toegang tot elkaar hebben. De vele standaarden die de technologie heeft gebaard, hebben de uitwisseling tussen de verschillende systemen niet bevorderd. Internet en e-handel dragen gelukkig bij tot het terugdringen van standaarden en het bevorderen van compatibiliteit omdat die hier een must is. Denk aan de webbrowser en een taal als XML.
Compatibiliteit tussen verschillende systemen is echter nog steeds geen trivialiteit vanwege de leveranciersgebonden aanpak die veel bedrijven volgen. Met ‘open source’ en het vrijgeven van broncode worden eindelijk stappen in de goede richting gezet.
3. Veiligheid
De mens is niet gemaakt om als kluizenaar door het leven te gaan. De prijs die we betalen om uit de eenzaamheid te treden en ons onder de mensen te begeven, is dat we onze privacy verliezen, overreden en beroofd kunnen worden, en geïnfecteerd raken met virussen. ‘Stand-alone’ is in vele opzichten veiliger. Dat geldt ook voor computers. De meerwaarde van (het) netwerken is echter dermate groot, dat we de beveiligingsproblemen op de koop toe nemen. Voor de grap of moedwillig inbreken in systemen, computerterrorisme, het verspreiden van virussen, en andere ellende zijn al geruime tijd aan de orde van de dag. Waarschijnlijk zullen we net als in de echte wereld moeten leren leven met virussen. Dat betekent steeds nieuw afweergeschut aanmaken, en de werkelijk kritische applicaties zo min mogelijk blootstellen aan de vijandige buitenwereld.
4. Dominantie Microsoft
In het verleden drukte IBM zijn blauwe stempel op de it, met name op het gebied van de zware systemen. Microsoft deed zijn intrede, veroverde de wereld van consumenten- en kantoor-pc’s en zadelde de mensheid op met gebruiksonvriendelijke en matig functionerende systemen. De pc-gebruiker opereert in de schaduwzijde van de marktdominantie van dit bedrijf. Om de paar jaar moet hij weer zwaardere systemen en grotere applicaties aanschaffen, omdat de oude niet of moeilijk uitbreidbaar zijn. Het aantal regels code neemt alsmaar toe, en het aantal fouten ook, met als resultaat veel gecrash en gevloek bij de Windows-gebruiker.
Nu Microsoft zijn ogen heeft gericht op het zware segment, staan bedrijven voor het probleem of zij deze softwarereus wellicht ook moeten kiezen voor hun bedrijfskritische systemen; dan wel moeten gokken op open source. Willen zij meewerken aan het doorbreken van de marktdominantie, en – letterlijk en figuurlijk – op de kleintjes letten, dan lijkt de keuze niet al te moeilijk.
5. Spam
De stortvloed aan reclame-uitingen in de brievenbus is nog te stoppen met eenvoudige stickers als: ‘Reclame, nee’. Indien je een dergelijke sticker op je pc plakt, zal het effect niet groot zijn. Van elke circa honderd mailtjes die wij ter redactie ontvangen, zijn 90 – doorgaans ongewenste – reclame-uitingen. We sneeuwen onder in de (ongevraagde) informatie. Volgens prognoses van analisten bestaat 40 procent van alle mail eind dit jaar uit spam. "Spam is zo’n groot probleem, dat het veel van het goede van mail ongedaan dreigt te maken", vindt Bill Gates. Hij ziet de bestrijding van spam als een zaak voor de eindgebruiker. Het ontwikkelen of verfijnen van software die spam kan filteren, leidt echter niet tot waterdichte oplossingen. Het aanpakken van isp’s en het nemen van juridische maatregelen tegen spammers lijken meer soelaas te bieden. Daarvoor is wel samenwerking gewenst tussen de verschillende overheden gewenst. Momenteel loopt een aantal proefzaken om de wetgeving te toetsen en indien mogelijk jurisprudentie te scheppen. De Europese Unie heeft zich ook over het probleem gebogen en is bezig met richtlijnen om ongevraagde mail uit te bannen. Wellicht zou de EU nota moeten nemen van de lezers van Computable. Het merendeel van hen vindt dat de internetaanbieder spam moet aanpakken.
6. Niet bij te houden
Je wilt op vakantie naar Spanje en besluit om eerst een cursus Spaans te volgen.
Na veel gezwoeg lukt het je om je verstaanbaar te maken op je vakantiebestemming. Een aantal jaren later bezoek je het land weer, en tot je grote ontsteltenis blijken ze daar ineens een andere vreemde taal te spreken. Op dergelijke wijze vergaat het programmeurs al tijden. De aangeleerde programmeertaal blijkt enkele jaren later alweer hopeloos verouderd. Op naar een bijscholingscursus om een nieuwe taal te leren dus.
