SCO’s juridische strijd tegen IBM en indirect tegen vermeende Unix-technologie in Linux is niet puur uit eigenbelang, stelt ceo Darl McBride. "Dit gevecht is voor jullie allemaal", hield hij op SCO Forum 2003 te Las Vegas de verzamelde wederverkopers en implementators voor.
|
Marge en prijs
"Het voornaamste verschil tussen softwareproducenten en -distributeurs is de marge. Wanneer de standaardprijs nul is, doet de marge er niet meer toe", waarschuwt McBride de partners van zijn bedrijf. De aanwezigen op de jaarlijkse SCO Forum-bijeenkomst reageren voorzichtig enthousiast; geen staande ovatie, maar wel applaus. Dit zijn immers leveranciers van en dienstverleners voor aloude Unix-systemen, draaiend op Intel-processoren. Zij zien Linux en Windows hun markt bedreigen.
McBride trekt dan ook de vergelijking met andere grote conflicten over auteursrechten, waaronder de kruistocht van de verenigde Amerikaanse platenmaatschappijen (Riaa) tegen het kopiëren van muziekbestanden. Dergelijke aanklagers zijn niet populair in de publieke opinie, maar hebben wel de wet aan hun kant. SCO baseert zijn gelijk op zowel de auteursrechtwetgeving, Amerikaans én internationaal, als het contract met IBM, oorspronkelijk opgesteld door AT&T.
Advocaat Mark Heise van het door SCO in de arm genomen kantoor van David Boies gaf op de bijeenkomst in Amerika’s gokstad tekst en uitleg. Hij toonde delen van de licentie-overeenkomst die alle Unix-leveranciers, waaronder dus ook IBM, hebben getekend.
In de periodes dat AT&T het rechtenpakket – en daarmee de licentierelaties – overdeed aan Novell en deze dat weer verkocht aan SCO zijn de oorspronkelijke overeenkomsten op sommige punten gewijzigd. IBM en Sun bijvoorbeeld hebben de royaltyvergoedingen afgekocht. Volgens SCO houdt dit echter geen vrijbrief in voor afgeleide Unix-technologie. "Dat klinkt inderdaad raar. Mensen denken ‘ik heb dit en dat zelf ontwikkeld, dus het is van mij’, maar dat is dus niet zo. Kijk maar naar het licentiecontract", aldus de SCO-advocaat.< BR>