De huidige aandacht voor mobiele apparaten heeft de beperkingen van de bestaande netwerken blootgelegd. In feite waren die al lange tijd overduidelijk, maar nieuwe eisen zouden sommige veranderingen ten goede kunnen keren.
Niet dat er niets gebeurt, maar wel te langzaam. Er bestaat enig mededogen met de leveranciers van communicatie-infrastructuur, omdat wereldwijde netwerken enorme investeringen vereisen. Mobiele telefoons, die voornamelijk door jongeren worden afgenomen, noopten tot enorme uitbreidingsplannen die nog niet zijn terugverdiend. Dientengevolge is er een hoop financiële ellende in de telecomsector. Dit zal de ontwikkeling van de volgende generatie netwerken negatief beïnvloeden, maar ze komen er wel. De vraag is wie deze netwerken zullen leveren en ervan gaan profiteren. Mogelijk zijn dat niet de traditionele leveranciers van communicatienetwerken; dat zou gegeven hun huidige schulden een ramp zijn!
Uiteraard zal er altijd een volgende generatie netwerk (vgn) zijn, maar momenteel zijn er duidelijk eisen op korte termijn. Het vgn zal een algemene, eenvoudiger en goedkopere manier van communiceren bieden door een variëteit aan apparaten, zoals pda’s, laptops, en mobiele telefoons. Ook de ‘local area’ netwerken zouden ervan profiteren.
Sinds de komst van digitale technologie in de telefonie spreekt men van convergentie van spraak en data. Traditionele data werden gemoduleerd om spraak te simuleren zodat het bestaande spraaknetwerk ook data kon overdragen; het modem is nog een belangrijke vereiste in de meeste huishoudens en laptops. Met name AT &T maakte zich zelfs sterk voor de ‘local-area’ netwerken, door het gebruik van een digitale telefonie-switch voor te stellen met 64 kbps switched circuits. Dit stierf een natuurlijke dood toen Ethernet voorzag in hogesnelheids packet-switching tegen een lage prijs.
Ethernet voorzag echter niet in een spraakdienst, het protocol was niet geschikt voor realtime toepassingen. IBM’s ’token ring’ netwerk was beter geschikt voor het mengen van spraak- en dataverkeer, maar niet goed genoeg om serieus zijn intrede te doen. En zo bleven spraak- en datanetwerken grotendeels gescheiden.
In de arena van wide-area netwerken namen de mobiele telefoons alle hulpmiddelen weg van de vaste-lijn communicatie, en daardoor werden modems met een xDSL-service te langzaam vervangen. De isdn-investeringen hebben ook niet veel opgeleverd, hoewel ze resulteerden in enkele bruikbare applicaties.
Maar internet is de grootste drijfveer geweest, met name in het vestigen van het ip-protocol als de facto standaard. Het huidige ip-protocol mist echter een gegarandeerde servicekwaliteits-feature en de ip-adressen raken op. Maar IP v6 heeft deze problemen opgelost, en daarmee komt het concept van spraak over ip (voip) beschikbaar. Dit is dus het tegenovergestelde van de oude spraaknetwerken. Een datanetwerktechnologie wordt gebruikt om zowel spraak als data te ondersteunen
Het vgn moet gebruikmaken van de convergentie van spraak en data, maar ook zo ontworpen zijn dat het kan omgaan met video, tv en andere multimedia-applicaties. Het volgende-generatie-netwerk moet ook geïntegreerd zijn met de mobiele netwerken, die zelf ook geschikt moeten zijn voor multimedia. Alle uitbreidende diensten voor mobiele apparaten, zowel de huidige telefonie/berichten- als de jonge video/internet/spelletjesdiensten moeten geïntegreerd worden. Aan deze complexe mix moeten draadloze lan’s worden toegevoegd, met name wifi-netwerken. Het verbazingwekkende aan telefonienetwerken was dat ze grotendeels werkten. De hierboven geschetste variëteit bij de volgende generatie netwerken in aanmerking genomen, denk ik dat het lang duurt voordat een soortgelijke status wordt bereikt. Desondanks is het goed om te zien dat er een begin wordt gemaakt.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.