De snelheid waarmee ict evolueert, maakt het bijhouden van ontwikkelingen op dit vakgebied bijna tot een onmogelijke opgave. Uitbesteding van taken aan specialisten is dan ook vaak de enige optie. Dit heeft weer als nadeel dat het gevoel ontstaat dat je de zaken deels niet meer in de hand hebt. De keuze ‘opleiden tot generalist of tot specialist’ is niet eenvoudig, evenals de beslissing om wel of niet mee te gaan met de huidige trend of hype.
Betrokkenheid van het management wordt als een ‘must’ ervaren in de ict, maar hoe kun je verwachten dat het er nog iets van begrijpt als de door vakmensen al nauwelijks te volgen ontwikkelingen in steeds andere drie- en vierletterige afko’s worden geperst?
7. Helpdesks en callcenters
De toenemende complexiteit speelt ook de helpdesks en hun klanten parten. Helpdesks zijn velen een doorn in het oog. Bel ze eens, en doorleef de uitdrukking ‘geduld is een schone zaak’. Het merendeel van de helpdesks van bijvoorbeeld internetaanbieders is niet best: lange wachttijden en slechte dienstverlening.
Niets dan lof overigens voor onze eigen helpdesk, die gek gemaakt wordt door medewerkers die voornamelijk zeuren over: trage systemen (1), onbegrepen systeemboodschappen (2), en storingen in printers (3).
Een andere service biedende instelling heet callcenter. Bedrijven willen daarmee hun dienstverlening stroomlijnen en hun medewerkers toegang geven tot het bedrijfsinformatiesysteem. Een klant die informatie wil van een bedrijf, wordt met behulp van de druktoetsen op zijn telefoon zo lang mogelijk onmondig gehouden. Heeft hij deze toetsenterreur eenmaal overleefd, dan kan hij eindelijk vernemen hoeveel wachtenden er voor hem zijn. Met verbetering van de dienstverlening dan wel besparing als doel is vervreemding tussen klant en bedrijf het uiteindelijke resultaat.
Tot overmaat van ramp wordt niet alleen de technologie uit de VS geïmporteerd maar ook de bijbehorende servicebabbel. ‘Kan ik u verder nog met iets van dienst zijn? Dan wens ik u een bijzonder prettige dag.’
8. Tweedeling
Er gaapt een kloof tussen de generatie die is opgegroeid met ict en de generatie die dat niet is. Eerstgenoemde spreekt veelal abracadabra in de ogen van laatstgenoemde. Ouderen die het zonder internet moeten stellen, hebben minder toegang tot informatie. Verschillen in informatietoegang komen ook naar voren wanneer je ‘ontwikkelingslanden’ en ‘ontwikkelde landen’ – arm en rijk – naast elkaar zet. Het dichten van die informatiekloof zou kunnen bijdragen aan het rijker maken van de armen en het versnellen van democratiseringsprocessen.
Over sociale zaken gesproken: N� opgroeiende kinderen zouden te lang achter hun gameboys gekluisterd zitten, te veel chatten en te weinig ‘life’ contacten hebben. Of ze daardoor later in een sociaal isolement raken, moeten we maar afwachten. In ieder geval heeft het veelvuldig spelen van computerspelletjes ook positieve effecten; het verbetert het waarnemings- en reactievermogen bij kinderen.
9. Muizenissen
Rsi wordt vaak in verband gebracht met computergebruik, maar hoort wellicht niet thuis in deze poel van it-ellende. Een in Denemarken gehouden onderzoek wijst uit dat frequent computergebruik geen groot risico lijkt te geven op het ontwikkelen van het ‘carpal tunnel syndrome’. Deze aandoening aan polsen en handen is een vorm van rsi.
We nemen de uitslag van het onderzoek voor kennisgeving aan. Ondertussen zitten talloze arme muisarmen in de wao. Daarom willen genoemde onderzoekers toch de mogelijkheid niet uitsluiten dat vooral zeer intensief (langer dan vier uur per dag) en herhaald gebruik een risicofactor kan zijn. Doe alles met mate, lijkt het juiste adagium; dat geldt voor computergebruik, maar ook voor veel onderzoeksbureaus. Want wat moeten we met al die onderzoekjes, veelal gesponsord door bedrijven die hun product er voordelig uit willen laten komen? Stop daar mee!< BR>