Misschien klopt er wel helemaal niets van de aantijging, en bevat de ‘open source’ Unix-variant Linux geen code die is gestolen van Unix-leverancier SCO. Eric Raymond, een van de bekendste bepleiters van ‘open source’ software, onderbouwt op de website van zijn organisatie OSI grondig waarom de aanklacht van SCO tegen eerst IBM en sinds vorige week tegen 1500 bedrijven die Linux inzetten, geen doel treft.Maar, zoals ook hij zich realiseert, het ‘open source’-huis staat nu behoorlijk in de fik.
Op 7 maart stelde SCO concurrent IBM aansprakelijk voor 1 miljard dollar schade, die het bedrijf zou hebben aangericht aan besturingsysteem Unix. SCO is daarvan intellectueel eigenaar en IBM zou opzettelijk een deel van de Unix-code in Linux hebben overgezet, om zo de mogelijkheden van dat besturingssysteem te vergroten, ten koste van Unix. Op 12 maart klaagde het bedrijf vervolgens de commerciële gebruikers van Linux aan. "We zullen onze rechten verdedigen, net zoals de muziekindustrie dat doet."
Bewijzen voor haar aanklacht heeft SCO nog niet geleverd. Maar hoe deze twist uitpakt, is eigenlijk niet van belang. SCO spreekt met de claim een vloek uit over Linux. Want wát blijft als indruk over? ‘Gebruik je Linux, dan hangt je mogelijk een claim boven het hoofd. Komt die niet van SCO (omdat het failliet is, of omdat IBM het opkocht), dan wel van een andere partij die stelt dat een deel van de code onrechtmatig verkregen is.’
Dat veroorzaakt angst bij potentiële gebruikers. En angst is een van de beste middelen tegen het commerciële gebruik van ‘open source’ software. Welke bank of gemeente haalt het nu nog in zijn hoofd om financiële toepassingen die thans draaien op Unix of Windows-besturingssystemen, over te zetten op Linux? In de jacht op een lucratieve winstuitkering voor de eigen aandeelhouders dreigt SCO derhalve ‘open source’ software de nek om te draaien. De lachende derde heet Microsoft. Tel uit je winst.< BR>