Softwareontwikkelaars kunnen deze maand hun hart weer ophalen bij de Conference to the Max (CttM), de jaarlijkse kennisconferentie van de Software Developers Group Netherlands (Sdgn). De vereniging is een onafhankelijk platform dat zorgt voor informatie-uitwisseling tussen ontwikkelaars.
|
In zijn dertienjarig bestaan is dit de twaalfde keer dat Sdgn de CttM organiseert. De Software Developers Group Netherlands begon in 1990 onder de naam Clipper Developers Group Netherlands. Cdgn had als doel kennis van Clipper-ontwikkelaars te delen. Clipper is een compiler voor databaseapplicaties op basis van dBase-tabellen.
Toen het Windows-tijdperk aanbrak, zag Clipper-producent Computer Associates zich genoodzaakt te komen met een Windows-versie: Visual Objects. Cdgn moest zijn naam veranderen. Omdat Visual Objects niet echt doorbrak, werd gekozen voor Software Developers Group Netherlands; een algemenere naam, zodat ook andere talen ondersteund konden worden. Sdgn-voorzitter Ad van de Lisdonk: "Met onze organisatie wilden we de branche volwassen maken. We wilden ervoor zorgen dat softwareontwikkelaars wisten waar ze het over hadden en hun kennis konden delen."
Tegelijk met de naamswijziging werd Delphi in de armen gesloten. Van de Lisdonk: "Dat liep extreem goed. Binnen de kortste keren waren vijfhonderd bedrijven aangesloten bij die sectie. Vervolgens kregen we van gebruikersvereniging Visual Fox de vraag of wij ze wilden overnemen. Zij waren te klein en konden geen congressen organiseren zoals wij dat deden. Dat was dus onze tweede sectie. We hebben ook een sectie gehad voor Microsofts Visual Basic for Applications (VBA), maar daar lag ons hart toch niet echt. Inmiddels hebben we ook secties voor Java, C# en .Net toegevoegd."
Ivoren toren
Op een gegeven moment bestond de Sdgn uit meerdere secties waarbij mensen lid konden zijn van één of meer secties. "Ongeveer drie jaar geleden constateerden we dat de activiteiten steeds meer naar elkaar toe groeiden. Iedereen programmeert op hetzelfde platform, voor dezelfde database, heeft met dezelfde com-objecten te maken enzovoort, dus hebben we de barrières weggehaald", aldus de voorzitter.
De stichting wil flexibel zijn en snel inspringen op ontwikkelingen. "Er zijn bijna permanent veranderingen in de it. Dan kunnen wij wel in onze ivoren toren gaan denken dat iets helemaal hot is, omdat wij dat toevallig in ons eigen bedrijf gebruiken, maar als alle conferentiesessies van de ene taal vol zitten en bij de andere zit niemand, dan moeten we wel onze conclusies trekken."
"Vaak zien we veranderingen ook al aankomen, doordat we een goed netwerk en ingangen bij de producenten hebben. Daardoor zijn we zo flexibel dat we mee of zelfs vooruit kunnen veranderen. Dat is één van de redenen dat we ook al een .Net-afdeling hebben."
De programmeertalen die de Sdgn nu ondersteunt zijn VB.Net, Delphi, Java en C#.Net. "We gaan voor kwaliteit. Het is nog steeds een vrijwilligersorganisatie, dus er is maar zoveel dat je kunt doen. Daarnaast zijn er ook vrij veel obscure talen waar we niets mee van doen willen hebben. Softwareprofessionals zitten toch vooral in het rijtje .Net, Delphi en Java."
Informatiesmog
De vereniging telt ongeveer duizend leden; tweederde bedrijven en eenderde privé-personen. "Dat lijkt weinig, maar dat valt wel mee", zegt Van de Lisdonk, "Voor Delphi hebben we vrij veel leden. Voor Visual Objects is bijna elke ontwikkelaar die ermee werkt lid. Java en .Net zijn relatief nieuw, die beginnen nu pas aan te trekken.
Kennis Tanken Software Developers Group Netherlands organiseert op 19 en 20 mei voor de twaalfde keer de Conference to the Max in Papendal bij Arnhem. Er zijn ongeveer honderd sessies waar sprekers uit de hele wereld en experts van eigen bodem professionele softwarebouwers van informatie voorzien. |
Meer informatie op: http://www.cttm.nl of http://www.sdgn.nl.