De ‘sorry-saga’ van SCO en Linux duurt voort. Dit is weer iets waar de it-industrie niet op zit te wachten. Software voor eindgebruikers heeft de laatste jaren geen vooruitgang geboekt wegens het monopolie van Microsoft.
Hierdoor was open broncode software (oss) de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen tien jaar. Die legde de basis voor een alternatief voor Microsoft; iedereen zou daarvan kunnen profiteren (behalve Microsoft, maar zelfs die zou betere producten maken in een concurrerende omgeving). Wie van Microsoft af wil, heeft een alternatief, en zij die aan het bedrijf vasthouden, zullen waardevollere producten krijgen dan nu.
Het besturingssysteem Linux heeft, hoewel het niet het enige oss-product is, wel de bal aan het rollen gekregen. Uiteindelijk zullen de servers en applicaties veel belangrijker worden. Linux heeft nu een flinke opmars gemaakt in de ondernemingswereld, vooral op de servers die op Intel gebaseerd zijn, zodat er al een enorme ‘installed base’ is. Het ligt in de aard van oss dat Linux-ontwikkelaars als Suse, Rad Hat en Caldera, en systeemleveranciers zoals IBM, HP en Dell, gebruikers niet zullen vrijwaren van claims van derden. Die situatie wordt nu uitgebuit door SCO.
Twee namen zijn speciaal belangrijk: IBM en Caldera. Van even groot belang is de ontbrekende naam, Microsoft, omdat het waarschijnlijk achter SCO staat in zijn actie tegen IBM. Caldera is van belang omdat het een van de eerste bedrijven was, samen met Red Hat, dat een commerciële versie van Linux verkocht. Het nam daarnaast het noodlijdende Unix-softwarehuis SCO over. Daardoor kreeg het zowel Linux- als Unix-producten én de controle over de broncode van Unix, die onder meer werd gedistribueerd aan IBM (AIX), Sun (Solaris) en HP (HP/UX).
Dit leek een goed idee, maar IBM, de belangrijkste Linux-klant, werd over het hoofd gezien. IBM was Suse en Red Hat gunstig gezind. Terwijl er steeds meer Linux-serverinstallaties kwamen, zakte de verkoop van op Intel gebaseerde Unix-servers in elkaar en raakte SCO in financiële problemen.
Ook werd de verkoop van op Intel gebaseerde Unix-systemen negatief beïnvloed door Windows NT, maar daar kon SCO niets tegen doen. Uit wanhoop kwam het op het idee om de gebrekkige verkoop te compenseren via inkomsten uit rechtszaken tegen bedrijven.
Het enige wapen van SCO is het feit dat het eigenaar is van de Unix-broncode. Die heeft een lange geschiedenis, die loopt van AT&T via Novell naar SCO. Dit is de Achilleshiel van SCO, omdat de Unix-code zelf veel code uit verschillende bronnen bevat, inclusief code die het bedrijf eigenhandig in het publieke domein heeft geplaatst. SCO heeft geen rechten op deze code alleen omdat het in Unix is geschreven!
SCO heeft IBM speciaal beschuldigd van het distribueren aan klanten van Linux dat regels code bevat die direct uit Unix zijn overgenomen, zonder daarvoor royalty’s betaald te hebben. In feite beschuldigt het IBM van het opzettelijk stelen uit de Unix-broncode waarvoor het een licentie heeft met betrekking tot AIX. Dat is belachelijk.
Het verachtelijkste wat SCO heeft gedaan, is het ‘waarschuwen’ van bekende gebruikers van Linux dat zij wellicht royalty’s en boetes moeten betalen, omdat ze de software gebruiken die ze in goed vertrouwen hebben gekocht. Dit is een grove aanval op de gehele oss-beweging, een slecht gecamoufleerde poging om haar opmars te stoppen. Vanwege deze streek verdient SCO het om te verliezen. Ik hoop dat de gehele it-industrie ervoor zorgt dat dit gebeurt.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.