"Nederlandse ondernemers lopen als gebruiker en aanbieder redelijk in de pas met de rest van de wereld. Dat geldt ook voor de consument. De enige die echt achterloopt op ict-gebied is de overheid. Een gevaarlijke situatie", aldus Paul de Graaf, secretaris ict van werkgeversorganisatie VNO-NCW.
|
De Graaf heeft legio voorbeelden waarmee hij aantoont dat de overheid, op landelijk, provinciaal én gemeentelijk niveau, wel eens wat voortvarender mag optreden op ict-gebied. "Kijk eens naar de inzet van gemeentelijke websites. Het is toch en fluitje van een cent om daarop méér informatie te zetten dan alleen de openingstijden van het gemeentehuis. Je kunt ondernemers een grote dienst bewijzen door bijvoorbeeld te vermelden wanneer en waar straten worden opengebroken. Dan kun je als ondernemer je klanten beter van dienst zijn. Je kunt bijvoorbeeld in die periode beter geen uitverkoop plannen. Mijn punt is dat gemeenten met een slimme inzet van ict het vestigingsklimaat voor ondernemers sterk kunnen verbeteren."
Niet ‘doorgepakt’
Volgens De Graaf is de Nederlandse overheid voortvarend begonnen met het ontwikkelen van een e-government-strategie, maar is dat niet ‘doorgepakt’. "Kennelijk hebben we het met z’n allen toch niet echt gewild in Nederland. Met als gevolg dat ons land op de ranglijst van landen met geslaagde e-government-projecten steeds verder in de onderste regionen belandt. Gek is dat toch: ik ben ervan overtuigd dat het overgrote deel van de ambtenaren thuis een pc heeft en volop van internet gebruik maakt. Maar wanneer het om de inzet van die ict in hun werk en hun relatie met de ondernemer gaat, zijn ze er ineens veel minder bij betrokken."
Het is niet de taak van ondernemend Nederland om de overheid te vertellen hoe zij ict kan inzetten om zowel de interne processen als de communicatie met bedrijfsleven en burgers te verbeteren. "Maar ik zie dat ondernemingen met hun ict-toepassingen redelijk in de pas open met de rest van Europa. Vaak kan de overheid zich bij die toepassingen aansluiten, zij het dat de bestuurlijke verantwoordelijkheden uiteraard een lastige uitdaging vormen. Ik zie ook dat de Nederlandse consument voorop loopt in Europa met pc- en internetgebruik. Dan vind ik het een gevaarlijke ontwikkeling dat de Nederlandse overheid niet met de rest van Europa in de pas loopt, temeer daar diezelfde overheid de helft van ons nationale inkomen verdeelt. Ze is dus een factor van betekenis in de economie. Met andere woorden: wanneer de overheid geen goed gebruik maakt van de mogelijkheden die ict biedt, kan dat zijn weerslag hebben op de economische positie van Nederland."
Bestuurlijke mistbank
Eerder deed De Graaf al forse uitspraken over het optreden van de overheid, onder meer tijdens het Nationale ICT Evenement dat in mei in Mediaplaza werd gehouden. Daar noemde hij de opstelling van de overheid een bestuurlijke mistbank, omdat ze consequent te traag optreedt. Hij wijst op de discussie over de opzet van een basis bedrijvenregister, die al twaalf jaar aan de gang is. Ook de elektronische handtekening heeft volgens hem te lang heen en weer gependeld tussen de Eerste en Tweede Kamer.
Het is volgens De Graaf te hopen dat de discussie over ict en de administratieve lastenverlichting voor het bedrijfsleven niet zo lang gaat duren. De gedachte is dat ondernemingen in een soort van buitenbrievenbus éénmalig informatie klaar zetten. De verschillende overheidsdiensten kunnen daaruit vervolgens onder strenge vertrouwelijkheidsregels die gegevens ophalen die zij nodig hebben. "We moeten toch op de een of andere manier snel uit die discussie over een ‘overheidstransactiepoort’ kunnen komen? Er is al ervaring mee opgedaan in de transportsector en met de mestboekhouding", aldus De Graaf.
Telecomwet
Een ander punt van zorg voor de Nederlandse ondernemers is de nieuwe Telecomwet die de regering bij de Tweede Kamer heeft ingediend. Inmiddels hebben de ondernemingsorganisaties een brief naar de Tweede Kamer gestuurd, die in augustus over deze wet een hoorzitting zal houden. In die brief roept ondernemend Nederland, verenigd in de Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties (RCO), de overheid op snel helderheid te bieden over een aantal telecommunicatie-onderwerpen.
De stelling van De Graaf is dat de overheid niet alleen moet doen wat Brussel van haar eist, maar dat ze, direct na aannemen van de Wet die de Brusselse eisen verwoordt, verder moet gaan. "Je kunt het vestigingsplaatsvoordeel van ons land daarna in één keer opkrikken. Ik doel daarbij op een goede wetgeving rond de verdere ontwikkeling van breedband en internet. De manier waarop breedbandcapaciteit aan ondernemingen en consumenten beschikbaar komt is nog steeds niet duidelijk. Politieke uitspraken die aangeven hoe de overheid aan marktpartijen de benodigde ruimte geeft zijn nodig om de vraag naar breedbanddiensten te kunnen blijven honoreren."
Verdere ontwikkeling van breedband en internet eist een nieuwe, duidelijke wetgeving. Dat wetgevende proces loopt echter niet geheel naar wens van de werkgevers. Daardoor komt volgens De Graaf het investeringsklimaat onder druk te staan.
Ondanks alle kritiek, voorbehoud en bezwaren die De Graaf heeft wat betreft de overheid is en blijft hij een rasoptimist. Dat moet ook wel wanneer je al zestien jaar de ict-belangen van de Nederlandse werkgevers behartigt. Daarom kan hij (nog steeds) zeggen dat hij blij is dat bestuurlijke vernieuwing met inzet van ict in het regeerakkoord is terechtgekomen. "Ik hoop alleen op wat meer besluitvaardigheid."< BR>