De Nederlandse Bank heeft dit gebouw in Enschede sinds de oplevering in 1987 maar kort als één van de zeven regionale depots gebruikt voor de opslag van geld.
In 1995 al sloot de bank deze vestiging, waarna het door de architecten Abma, Hazewinkel en Dirks ontworpen pand een tijdje dienst deed als publiekscentrum van de nabijgelegen Universiteit Twente. Sinds 2000 gebruikt het regionale internetknooppunt Ndix de beveiligde ruimtes om er aan internet gekoppelde computersystemen te stallen. Op dit moment zijn 150 vierkante meter in gebruik, één tiende van de totale capaciteit. Eind dit jaar is dat op zijn minst verdubbeld.
Vanwege zijn bankverleden bevat het gebouw tal van snufjes om het dievengilde het leven zoveel mogelijk zuur te maken. Zo breken de regenpijpen af als je omhoog probeert te klimmen en bijten boren zich stuk op de zeventig centimeter dikke muren die zijn volgestopt met verschillende soorten staal. Ook tegen grover geweld is het pand bestand. De kluis in de kelder raakt bijvoorbeeld niet beschadigd als een Boeing 747 van tien meter hoogte in volle vaart op het gebouw neerstort. Die kluis stroomt wel vol water als deze met explosieven opengebroken wordt. De dunne buitenmuur naast de vijver zal het na een klap als eerste begeven.