Sinds enkele weken woedt er een felle discussie over het gebruik van de titel ‘architect’ in de informatie- en it-sector. Voorzitter Steven van ’t Veld van de Stichting ter Certificering van Informatie Architecten (Scia) vindt het daarom hoog tijd om enige achtergrondinformatie te geven bij wat de Scia in dezen heeft ondernomen. Verder licht hij het standpunt van de stichting nader toe.
Het was de Scia bekend dat gesprekken werden gevoerd tussen het Nederlands Architectuur Forum (NAF), in casu prof. Daan Rijsenbrij (Cap Gemini Ernst & Young, KUN), en de Stichting Bureau Architectenregister (SBA) over het gebruik van de architectentitel door architecten in de informatievoorziening (binnen het NAF worden die ‘virtuele architecten’ genoemd). Op verzoek hebben wij ons daar afzijdig van gehouden en hebben we de ontwikkelingen even afgewacht.
Begin juli bleek dat deze gesprekken reeds in maart 2003 afgebroken zijn. Wij hebben dit gelezen in de Automatiseringsgids. Gezien de daardoor ontstane situatie en de inhoud van het betreffende artikel heeft het Scia-bestuur zelfstandig het initiatief genomen om tot een constructief gesprek te komen met de Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en de SBA.
Dat gesprek heeft eind augustus plaatsgevonden en is voor iedereen verhelderend en positief geweest. De BNA en SBA herkenden zich in de ontwikkeling van de Scia en brachten vanuit hun eigen geschiedenis het verschil tussen aannemer en architect in. Zijzelf hebben indertijd ook deze functionele scheiding aangebracht, en niet zonder reden. Ook onze onafhankelijkheid onderstreepten zij als een groot goed.
Tijdens dit gesprek is ons gebleken dat de discussie met SBA over het gebruik van de architectentitel in de informatie- en it-sector vooral is ontstaan doordat vertegenwoordigers van het NAF de in januari 2003 door de SBA voorgestelde gedragsregels niet willen onderschrijven. Zij willen een autonome koers varen wat betreft het gebruik van de titel en daar kan de SBA zich niet in vinden. Het gevolg is logisch: de regel van de wet op de architectentitel is en blijft de te hanteren leidraad. We zijn van mening dat deze situatie niet had hoeven te ontstaan en wij betreuren deze dan ook.
Het gaat hier vooral om het accepteren van elkaars denkbeelden en het met respect omgaan met het oude beroep van architect. Als Scia-bestuur kunnen wij ons daarbij prima vinden in de door de SBA voorgestelde gedragsregels.
Begrip
Wij hebben in onze bespreking voldoende begrip en openheid gevonden bij BNA en SBA om het vakgebied dat met deze titel aangeduid wordt verder te ontwikkelen. Men herkent de huidige ontwikkelingen in de informatie- en it-sector en herkent ook de lange weg die nog te gaan is voordat de invulling van onze beroepen in de buurt van het niveau van dat van de bouwkundige architect zal komen. De wettelijke bescherming van de titel is daarbij feitelijk het sluitstuk van een groeitraject dat mensen in de informatie- en it-sector nog moeten doormaken.
Het was voor ons natuurlijk eenvoudiger geweest als we onze drie beroepstitels hadden kunnen laten aansluiten op de titels voor de beroepen die worden beschermd door de Wet op de architectentitel. Omdat de vorming van ‘onze’ beroepen nog zo in de kinderschoenen staat, kunnen wij ons volledig verplaatsen in de mening van BNA en SBA, om zich daar niet mee bezig te willen houden. Deze visie geeft ons vrijheid om onze beroepen te vormen. Daarnaast heeft men ons verzekerd dat de bouwwereld beslist geen deuren dicht doet voor de informatie- en it-sector.
Dezelfde openheid spreekt ook uit het ingezonden stuk van Rob van der Elst van de SBA, in Computable van 12 september. Hij zegt duidelijk wat men ons in de bespreking ook meegaf, namelijk dat hij geen klopjacht wil ontketenen. Zo lang professionals in de informatie- en it-sector de titel met voldoende aanwijzing naar de eigen vakgebieden gebruiken, wordt toezicht gehouden maar hoeft er geen probleem te ontstaan.
De Scia heeft de voorkeur om deze beleidslijn ook voor het woord ‘architectuur’ te laten gelden. Omdat het woord ‘architectuur’ geen titel is wordt op het gebruik daarvan niet toegezien. Maar ook hier, bij onduidelijk of verkeerd gebruik, zal de SBA de vrijheid hebben actie te ondernemen, met als mogelijke consequentie een dwangsom van vijfduizend euro per dag bij oneigenlijk gebruik. Men wil verwarring voor de eigen leden voorkomen, hetgeen een heel legitiem en begrijpelijk streven is. Ook wij streven naar helderheid in het gebruik van de titel, zowel naar kwaliteit als naar feitelijk gebruik.
Onafhankelijk
De leveranciers binnen het NAF hebben zich tot doel gesteld om leveranciers neutrale ideeën en modellen te laten ontwikkelen over en rond it-architecturen. Deze ideeën en modellen dienen dan door de leveranciers gebruikt te worden, zowel in de praktijk als in opleidingen. Het spreekt voor zich dat dit soort standaardisatie veel onduidelijkheid zal voorkomen en wegnemen.
Het onafhankelijk ontwikkelen en beheren van beroepsprofielen is anders. Bij de leveranciersneutrale aanpak wordt immers vanuit de commercie gedacht, bij een onafhankelijke aanpak is het beroep zélf de leidende factor. De Scia blijft het onafhankelijk vormen van de beroepen van architecten in de informatievoorziening stimuleren. Wij hopen dat het NAF zal onderkennen dat onafhankelijke beroepsvorming iets anders is dan hun commercieel-neutrale aanpak. De Scia staat open voor een goede afstemming tussen beide organisaties die elk een eigen doelstelling en toegevoegde waarde hebben voor opleidingen en praktijk.
De laatste opmerking van Rob van der Elst in zijn ingezonden stuk in Computable spreekt ons inziens boekdelen: "De informaticus heeft de architect nodig om zichzelf en zijn computer op een stijlvolle manier tegen weer en wind te beschermen en omgekeerd heeft de architect de informaticus nodig om een stijlvol ontwerp op zijn computer te kunnen vervaardigen. Laten we elkaar met wederzijds respect behandelen."
Wij weten niet of iemand ooit overwogen heeft om in een ‘virtueel huis’ te gaan wonen, wij hebben dat in ieder geval niet. Wij zien dan ook geen enkele reden om de ‘virtuele architect’ belangrijker te verklaren dan de bekende en gekende ‘architect-in-de-fysieke-wereld’. Zoals Rob vraagt: laten we respect hebben voor elkaars werk en werkterrein. De architecten zetten daarmee duidelijk de eerste stap en laten ons dat weten via hun publicatie. Wij hebben dat respect en die openheid ook ervaren bij onze gesprekspartners en hebben vertrouwen in een gezond en helder gebruik van de titel in de informatie- en it-sector.< BR>
Steven van ’t Veld, Voorzitter Stichting ter Certificering van Informatie Architecten