De IT Beroepsgroepen (ITB) en de Vereniging voor Register Informatici (VRI) hebben onenigheid over de manier van certificering van informatici. "VRI-bestuurder Arjan van Dijk spreekt op een aantal punten voor zijn beurt", vindt Steven van ’t Veld, voorzitter van het Genootschap voor Informatie Architecten (GIA).
Van Dijk legde eerder in Computable (2 mei 2003) uit dat de VRI zijn register van het lidmaatschap wilde loskoppelen en daarmee de weg vrijmaakte voor certificering. Daarnaast wil het VRI toezien op onder meer permanente educatie. "Het VRI is een zodanig algemene club dat zij nooit voor de tien Nederlandse beroepsgroepen kunnen bepalen wie welke opleiding moet volgen. Dat is beter vanuit de beroepsgroepen zelf te regelen", aldus Van ’t Veld.
Daarnaast is het onduidelijk wat het begrip certificering omvat. "Wij hebben met de ITB een document opgesteld waarin wij het begrip certificering uitleggen. De VRI doet niet zozeer aan certificering, als wel aan het inschrijven van mensen in hun register. Mensen kunnen bij hen een gedragscode onderschrijven."
Gedragscoderegister
En het lijkt juist om die gedragscode te draaien. Waar de VRI en de NGI (Nederlands Genootschap voor Informatica) zichzelf graag zien als overkoepelende organisaties, willen de beroepsgroepen hun eigen zelfstandigheid houden. Van ’t Veld: "We willen wel samenwerken, maar ieder met zijn eigen taak. Permanente educatie moet bij de beroepsgroepen blijven. Iedere beroepsvereniging heeft zijn eigen register, maar niet iedere beroepsgroep heeft ook een gedragscoderegister. Het zou handig zijn als we dat aan het VRI zouden kunnen uitbesteden."
"Als je mensen certificeert heb je te maken met een driedeling: Kennen, Kunnen en Zijn. ‘Kennen en kunnen’ is wat je leert en ervaart en het ‘zijn’ is zoals je je gedraagt. Dat laatste vind je terug in het register dat het VRI beheert. Het ‘kennen en kunnen’-stuk zit bij de beroepsgroepen." Een samenwerking is volgens Van ’t Veld wenselijk. "Zeker, maar we zitten niet te wachten op een overkoepelend orgaan dat controles uitvoert."
Recessie in een recessie
Volgens de GIA-voorzitter heeft de automatiseringsbranche momenteel te maken met een recessie in een recessie, waardoor de vraag naar certificering groter wordt. "Als de algehele economie geen recessie had gekend, had de it er toch één. Na de millennium- en europroblematiek in 2000 konden we de problemen die we veroorzaakt hebben niet meer verdoezelen. Het komt nu aan op kwaliteit, en die moet je kunnen garanderen. Dat doe je onder meer met opleidingen en certificeringen."
Iedere drie jaar moet een informaticus opnieuw gecertificeerd worden, waarbij hij moet bewijzen zich ontwikkeld te hebben in zijn vakgebied. Een certificeringorganisatie, zoals bijvoorbeeld de Stichting Certificering van Informatie Architecten, waar Van ’t Veld bestuurder van is, houdt de beroepsregels bij en toetst of iemand voldoet aan de regels.
"Ik denk dat wat de VRI graag wil, namelijk een overkoepelende organisatie worden en zorgdragen voor meer dan alleen het gedragscoderegister, niet mogelijk is, omdat deze niet de kennis in huis heeft om per beroepsgroep datgene te bieden wat hij pretendeert. Als dat het geval zou zijn, zou de VRI de beroepsgroepen eisen kunnen opleggen en ze daarmee eigenlijk vleugellam maken. De doelstelling is om certificering goed te regelen in Nederland, en dat doe je niet door er nog meer bureaucratie overheen te leggen", aldus Van ’t Veld.< BR>