Als ik de grote zaal van het conferentiecentrum Papendal binnenloop voor de ‘Conference to the Max’, zie ik alleen maar mannen zitten. Mannen in pak, mannen in gekleurde T-shirts en ook mannen die overduidelijk vanmorgen zelf hun kleding hebben uitgezocht.
De ‘heetste’ accessoire op de conferentie, begin vorige week, is ongetwijfeld de laptop. Overal waar je kijkt, zie je wel een kruin boven een beeldscherm uitsteken en vlugge vingers over de toetsen ratelen. Ik zie zelfs een man die rondloopt met zijn eigen toetsenbord onder de flap van zijn rugzak geklemd. Zou hij denken dat hij alleen met dát toetsenbord zijn fantastische applicaties kan bouwen? Bijna 350 mannen in één zaal en allemaal bijeen voor maar één ding: twee dagen lang ouwehoeren over softwarecode. De aanwezige vrouwen zijn op één hand te tellen, wat niet wegneemt dat er een aantal dames duidelijk voor meer telt. De eerste sessie die ik volg is die van Astrid Hackenberg, ‘Getting started with VB.Net’. Uit de manier waarop twintig mensen in de zaal ademloos naar haar luisteren en vragen stellen, maak ik op dat zij in haar eentje waarschijnlijk meer weet dan de hele zaal bij elkaar. De tweede sessie die ik volg is ‘An introduction to C#, why Delphi programmers have a head start’ van Jeroen ‘Weird’ Pluimers (hij is apetrots op zijn tweede naam, wordt me verteld). Weird heeft er zin in en propt welgeteld 95 Powerpoint-dia’s in vijf kwartier bij ons naar binnen. Er is blijkbaar een flink aantal Delphi-programmeurs dat graag wil weten waarom zij dan zo’n voorsprong hebben als ze op C# overgaan, want de zaal zit propvol. De 95 dia’s blijken toch een beetje veel van het goede, want de man naast me trekt zijn pda uit zijn zak en begint aan een spelletje schaak tegen de computer.
Lancering C#Builder
Net na de lunch volgt er een ‘keynote’ van Blake Stone, een van de ‘chief architects’ bij Borland. Hij geeft, met beduidend minder dia’s dan meneer Pluimers, de visie van Borland op software-ontwikkeling. Ik merk aan de mensen om me heen dat ze het verhaal van de langharige, blonde Blake wel aardig vinden, maar dat ze liever zien waarvoor hij hierheen is gehaald: de lancering van Borlands C#Builder. Maar daar zullen ze toch tot in de middag nog even op moeten wachten. Zodra een aantal mensen dat doorheeft, verslapt hun aandacht en vertrekken ze richting het internetcafé dat organisator Sdgn heeft laten inrichten in een hoek van de zaal, om nog maar weer even zo’n fijn toetsenbord onder hun vingers te hebben.
Wat brengt 350 mannen (en enkele vrouwen) ertoe om zichzelf twee dagen lang volledig te verliezen in code, kennissessies en collega-‘geeks’? Beroepsgeilheid? Dé uitgelezen mogelijkheid om te kunnen pochen met een stuk code dat je hebt geschreven? Handige tips en trucs uitwisselen? Ik weet het niet. Feit blijft wel dat er een gezelligheid en saamhorigheid van de conferentie uitging die ik niet had verwacht. En die ‘geeks’ blijken ook helemaal niet zo ‘geeky’ te zijn, maar heel normale gezellige softwarebouwers. < BR>