In het kader van regelgeving op productaansprakelijkheid stelt de Europese Unie vanaf 2005 ’tracking & tracing’ binnen een keten verplicht. Daarvoor moet nog veel gebeuren. Er worden nu wel gegevens vastgelegd voor de traceerbaarheid van producten, maar de afzonderlijke schakels van een keten communiceren nog niet geautomatiseerd met elkaar.
Op dit moment zijn voornamelijk deeloplossingen beschikbaar voor afzonderlijke schakels. Verschillende automatiseringsbedrijven werken nu aan maatwerkoplossingen voor de hele keten.
Eduard Mulder, marketing manager bij agro-automatiseerder Vertis: "We zijn bezig om een ketensysteem te bouwen. Dat doen we op basis van open standaarden, zodat bedrijven niet gedwongen worden zich tot één leverancier te beperken." Het is de bedoeling dat er een informatieplatform komt waarin alle schakels in de keten samenwerken. "Dan is het van belang dat er een situatie wordt gecreëerd waarin het voor zowel de boer als bijvoorbeeld de ketenafnemer of de overheid zinvol is gegevens uit te wisselen", zegt Mulder.
Verantwoording van de bedrijfsvoering afleggen aan ketenafnemers en overheden leidt tot een steeds hogere administratieve lastendruk voor de boer. Vaak gaat het dan vooral om irritatie doordat hij dezelfde informatie meerdere keren moet invullen en door fouten tijdens de gegevensverwerking. Mulder: "Vertis wil dat digitale bestanden in een centraal, via internet benaderbaar, datapakhuis komen. Het gaat dan om bestanden die de overheid jaarlijks van de boeren krijgt vanwege wet- en regelgeving. Hergebruik van deze informatie scheelt extra invoerwerk.
De boer kan vervolgens alle bijeen gebrachte informatie gebruiken in administratieve en kennisintensieve applicaties die in de toekomst als een laag boven op het datapakhuis worden geplaatst."
Kip-of-ei-kwestie
‘Tracking & tracing’ (t&t) geeft inzicht in waar de goederen zich op een bepaald moment bevinden. Het systeem creëert een set historische data door middel van vastgelegde identificatie. Dat maakt het mogelijk om grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten te traceren. Op dit moment wordt er door de hele keten heen wel geregistreerd, maar vindt er tussen de schakels te weinig geautomatiseerde integratie plaats voor t&t. Corné van Aaken, directeur van Van Aaken Automatisering, zegt daarover: "Het probleem met ict en traceerbaarheid is dat men er nog te weinig in slaagt om de toegevoegde waarde te vermarkten. Technologisch gezien is er geen probleem, maar het is moeilijk om onderling vertrouwen te krijgen over bijvoorbeeld het regisseurschap binnen de keten. Zodra de meerwaarde aan de kant van de detailhandel duidelijker zichtbaar wordt, wordt het interessanter. Eigenlijk is het gewoon een kip-of-ei-kwestie."
Van Aaken Automatisering verzorgt de koppeling en integratie van verschillende schakels binnen een keten. "We gebruiken daarvoor gestandaardiseerde edi-berichten (electronic data interchange). De kennis van de sector en de inhoud van de berichten combineren we met open standaarden als edi-fact, adis en ex-xml. Op dat gebied zijn er weinig concurrenten, omdat het een relatief beperkte markt is. Je moet als leverancier de sector goed kennen; het is niet alleen het implementeren van ict, maar ook de begeleiding van het bedrijf bij het opzetten van het hele traject."
Kijkje in de keuken
Agri Information Partners werkt ook aan een t&t-systeem voor ketens. Commercieel directeur Ad Ordelman: "Het is lastig om over schakels heen te traceren. Als een bedrijf de hele keten in handen heeft (van grondstof tot eindproduct), is het makkelijker, maar in de vrije markt, waar verschillende bedrijven aan verschillende bedrijven leveren, is het moeilijker door de grote diversiteit aan systemen." Ordelman onderschrijft het nut van gegevensuitwisseling voor alle partijen: "Bij het invoeren van een t&t-systeem in een keten is ict geen knelpunt. Het gaat er vooral om dat er sprake is van een vertrouwensrelatie tussen de verschillende partijen, want je gunt elkaar toch een kijkje in de keuken."
Benchmark
De verschillen in de agf-sector (aardappelen, groenten, fruit) op het gebied van t&t zijn heel groot. Uit het onderzoek Benchmark Tracking & Tracing van DLV Adviesbureau uit 2001 blijkt dat 39 procent van de producten uit het supermarktkanaal niet traceerbaar is. Dit in vergelijking tot 82 procent niet traceerbare producten uit de agf-speciaalzaak. Een belangrijke reden voor de minder goede traceerbaarheid is het ‘omstorten’ van losse producten. Het product komt aan in een gemerkte kist met informatie over de herkomst. De speciaalzaak laadt het over in de winkelopstelling. De kist, met relevante informatie, wordt vervolgens weggegooid. Is dit met een geautomatiseerd systeem te ondervangen? Mulder: "Dan is een nieuwe manier van werken nodig. Ik kan me zo indenken dat bijvoorbeeld kroppen sla apart verpakt worden, met een streepjescode waarin de relevante informatie over de herkomst is opgeslagen. Bij de vleesindustrie gebeurt dit al."
Er zijn veel aanbieders op t&t-gebied in de agrosector, waaronder Imtech, Agrosoftware, Isagri, Groeinet, Van Aaken Automatisering, Vertis en Agri Information Partners. De verschillen tussen de aanbieders zijn groot. Waar de één een t&t-module in zijn standaardpakket heeft opgenomen, heeft een ander een compleet uitgewerkte oplossing voor het volgen van de producten.
Markten
De varkenssector moet de meeste achterstand inlopen op het gebied van geautomatiseerde traceerbaarheid. Van Aaken: "De bloemensector is het verst. Zij gebruiken zelfs gps voor het traceren. De vleeskalversector en de pluimveesector zijn ook ver ontwikkeld." Volgens hem gaat het ook de goede kant op met de landbouw. "Als ik naar die andere sectoren kijk, loopt de landbouw zeker niet achter. We zijn al een flink aantal jaren bezig in deze sector en dat werpt zijn vruchten af." Het feit dat in de Nederlandse agf-branche vaak niet gesproken kan worden van een vast ketenverband, beïnvloedt het ontwikkelen van een betaalbare en flexibele oplossing voor alle partners in dat netwerk sterk, aldus een van de uitkomsten van de Benchmark Tracking & Tracing. "Zodra de schakels binnen een keten in een willekeurige sector elkaar vertrouwen en ze optimaal integreren, kunnen ze daar veel geld mee verdienen", aldus Van Aaken.< BR>