"Ict is geen wondermiddel, maar ook geen zeepbel." De conclusie van het Centraal Planbureau, de beleidsmatige ‘richtingaanwijzer’ van de overheid, lijkt helder. Inderdaad, de Nederlandse ict-sector heeft de afgelopen jaren flinke tikken opgelopen. Maar om daarom meteen helemaal in de put te gaan zitten? Nee, want dankzij vooral het herstel van de ict-industrie zijn volgend jaar weer groeicijfers van meer dan 4 procent mogelijk.
|
Katalysator
Het relatief conservatief opererende Centraal Planbureau (CPB) volgt deze trend. Dit jaar hoeft de ict-sector niet te rekenen op herstel van de omzetten, concludeert het CPB in zijn jongste raming van de branche (Centraal Economisch Plan-op-maat ICT 2002-2004). Voor 2004 is een volumegroei van ruim 4 procent te verwachten. Daarmee is de ict wat betreft groeiverwachting weer kampioen vergeleken met de rest van het bedrijfsleven. De belangrijkste katalysator voor het verwachte herstel is de ict-industrie, de bedrijfstak die in het omslagjaar 2000 de hardste klappen opliep.
Het CPB kijkt in zijn rapport zowel vooruit als achterom en komt daarbij vaak tot inmiddels overbekende conclusies. Bijvoorbeeld dat het jaar 2002 voor computerservicebedrijven als Getronics en Pinkroccade een rampjaar is geweest en dat deze markt langzaam maar zeker een gedaanteverwisseling ondergaat van een verkopers- naar een kopersmarkt met lagere structurele groeicijfers. "De mogelijkheden van bestaande hard- en software zijn zodanig dat ze de eerste jaren voor de meeste standaardtoepassingen toereikend zijn. Veel kopers hoeven niet meer zo nodig het nieuwste van het nieuwste te hebben. Dit betekent dat de vervangingscyclus misschien ook structureel langer wordt."
Brekebeentje
Het rapport bevat ook opmerkelijker bevindingen. Bijvoorbeeld over de telecombranche, waarbinnen de groei in 2002 spectaculair afnam; de branche bovendien die stelselmatig werd afgeschilderd als hét brekebeentje van de ict-sector met bovenmatige saneringen en onvervulde beloftes, waaronder umts. "Nee", concludeert het CPB. "De ict-malaise in deze sector was het minst voelbaar. Er was nog steeds sprake van groei, die zelfs duidelijk boven het gemiddelde van de marktsector lag. (…) de telecomsector is de afgelopen paar jaar als enige ict-bedrijfstak verschoond gebleven van dalende volume-omzetten."
De hoofdverantwoordelijke voor deze aanhoudende groei is mobiele communicatie, ondanks verzadigingsverschijnselen wat betreft het aantal aansluitingen. Er is volgens het CPB sprake van een hoger gebruik per aansluiting. Ook de sterke toename van het sms-verkeer heeft zijn steentje bijgedragen. Voor de toekomst maakt het Planbureau zich over de telecomsector eveneens weinig zorgen, dankzij geavanceerde data- en internetdiensten, en ondanks de nog steeds twijfelachtige umts-belofte.
Nog zo’n aardige, opbeurende conclusie uit het CPB-rapport betreft de werkgelegenheid, ook al is de situatie op de ict-arbeidsmarkt de afgelopen jaren behoorlijk verslechterd. De werkgelegenheid ligt naar verwachting in 2004 zo’n twintigduizend arbeidsjaren lager dan op het hoogtepunt in 2001, luidt de voorspelling. Betekent dit dat de arbeidsmarkt van de sector instort? "Nee", luidt de conclusie van het Planbureau, want er moet een verschil worden gemaakt tussen de op dit moment tegenvallende conjunctuur en de structurele ontwikkelingen. Vooral door het eerste raakten veel mensen in de ict-industrie en bij computerservicebedrijven hun baan kwijt. Daarnaast drukken reorganisaties, zoals bij KPN, de werkgelegenheid in de branche. "Maar structureel mag worden verwacht dat de werkgelegenheid in de ict-sector de komende tijd weer zal aantrekken. Dit geldt zeker voor de computerservicebedrijven, waar een verhoging van de omzet in grote mate gepaard gaat met de inzet van meer mensen."
‘Echt verouderd’
De echte aanjager van het herstel van de Nederlandse ict-sector in 2004 moet de ict-industrie worden, de bedrijfstak die in 2002 de reële omzetten met maar liefst 10 procent zag kelderen. Bedrijven als Philips, Océ en Asml werden stuk voor stuk slachtoffer van de internationaal snel afkalvende vraag naar hardware, waaronder vooral die naar computers. Daarnaast verdween een deel van de ict-productie uit Nederland naar lagelonenlanden in Oost-Europa en het Verre Oosten.
Waarop baseert het CPB zijn tekenen van herstel, oplopend naar een volumegroei van rond de 4,5 procent in 2004? In grote lijnen op twee argumenten: "de aantrekkende vraag naar halfgeleiders, te danken aan de opkomst van de nieuwe grote groeimarkten in Oost-Europa, Azië en dan met name China" en "de oplopende vervangingsvraag naar computers op de Europese markt". Voor Europa geldt: "de omvangrijke generatie computers die vlak voor het millennium is aangeschaft, begint immers nu echt verouderd te raken. Ondernemers en consumenten hebben de afgelopen tijd een neiging tot uitstel van vervangingsinvesteringen gehad. Dit omdat innovaties sinds 2000 marginaler van aard waren dan in de perioden daarvoor en door de zwakkere conjunctuur. Deze conjuncturele terughoudendheid zal in 2004 vervagen."
Het is verleidelijk de merendeels optimistische toon van het CPB wat betreft de groeiverwachtingen van de ict-sector voor 2004 over te nemen. Inmiddels weten we echter hoe boterzacht voorspellingen kunnen zijn. Hoe snel gaan de beloofde grote groeimarkten, waaronder China, echt open, nu ineens nieuwe risico’s als sars de kop opsteken? In hoeverre weten Nederlandse ict-bedrijven volop mee te profiteren van de verwachte Europese vervangingsvraag naar hardware? Het CPB heeft zich er in het rapport al tegen ingedekt: "De cijfers in deze publicaties pretenderen niet met zekerheid te zeggen wat de toekomst brengt."