Net als de woordvoerders van de drie regeringspartijen die de afgelopen weken hun visie op ict ontvouwden in Computable ziet Martijn van Dam als ict-woordvoerder van de Partij van de Arbeid een dringende noodzaak om snel vooruitgang te boeken. De PvdA wil daarom onder meer een schaduw-innovatieplatform vormen om met alternatieve of aanvullende ideeën te komen. Ook het tempo waarin de overheid zelf met efficiëntieverbeteringen komt kan volgens hem omhoog.
|
Zelf is hij voorstander van een actievere rol van de overheid. "Het is met het platform wel óf het een óf het ander. Of je blijft als overheid overal vanaf, of je gaat er actief mee om. Het Innovatieplatform moet dus daadwerkelijk beleid opstellen, in samenwerking met instellingen en het bedrijfsleven." Van Dam pleit hierbij voor een brede definitie van het begrip innovatie. "Nu lijkt het of innovatie alleen gaat om producten. Innovatie kan echter ook gelden voor dienstverlening, en de manier waarop je processen inzet, en organisaties inricht."
Over de vraag of minister-president Balkenende de juiste persoon is om zo’n supradepartementale raad te leiden is Van Dam voorzichtig. "Uit hoofde van zijn functie is hij dat wel, maar ik heb niet het gevoel dat hij de man is met het grootste economisch inzicht. Degene die het platform voorzit moet leiderschap tonen en de partijen bij elkaar brengen. Het is afwachten of hij dat goed invult."
Volgen
De PvdA is van plan de raad actief en kritisch te volgen, en ook zelf met ideeën te komen. Daarom wil de partij intern iets dergelijks opzetten, om als een soort schaduw-innovatieplatform te fungeren. Van Dam: "We willen mensen bij elkaar brengen om na te denken over de kenniseconomie. Dat is volgens mij ook een van de taken van een oppositiepartij, en niet alleen maar alles aanpakken wat het kabinet verkeerd doet. Je kunt er in de vorming van het beleid een schepje bovenop doen. We willen een creatief platform; misschien komen we wel met goede aanvullende ideeën."
Het kabinet is in ieder geval volop met het concept bezig. Nu al zijn er twee ministers die claimen minister van kenniseconomie te zijn, Van der Hoeven van Onderwijs en Brinkhorst van Economische Zaken. Ook woedt naar verluidt achter de schermen al de strijd over de plaats waar het secretariaat van het platform gevestigd gaat worden.
Een van de zaken die de overheid snel moet aanpakken is de basis van de kenniseconomie, in de vorm van onderwijs en wetenschap. Van Dam: "Het is onontkoombaar dat de overheid gaat sturen op wetenschapsbeleid. Op die manier wordt invulling gegeven aan de doelstellingen van Lissabon. We zouden bijvoorbeeld kunnen kijken naar Finland: daar krijg je meer subsidie als je samenwerkt met universiteiten. In Nederland moeten we nu echt grote stappen gaan zetten" Met dergelijke maatregelen hoopt hij dat de overheid de relatief achterblijvende investeringen van het bedrijfsleven in R&D kan stimuleren.
Wat betreft de tanende belangstelling voor technische opleidingen is hij niet optimistisch over de korte termijn. "De instroom bij technische opleidingen zal niet van vandaag op morgen groter worden. Zelfs niet voor 2010, wat een soort D-Day is, omdat die datum is vastgelegd in de Lissabon-akkoorden. Interesse in de bètarichting en techniek moet je van jongs af aan opbouwen. Het heeft onder andere met waardering te maken. Cognitieve vaardigheden worden erg gewaardeerd, maar motorische vaardigheden appreciëren we nauwelijks. Dat begint al op jonge leeftijd en speelt door tot op de middelbare school. Wil je kiezen voor bèta, dan moet die keuze vroeg gemaakt worden. Om technologie populairder te maken hebben we een lange weg te gaan. Nu gaat het de verkeerde kant op."
Vraagtekens
Van Dam juicht het toe dat op het vlak van e-government inspiratie is gevonden bij het Belgische voorbeeld, maar plaatst vraagtekens over de termijn waarop in Nederland resultaten geboekt moeten worden. "Er zijn wel plannen voor een overheidsloket zoals in België, maar dat zou er pas in 2007 moeten komen. Ik denk erover om er in de Kamer voor te pleiten dat de overheid al per 1 januari 2005 een verbod opgelegd krijgt om meer dan één keer dezelfde gegevens te vragen."
"Ik verbaas me wel over de culturele weestand tegen veranderingen. Er is niet één overheid, maar allemaal verschillende ministeries. Een overkoepelend loket is niet zo moeilijk, maar er moet ook iets achter zitten. Ook het privacyvraagstuk is een hindernis, daar zijn we gevoelig voor – soms te gevoelig. In België lossen ze dat binnen het systeem op. Het blijft onbegrijpelijk dat je voor huursubsidie een formulier moet invullen met gegevens die allemaal bekend zijn. Op dit soort manieren kun je de komende vier jaar naar besparingen zoeken door efficiënter te werken." < BR CLEAR=LEFT>