In Nederland voelt Borland niet de druk van open souce ontwikkeltools als Eclipse. Marketing manager Wim Hoek nuanceert zo de uitspraken van topman Dale Fuller. Die waarschuwde voor de gratis concurrenten.
Fuller zei in zijn toelichting op de financiële resultaten dat het bedrijf uitgedaagd wordt door gratis ontwikkelomgevingen, waaronder Eclipse. Hoe deze gereedschappen precies zijn bedrijf benadelen, maakte hij niet duidelijk. De ontwikkelomgeving komt volgens hem bij bedrijven binnen via IBM’s Websphere Studio; een directe concurrent van Borland’s Java-ontwikkelgereedschap Jbuilder.
Eclipse is van oorsprong IBM’s ontwikkelgereedschap voor Java en C++. Big Blue maakte met deze ontwikkelomgeving alle andere intern gebruikte gereedschappen overbodig, wat het delen van code en kennis vergemakkelijkt. Het bedrijf maakte in 2001 de code publiekelijk beschikbaar.
Wim Hoek, bij Borland in Amstelveen verantwoordelijk voor marketing in Europa, Afrika en het Midden Oosten, denkt dat Borland vooral op de Noord-Amerikaanse markt de invloed merkt van onder meer Eclipse. In Nederland is de concurrentie van dit gratis gereedschap minder voelbaar, aldus Hoek. "Ik hoor hier vanuit onze verkooporganisatie niet veel over. Dat wil niet zeggen dat het niet gebeurt, maar het neemt geen hoge vlucht." Borland probeert niet uitsluitend te concurreren met IBM of Microsoft, zegt hij. "We richten ons op de volledige applicatie-levenscyclus. Al kiest een klant voor een andere ontwikkelomgeving, dan sluiten onze andere producten daar op aan. We bieden meer dan alleen een ontwikkelomgeving."
Het Californische Borland sloot vorige week het tweede kwartaal af met een verlies van vijf miljoen dollar. Hetzelfde kwartaal een jaar eerder maakte het nog 4,7 miljoen dollar winst. De omzet bedroeg 76,3 miljoen dollar, een stijging van 28 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Het bedrijf voerde het afgelopen kwartaal aanzienlijke kosten op voor reorganisaties, afschrijvingen en aankopen. Het kocht vorig jaar softwarebedrijven Togethersoft en Starbase.