Amper twee weken heeft het snelheidsrecord van een Windows-server stand gehouden. Vorige vrijdag claimde IBM met een Unix-machine weer over de snelste server te beschikken.
De nieuwe p690 Turbo Unix server beschikte over snellere processoren en andere nieuwe componenten en haalde een topsnelheid van 681.000 transacties per seconde op de TPC-C Benchmark. Twee weken geleden klokte een Superdome van HP onder Windows Server 2003 af op 658.000 transacties per minuut.
Opvallend bij deze test was dat IBM niet langer gebruik maakt van de Oracle database, maar nu zijn eigen DB2 gebruikt. Dat IBM vroeger altijd Oracle inzette, werd door Oracle vaak aangehaald als bewijs dat die database de snelste ter wereld is. Na de koppositie inzake marktaandeel moet Oracle nu ook weer de positie als favoriete database voor prestatierecords prijsgeven.
Hoewel de TPC-C benchmarks doorgaans ondergaan worden met materiaal dat zelden in een soortgelijke configuratie verkocht wordt, was deze test toch belangrijk. Naar verluidt waren een Japanse bank en een Amerikaanse kleinhandelsketen van plan hun aankoopbeslissing te laten afhangen van de resultaten van de test.