Als er bij een door Senter gesubsidieerde project een deel wordt uitbesteed, gebeurt dat vaak binnen Nederland. Daarnaast zijn Duitsland en Engeland favoriet. "Ik heb nog geen enkel project gezien waarbij een bedrijf bepaalde onderdelen uitbesteedde naar Oost-Europa."
Zesde kaderprogramma Taake Manning, projectleider bij Senter: "Wat technologische ontwikkeling betreft is ook het zesde kaderprogramma van de Europese Commissie belangrijk. Dat is een programma van de EC om de technologische innovatie binnen Europa te stimuleren. Het verschil met de regelingen van Senter is dat het verder van de markt staat en dat de projecten meer gestuurd worden. Daarnaast is het kaderprogramma toegankelijk voor de hele Europese Unie. Ieder land heeft een nationaal informatiepunt dat voorlichting en advies geeft over het programma. Het Nederlandse informatiepunt is gevestigd bij Senter." |
Technologische samenwerking
Senter is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van subsidie-, krediet- en fiscale regelingen en programma’s op het gebied van technologie, energie, milieu, export en internationale samenwerking.
Voor uitbesteding van informatietechnologie zijn er weinig regelingen waarvan een bedrijf gebruik kan maken. Manning: "We kennen vooral vormen van samenwerking. In dat kader kan uitbesteding wel meegenomen worden onder bepaalde voorwaarden. De regeling ‘Technologische Samenwerking’ bijvoorbeeld veronderstelt dat er minstens één partner in het buitenland zit die voor eigen risico meedoet in het project. Als dat het geval is, kan je delen van zo’n project ook uitbesteden aan derden."
Generieke regelingen
Projecten die volledig uit onderzoek bestaan, komen in aanmerking voor 50 procent subsidie over de Nederlandse projectkosten, met een maximum van 1,5 miljoen euro. Projecten die naast onderzoek ook ontwikkelactiviteiten bevatten, komen in aanmerking voor 25 procent subsidie. De meeste regelingen zijn vanuit het beleid zo generiek mogelijk gemaakt. "Dit betekent dat het niet alleen om it gaat. We hebben weinig regelingen die speciaal gericht zijn op bijvoorbeeld softwareontwikkeling. Daarnaast wordt de subsidiëring van uitbesteding niet direct gezien als een taak van de overheid", aldus Manning.
Er zijn een aantal eisen waaraan een bedrijf moet voldoen, wil het in aanmerking komen voor een subsidie van Senter. Manning: "Het bedrijf moet in Nederland gevestigd zijn. Voor de Technologische Samenwerking moeten bedrijven samenwerken op gelijkwaardige basis. Er moet sprake zijn van technologische innovatie en het project moet marktgericht zijn; de investeringen moeten terugverdiend worden." In totaal kent Senter zo’n 85 verschillende regelingen. Voor de regeling Technologische Samenwerking krijgt het negentig tot honderd subsidieaanvragen per jaar. "Daarvan zijn vijftien projecten gericht op opkomende markten. De rest is projecten binnen het kader van Eureka, dat is geografisch Europa, Israël en Turkije. Dat zijn er zo’n zeventig, waarvan eenderde it-gerelateerd is. Als ik het alleen over softwareprojecten zou hebben, kom ik uit op ongeveer zeven projecten per jaar. Dat zijn dan wel vaak grote internationale projecten die tientallen miljoenen kosten."
"Het uiteindelijke doel van de subsidiëring van projecten is het stimuleren van innovatie binnen Nederland. Daarnaast speelt de internationale samenwerking een grote rol; Nederland is te klein om alles zelf in huis te hebben, dus moet je het ergens anders vandaan zien te halen", aldus Manning.< BR>