Ik denk dat de tijd voorbij is dat men legacy-applicaties beschouwde als de oude Cobol- of PL/1-programma’s die op oude mainframes draaien.
Twee technische vorderingen hebben de meeste bedrijfsapplicaties beïnvloed: grafische gebruikersinterfaces en algemene relationele databanken. Weinig bestaande systemen pasten in deze categorieën. De meeste bedrijven hadden tien verschillende databanken, en gebruikten vaak diverse databankproducten op verschillende platformen. Het merendeel interactieve applicaties waren gebaseerd op groene schermen, maar er zat veel batchprocessing in de applicaties ingebed.
Misschien was de relatief slechte status van werkstroombeheer echter het grootste probleem. Alleen mainframe-systemen hadden aanzienlijk geïnvesteerd in subsystemen voor taakcontrole en ‘scheduling’. Daardoor werd het des te moeilijker om al die separate systemen te integreren. Gelukkig biedt het merendeel van de huidige grote beheer-tools en gespecialiseerde producten als Cybermation werkstroombeheer voor diverse platformen.
Een algemene oplossing voor het probleem van meerdere databanken was zich te conformeren aan een compleet nieuw erp-pakket op basis van een algemene databank. SAP profiteerde het meest van deze revolutie. Het probleem van de grafische gebruikersinterfaces werd aangepakt door de introductie van client/server-applicaties, waarbij de pc client was. Helaas werd het verkeerde model, dat van de zware client, gebruikt met totaal ongeschikte server-technologie. SAP realiseerde zich dat het slanke-client-model de enige weg was, en dat droeg in belangrijke mate bij aan het succes van het bedrijf. Door de client slank en daarmee niet veeleisend te houden, konden ze enig succes boeken met het oude ‘single-tasking’ Windows 3.1, dat niet in staat was om op betrouwbare wijze een werkbelasting van een zware client te ondersteunen. Ook konden ze dezelfde clients gebruiken met verschillende server-platformen, en dus de groei van Unix en Oracle exploiteren. Zij zijn evenzeer in staat om mainframes, DB/2, enzovoort, te ondersteunen. Het enorme commerciële succes van SAP toont aan dat het geen windeieren legt om de juiste architectuur al in het begin te realiseren.
Er zijn echter veel goede legacy-systemen die geïntegreerd kunnen worden, in plaats van ze eruit te gooien en opnieuw te beginnen. De waardevolste applicaties in dit opzicht zijn de solide, enigszins saaie batchprogramma’s. Ze zijn betrekkelijk eenvoudig te integreren en beter te beheren met de moderne, eerder genoemde beheer-tools voor werkbelasting. De oude interactieve applicaties met ‘groene schermen’ waren echter in sommige gevallen waardevol. Er was veel analysewerk nodig om te bepalen of applicaties verbeterd konden worden door integratie en het toevoegen van gui’s, of dat het economischer was om te kiezen voor de erp-oplossing. Een eenvoudig antwoord is er niet; het is afhankelijk van de omstandigheden.
In het beginstadium beging IBM echter een kapitale blunder. In plaats van de pc-wereld te omarmen, probeerde het die te beheersen. 3270-terminalemulatoren en coaxkabels, ’token ring network’ in plaats van ethernet, en als allerergste sna (systems network architecture, ideaal voor mainframe naar mainframe, maar niet voor veel pc’s naar host) in plaats van tcp/ip. Verder probeerde Big Blue gedistribueerde software te implementeren, terwijl het een volledige versie van cics (customer information control system) voor elke client-pc maakte. Uiteindelijk zag het het licht en verving het dit door een ideale slanke cics-client, door tcp/ip, enzovoort, maar het was te laat. Niet alle, maar veel legacy-applicaties hadden zo makkelijk aangepast kunnen zijn aan gui-clients, als er vanaf het allereerste begin was uitgegaan van het slanke cics.
De komst van elektronische handel zette hetzelfde proces weer in beweging. Deze keer was men zich meer bewust van de problematiek, en werden eai-tools de nieuwe manier om slanke clients te ondersteunen met oude applicatiesoftware.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.