IBM’s antwoord op de problemen van veel organisaties met het op elkaar afstemmen van bedrijfsdoelen en automatisering is On Demand. HP spreekt van Adaptive Enterprise, met een opvallend onderdeel: het agility assessment.
|
Tal van organisaties zitten opgesloten in de rigiditeit van de informatiesystemen die ze de afgelopen decennia hebben opgebouwd. Waar de bedrijfsvoering behendig en snel inspeelt op marktontwikkelingen, is de ict een remmende factor. De systemen missen de beweeglijkheid (agility) die de markt wel heeft. Een oplossing zou zijn: zet een overdaad aan computerkracht neer, zodat aan elke situatie het hoofd valt te bieden. Dan staan al die paardenkrachten echter 80 procent van de tijd niks te doen.
Te kostbaar
Met het ietwat vage begrip On Demand heeft IBM een antwoord geformuleerd. Kernwoorden zijn virtualisatie, gridcomputing, nutsverwerking en zelfherstellende systemen.
Sun Microsystems virtualiseert systemen en opslagbronnen met zijn N1-platform. Computer Associates brengt onder het merk Unicenter producten uit die toestaan kennisbronnen te beheren tot over de bedrijfsgrenzen heen via een grid. Microsoft heeft zijn Dynamic Systems initiatief gelanceerd. Dat wil verkopers van hardware, software en diensten verenigen rond een zelfde softwarearchitectuur. IBM concentreert zijn hele strategie rond eBusiness On Demand. Dit is een conceptueel raamwerk om bedrijfsbehoeften te peilen en ondernemingen zo aan te passen dat ze alle voordelen van gridcomputing, virtualisatie en dergelijke ten volle kunnen uitnutten.
HP’s Utility Data Center en aanpasbare beheerinfrastructuur, gebouwd rond Openview, hebben het doel systemen, netwerken en opslag onderling flexibel met elkaar te verbinden om een grid-infrastructuur te maken.
Welke aanpak de leveranciers ook kiezen, doel is met gebruikmaking van de bestaande ict-infrastructuur diensten beschikbaar te stellen aan een lenige bedrijfsvoering. De accenten verschillen.
Ervaringen
Informatietechnologie moet de aanpasbaarheid van een organisatie aan haar speelveld vergroten. Daarop is de Adaptive Enterprise van HP gericht. Het moet een alomvattende strategie bieden. Een aantal elementen is ingebracht uit de eigen ervaringen van het afgelopen jaar waarin HP twee bedrijven tot één heeft gesmeed. "Dat heeft inzichten opgeleverd die we in deze strategie hebben opgenomen", vertelt Lex Dekkers, vice-president marketing, consulting & integration bij HP Services Emea.
Een jaar na de fusie Naar omzet gemeten is HP de grootste in Europa, het Midden-Oosten en Afrika, met 27 miljard dollar over 2002, gevolgd door IBM met 24,3 miljard, Dell met 6,5 miljard, Sun met 3,9 miljard en EMC met 1,3 miljard. Kasper Rorsted, algemeen directeur Emea bij HP, grijpt op 7 mei in Londen de verjaardag van de fusie met Compaq aan om te melden dat de onderneming er een jaar later goed voor staat. De omzetcijfers komen uit zijn mond. Rorsted logenstraft de stelling van veel analisten dat in het fusieproces de twee bedrijven veel marktaandeel zouden verliezen. Idealiter zouden de marktaandelen van het duo bij elkaar zijn op te tellen. Alleen bij Unix geldt dat 1+1=2; op de servermarkt komt de som uit op 1,9 en op de pc-markt op 1,8. Analisten hadden gerekend op 1,5 tot 1,7. |
Waar Compaq uiteindelijk niet zo goed uit de voeten kon met Tandem (die via de DEC-overname binnenkwam) en voor de fusie serieus overwoog het bedrijfsonderdeel van hand te doen, weet HP er goed gebruik van te maken.
Lenigheidspeiling
De Adaptive Enterprise raakt alle vezels van de HP-familie. Hardware, software en diensten zijn of zullen worden aangepast aan de nieuwe strategie. Een opvallende eend in de bijt is de samenwerking met de Franse universiteit Insead. Prof. dr. Kishore Sengupta en Lex Dekkers presenteren samen het agility assessment: een onderzoek naar de lenigheid van een organisatie. "Wij hebben ons afgevraagd hoe het komt dat bedrijven zo veel geld aan automatisering hebben besteed en toch niet flexibel kunnen opereren", zegt Sengupta. Het antwoord luidt dat in de bpr-periode (business process redesign) systemen zijn neergezet die dusdanig op standaardisatie (van bedrijfsprocessen) en efficiëntie mikten dat starre processen zijn ontstaan. Van de bedrijven die SAP (Sengupta spreekt van een vooraanstaande, Duitse erp-leverancier) hebben geïmplementeerd zou 80 procent in een te strak keurslijf zitten. "Wij hebben alle datasets van die organisaties bestudeerd."
De ‘lenigheidspeiling’ geeft een diagnose van de belangrijkste wrijvingsvlakken tussen de bedrijfsbehoeften en de mogelijkheid van de ict-infrastructuur om aan die behoeften te voldoen. ‘Tijd’, ‘bereik’ en ‘gemak’ zijn de drie meetlatten waarlangs de organisatie wordt gelegd. Vervolgens komen er suggesties om aan geconstateerde problemen iets te doen – en dat hoeven niet altijd HP-oplossingen te zijn, benadrukt Sengupta.
Een agility assessment van twee weken kost in de VS 25 duizend dollar.< BR>