Hij zou nu bijna elf jaar oud zijn geweest. Een van de eerste handcomputers, *7 (star 7), waarvan een werkend exemplaar op 3 september 1992 in Californië werd gedemonstreerd, ontsproot begin jaren negentig aan de experimenten van vijftien ict-wetenschappers in dienst van Sun Microsystems. Een van de andere onderzoeksresultaten: Java.
* 7 is nooit in productie genomen. De naam van de handcomputer verwijst naar de drukte op het laboratorium. Het was de veel gebruikte toetscombinatie waarmee een rinkelende telefoon elders kon worden opgenomen.
De *7 werd gebouwd rondom een Sparc-processor. Het scherm, een lcd-schermpje van 15 cm diameter, was tevens de gebruikersinterface (touchscreen). Er zaten pcmcia-poorten in en hardware voor draadloze communicatie op 900 Mhz (een soort mobiele telefoon).
Het besturingssysteem van de handcomputer was een uitgeklede versie van Unix die minder dan een megabyte ruimte innam. Het bevatte desondanks software voor het aansturen van netwerkverkeer op radiofrequenties, pcmcia-kaarten, flash-ram-geheugen en ondersteuning voor een vroege variant van de programmeertaal Java; voor de gebruikersinterface was er software met animaties, geluid, ruimtelijke aanwijzingen, gebaren, kleur en grapjes. De software op de *7 toonde de gebruiker alle mogelijkheden van het apparaat, bood toegang tot een televisiegids, liet het apparaat functioneren als tv-afstandbediening en voorzag in een schetsblok dat gegevens via een draadloos netwerk kon versturen. Java-ontwikkelaar James Gossling, op zijn eigen website: "Een van de interessantste onderdelen dat uit dit project ontsproot, was het businessplan. Dat moet ik nog eens op internet zetten. Boeiend leesvoer."