Drie jaar na het umts- debacle domineren telecommunicatie-bedrijven de Nederlandse technologiesector. Van de omzet die de honderd krachtigste technologiebedrijven in Nederland behalen komt 40 procent voor rekening van iets meer dan tien telecomaanbieders.
Een terechte winnaar van eigen bodem dus, maar het is daarmee geenszins vanzelfsprekend dat de Nederlandse technologiebedrijven tevreden achterover kunnen leunen. De aard van de grootste ondernemingen is relatief eenzijdig. Dit bevestigt de noodzaak van de nadruk die de Nederlandse overheid momenteel legt op de kenniseconomie en de daar hopelijk uit voortvloeiende innovatie. Het leeuwendeel van de Computable 100-bedrijven levert weliswaar mooie producten en diensten, maar die zijn zelden afkomstig uit eigen keuken.
Op het gebied van hardware zijn de opgenomen bedrijven vaak niet meer dan marketing- en verkoopfilialen van grote, vooral Amerikaanse, bedrijven. Alleen Philips kan bogen op een belangrijke eigen onderzoeksafdeling in Nederland. Voor software geldt vrijwel hetzelfde, al zijn hier uitzonderingen in de vorm van Exact, Unit4Agresso en het inmiddels met SSA gefuseerde Baan. Tekenend voor de staat van de Nederlandse technologiesector is het gegeven dat één derde van de Computable 100 bestaat uit dienstverleners in de breedste zin van het woord, die oplossingen samenstellen met technologie van derden. Nu is dit te vatten onder de noemer ‘innovatie met technologie’, maar innovatie van technologie in Nederland is bij de meeste Computable 100 bedrijven een ondergeschoven kindje.
Uitgangspositie
Een van de opvallendste gegevens uit de Computable 100 2003 is de radicale reductie van personeelskosten bij de grootste technologiebedrijven, én het onmiddellijke effect dat dit heeft gehad op het resultaat. Per saldo is het aantal werknemers in de Computable 100 vergeleken met 2002 met 9,6 procent afgenomen. Terwijl de totale omzet met 3 procent is gedaald, is over de gehele lijst de winstgevendheid, hoewel in absolute cijfers per saldo negatief, met 18 procent toegenomen.
Hiermee heeft de ict-top een goede uitgangspositie voor verder herstel. Nummer één, KPN, is met de recente reeks kwartaalcijfers op de goede weg. Zoals altijd zegt het gemiddelde weinig over de individuele bedrijven, want niet overal verdwijnen banen, en er zijn ondernemingen die onverminderd in personeelsaantal groeien. Dit geldt bijvoorbeeld voor Microsoft, dat samen met Computer Associates de lijst ondernemingen met de grootste winstmarge aanvoert. Nummer elf op de lijst, Atos Origin, heeft er, vooral door acquisities, de meeste medewerkers bij gekregen. De recente aankoop van Schlumberger zal in de volgende editie van de Computable 100 zijn invloed doen gelden.
Deze eerste stappen op weg naar herstel hebben hun tol geëist. Een reductie in personeel van 9,6 procent betekent dat bijna een op de tien werknemers die vorig jaar bij een Computable 100-bedrijf werkte daar nu weg is. Het is te hopen dat veel van die professionele ict’ers in de volgende editie van de Computable 100 hun weg naar een van de krachtigste ict-bedrijven hebben teruggevonden.