Het leek een oase in de mondiale ict-woestijn: de Aziatische markt, vooral China en India. Groeicijfers tot in de tientallen procenten en honderden miljoenen potentiële nieuwe klanten. Geen wonder dat vrijwel de gehele ict-industrie likkebaardend richting Verre Oosten keek – tot een minuscuul virus de pret bedierf, althans voorlopig.
|
Azië, vooral China, waren synoniem met ongebreidelde groei en prachtige marktkansen; daar konden bedrijven ontsnappen aan de malaise in de verder wereldwijd kwakkelende ict-markt. De cijfers spreken boekdelen: vorig jaar 15 procent meer verkochte pc’s in de Aziatische regio, afgezien van Japan (cijfers IDC) en een verdrievoudiging van de uitbestedingmarkt over vier jaar naar veertien miljard dollar (voorspelling IDC). Een toename van de bestedingen aan ict-diensten op de Chinese markt van 18,1 procent naar 4,9 miljard dollar dit jaar en vervolgens een jaarlijks groeigemiddelde van 19,6 procent naar 8,9 miljard dollar in 2006 (prognose Gartner). Het jongste opbeurende gegeven is dat de economie van China over het eerste kwartaal van dit jaar met 9,9 procent is gegroeid, de snelste aanwas sinds zeven jaar (cijfers Chinese Bureau voor de Statistiek).
Productieparadijs
Nu het slechte nieuws. De oorlog in Irak is weliswaar zo goed als uitgewoed, maar sars (severe acute respiratory syndrome) waart nog steeds rond. Het Chinese Bureau voor de Statistiek plaatste bij zijn optimistische kwartaalcijfers de kanttekening dat de bestedingen van consumenten in de komende kwartalen mogelijk zullen teruglopen. Daar zal de mondiaal opererende ict-industrie behoorlijk zenuwachtig van zijn geworden. IBM, Microsoft, HP, Dell, Nokia, Samsung, China’s ‘eigen’ pc-gigant Legend, kortom, de kampioenen van de ict-industrie, boekten hun grootste groeicijfers het afgelopen jaar in het Verre Oosten; een prima pleister op de wonde voor de elders stagnerende ict-sector.
Door sars zijn die vooruitzichten nu minder rooskleurig. Niet alleen wat betreft afzetmarkt, maar vooral ook als goedkoop productieparadijs zitten China (met Hongkong), Taiwan, Zuid-Korea en Thailand in de verdachtenbank. Het laatste speelt veel wereldwijd opererende ict-bedrijven parten. Intel en HP hebben al vestigingen in Hongkong moeten sluiten nadat medewerkers symptomen van sars vertoonden, en Motorola deed vanwege dezelfde reden de deur op slot van zijn dochteronderneming in Singapore. Het virus eist dus vooral aan de productiekant zijn tol. Ict-onderzoeksbureau Aberdeen Group bevestigt dit. Volgens cto Peter Kastner is de mondiale ict-sector sterk afhankelijk geworden van fabricage van (goedkope) onderdelen en eindproducten in China. "Dit is een miljardenindustrie", zei hij onlangs in Computable. "Als de ketting ergens wordt onderbroken, breekt de hel los."
Hamvraag
Of dat zal gebeuren is nog maar de vraag. De voortekenen zijn niet gunstig. Sars probeert zich niet alleen in Azië maar ook wereldwijd een plekje te verschaffen. Vrijwel elke wereldwijd opererende zakenbank, waaronder Goldman Sachs, Morgan Stanley en Hsbc, heeft zijn prognoses voor de regio naar beneden bijgesteld. Morgan Stanley bijvoorbeeld gaat uit van een groei van de Chinese economie voor dit jaar met 6,5 procent, een half procent lager dan eerder voorspeld. De Chinese autoriteiten hebben daarnaast de sars-zaak ook geen goede dienst bewezen door aanvankelijk veel feiten over de ziekte onder het tapijt te schuiven; een reflex die voortvloeit uit de communistische erfenis.
De hamvraag is echter of de virusziekte de opmars van Azië als afzetmarkt en als productiegebied voor ict-producten en -diensten definitief zal blokkeren. Dat lijkt buitengewoon onwaarschijnlijk. Ten eerste is de omvang van de markt (China en India alleen al tellen twee miljard inwoners, waaronder een toenemend aantal potentiële ict-consumenten) te aantrekkelijk om als ict-bedrijf op stel en sprong te vertrekken. Ten tweede overtreffende de groeiverwachtingen voor de Aziatische regio voorlopig nog vele malen die van de Verenigde Staten en Europa. Ten derde blijft Azië een aantrekkelijke regio voor relatief goedkope productie. De loonkosten per uur liggen structureel tientallen procenten onder het niveau van Europa en de Verenigde Staten. Kortom, in de Aziatische regio (met uitzondering van Japan) valt sneller winst te behalen, zelfs als het virus nog enkele maanden rondwaart.
In de woorden van een onderdirecteur van het departement van buitenlandse economische betrekkingen in dé ict-provincie van China, Guandong: "Waarom zou een buitenlandse onderneming hier dramatische maatregelen treffen voor zo’n klein obstakel?" Al is sars niet bepaald een klein obstakel, het lijkt niet waarschijnlijk dat het de opmars van Azië als ict-productiegebied en -afzetmarkt zal kunnen stoppen.< BR>