Een samenvoeging via een investeringsmaatschappij van Baan en SSA Global Technologies. Peoplesoft dat JD Edwards begeert, maar op zijn beurt doelwit is van niet op prijs gestelde overnamepogingen van Oracle. De erp-markt is flink in beweging. Dat is ook niet verwonderlijk, meent Pamela Lopker, president en oprichter van QAD. "Ik zie parallellen met de hardwaremarkt van enkele jaren geleden, waar uiteindelijk slechts vier mondiale spelers zijn overgebleven."
|
Wanneer Lopker naar de markt voor erp-toepassingen kijkt, ziet zij een opdeling in vier segmenten: ‘megasuites’, ‘roll-ups’, regionale spelers en aanbieders met een sterke concentratie.
Niet in dank
"Megasuites zijn systemen met veel diepgang en reikwijdte. Ze zijn ook complex en duur. Implementatie en onderhoud zijn kostbaar. Vaak zijn dit bovendien systemen die ieder hun eigen focus hebben. Kijk naar SAP, waar de nadruk op financiële zaken ligt, Peoplesoft, dat uit de hrm-hoek komt, en JD Edwards, dat zich voorheen vooral op handel en distributie richtte maar nu toch een beetje zweeft. Dan is er nog Oracle, waarvan de positionering me niet geheel duidelijk is."
Een interessante groep zijn de ‘roll-ups’. "Deze toepassingen – beter gezegd: deze leveranciers – zijn veelal eigendom van investeringsmaatschappijen. Hun doel is vaak het behalen van een interessant rendement op de gedane investeringen, en niet het optimaal ondersteunen van klanten. Dat levert soms opmerkelijke situaties op. Bedrijven als Mapics en SSA bijvoorbeeld beheren vaak meerdere toepassingen en applicaties naast elkaar. De gebruiker moet maar hopen dat die over twee jaar nog bestaan. De gedachte bij deze firma’s is dat de installed base zal meegaan in de interne consolidatie naar één of twee systemen. De praktijk leert dat dit nauwelijks gebeurt. Als de programmatuur niet langer wordt ondersteund, kijken klanten juist in de markt naar wat er nog meer is. De aanschaf van het systeem maakt immers vaak maar eenderde van de totale implementatiekosten uit. De leverancier jaagt zo’n klant dus op kosten en dat wordt hen in de regel niet in dank afgenomen."
Regionale spelers zijn aanbieders van veelal kleinere systemen. "Soms gaat het om een basisset aan functionaliteit met uitbreidingen per distributeur. Internationaal opererende bedrijven zijn hierdoor niet verzekerd van eenduidige ondersteuning over meerdere locaties, laat staan landen. Daarnaast is de bedrijfszekerheid van de leverancier, en daarmee dus ook het systeem, kleiner. Voorbeelden van aanbieders die in deze categorie vallen zijn Intentia, IFS en MBS."
Complex en duur
Lopker ziet haar eigen firma, een relatief kleine leverancier van bedrijfsapplicaties voor productiebedrijven, als een vertegenwoordiger van de vierde categorie: aanbieders met een duidelijk concentratiepunt. QAD heeft zich vanaf het begin gericht op fabricage. "We richten ons uitdrukkelijk niet op ziekenhuizen, universiteiten, overheden en dergelijke. Door deze focus bieden we oplossingen die afgestemd zijn op de praktijk van de klant, zonder dat we daarbij functionaliteit leveren die niet voor hen is bestemd, maar het systeem wel onnodig complex en duur kan maken."
Terwijl de softwaremarkt al geruime tijd te maken heeft met zwaar weer sloot QAD het eerste kwartaal van fiscaal 2004 af met een omzetgroei van 27 procent. De omzet kwam dit kwartaal, dat eindigde op 30 april 2003, uit op 56,3 miljoen dollar. De omzet uit licenties steeg met 45 procent tot 17,3 miljoen. De rest werd behaald met dienstverlening. De kwartaalwinst bedroeg 4,5 miljoen dollar, tegen 5,7 miljoen verlies over dezelfde periode een jaar eerder.
