Onlangs bestelde ik wat artikelen in een meubelzaak. Bij de klantenservicebalie verzocht men mij beleefd om geduld te hebben, omdat er net een nieuw systeem in gebruik was.
Een trainer, vermoedelijk van de softwareontwikkelaar, instrueerde het winkelpersoneel, en dat was nodig ook. Ik keek naar het scherm en dacht: dat gaat nooit werken; het zag er te complex uit. De trainer kon ermee omgaan, het personeel niet. Ik ben niet meer teruggeweest in deze zaak, maar uit ervaring weet ik dat het personeel slechts een klein deel van al die functionaliteit onder de knie zal hebben gekregen.
De moraal van dit verhaal: het merendeel van de verwerkingsapparatuur is tegenwoordig te ingewikkeld. Neem bijvoorbeeld mijn eigen verfoeide Word. Ik kan er 10 procent van gebruiken, en dat is alles wat ik nodig heb. Veel beter zou een product zijn dat basisfuncties biedt en gebruikers toestaat een aantal relevante mogelijkheden uit een pool van functies toe te voegen, zonder het basisproduct complexer te maken. Niemand wil al die extra’s; de meeste mensen hebben daarentegen licht variërende eisen, vandaar de wens om het systeem op maat te kunnen aanpassen.
Pc’s zijn een goed voorbeeld van apparatuur waarvan de software te complex en daardoor in toenemende mate ongeschikt is geworden. Het blijkt onmogelijk om terug te keren naar vroegere en betere versies van applicaties. De softwareleveranciers moeten steeds nieuwe versies met ‘verbeterde’ eigenschappen uitbrengen die – heel irritant – in beperkte mate incompatibel zijn met bestaande versies; slechts de nieuwste versies zijn beschikbaar voor de nieuwe hardware. Deze aanpak leidt onherroepelijk tot een markt voor een nieuwe generatie (eenvoudigere) producten. Daarom zal Open Office groeien ten koste van Microsoft Office.
Niet alleen speciale applicaties voor de pc zijn te ingewikkeld. Het eerder genoemde voorbeeld betreft een slecht ontworpen bedrijfsapplicatie die toevallig een pc-client gebruikt. Als gevolg van de dominantie van technische expertise bij de ontwikkeling van client/server-applicaties kreeg de ‘front-end’ meer aandacht dan de bedrijfslogica (de serverkant). Dit heeft helaas geleid tot een verlies van realistische bedrijfsfuncties ten faveure van de flitsendste grafische gebruiksinterfaces.
Een te grote complexiteit is niet uniek voor computers. Veel huishoudens hebben vcr- en dvd-spelers bij hun tv, met als resultaat totale verwarring over welke afstandsbediening wat doet. De oplossing is een geïntegreerde huisbioscoop met één bediening, maar die werkt ook niet omdat de ‘standaard’ voor het verbinden van componenten van verschillende leveranciers even consistent is als de it-standaarden. De gebruikelijke oplossing is om het je kinderen te vragen. De jeugd van tegenwoordig is opgevoed met gadgets; ze kunnen er beter mee omgaan. Maar dat wil niet zeggen dat dit de juiste oplossing is. Er zouden meer logisch ontworpen apparaten moeten zijn; we lopen het gevaar een generatie van niet logische denkende, visueel beschadigde mensen te produceren. Mobiele apparaten verergeren de situatie alleen maar, omdat jong en oud hun tijd en geld besteden aan het downloaden van spelletjes. Toch wordt nog steeds niets gedaan om de alledaagse elektronische apparaatjes gebruiksvriendelijker te maken. Ik weet dat ik als een oude brombeer overkom. Maar ik heb nog steeds te doen met receptionisten en doktersassistenten die lijden onder het feit dat een muis niet geschikt is, omdat de huidige programmeurs niet weten hoe ze gebruiksvriendelijke interfaces moeten ontwerpen.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.