"De consolidatieslag, die al eerder was begonnen maar nu een nieuwe fase lijkt te zijn ingegaan, vertoont parallellen met de hardwaremarkt van enkele jaren geleden. Uiteindelijk zijn daar ook maar vier mondiale spelers overgebleven. Alle ‘ik ook’s’ zijn dan verdwenen: opgekocht of uit de markt geduwd door partijen die een sterke gerichtheid hadden en die ook behielden."
Geruchten en speculaties
Lopker denkt veilig te kunnen voorspellen dat, naast SAP, MBS en Intentia, ook QAD tot de overblijvers behoort. "Wellicht ook IFS, al lijkt dat met financiële problemen te kampen. Wat uiteindelijk het spel rond Oracle, Peoplesoft en JD Edwards gaat opleveren weet ik niet, maar ik vraag me af of daar op de wat langere termijn een levensvatbare combinatie uit voortkomt. Het risico bestaat dat ook hier iedere gerichtheid ontbreekt. Dan wordt het gewoon een firma met een ‘ik ook’-positionering, waarbij de klant maar moet afwachten of de functionaliteit waar hij op zit te wachten ook echt wordt ontwikkeld."
"Ook hier lijkt het meer om de wederzijdse installed base te gaan dan om technologische vooruitgang. Vooral Oracle is daar duidelijk in: uiteindelijk is het de bedoeling dat Peoplesoft-klanten overstappen op Oracle. Die hebben daar geen zin in, anders hadden ze direct voor Oracle gekozen. De praktijk laat zien dat een dergelijke strategie niet werkt. De combinatie Peoplesoft en JD Edwards heeft wat dat betreft meer synergie, hoewel ook hier de vraag is wat er uiteindelijk overblijft."
Doordat QAD veel klanten met SAP deelt, is de relatie met het Duitse softwarehuis regelmatig onderwerp van geruchten en speculaties. "Veel van onze klanten gebruiken SAP, vooral voor het financiële stuk. Dat is ook één van de sterke punten van dit concern: financiële consolidatie binnen een multinational. QAD wordt vaak gebruikt op fabrieksniveau. Ook in het Aiag-project, dat een communicatiestandaard voor de automotive-industrie moet opleveren, werken we nauw samen."
Complementair
"Ik zou niet afwijzend staan tegenover een overname, maar dat zeg ik vooral vanuit de wetenschap dat SAP eigenlijk nog nooit een bedrijf heeft overgenomen. Ik zou wel graag een partnerschap aangaan, maar ik weet niet hoe SAP daarover denkt. Overigens heeft zoiets, of het nu gaat om een overname of een samenwerking, alleen kans van slagen als je ieder je sterke punten en dus je eigen focus kunt behouden. Dan ben je complementair en kan je meerwaarde bieden aan klanten."
De samenwerking tussen SSA en Baan ziet Lopker als een echte ‘roll-up’-strategie waarbij het vooral om de klantenbestanden van beide firma’s gaat. "SSA heeft geloof ik twaalf verschillende producten. Daar komt er nu dus weer één bij: een megasuite. Het is onmogelijk al deze systemen te blijven doorontwikkelen. Er zal dus een interne consolidatieslag moeten volgen. Op dat moment zullen de klanten die hier mee te maken krijgen om zich heen gaan kijken. Ik geloof niet in zo’n strategie."
Toch wordt ook een bedrijf als QAD geconfronteerd met de gevolgen van dit soort ontwikkelingen. Die invloed moet echter niet worden overschat, meent Lopker. "Het heeft op onze strategie ten aanzien van productontwikkeling niet meer impact dan dat het ons bevestigt in ons standpunt dat we moeten vasthouden aan onze concentratie op fabricage. Daarmee kunnen we ons onderscheiden. De dagelijkse problemen van onze klanten vormen het startpunt voor onze productontwikkeling. Daarom hebben we onlangs bijvoorbeeld ‘lean manufacturing’- en ‘kanban’-functionaliteit uitgebracht. Daarmee kunnen we onze klanten helpen de omschakeling te maken van een push– naar een pull-markt, want daar draait het om in de producerende sector."< BR>