Nu het vrijwel zeker is dat D66 deel gaat uitmaken van de nieuwe regering, komen de plannen rond de kenniseconomie in een ander daglicht te staan. Computable sprak met ict-woordvoerder Lousewies van der Laan over de visie van D66 op ict en de manier waarop ze deze ideeën in praktijk wil brengen.
|
Van de drie partijen die onderhandelen over een nieuwe Nederlandse regering is D66 degene die het duidelijkst een visie uitdraagt over ict. Tijdens Paars II had D66-minister Roger van Boxtel ict in zijn portefeuille, maar die aandacht is tijdens Balkenende I volledig naar de achtergrond verdwenen.
Nu het ernaar uitziet dat D66 gaat deelnemen aan de regering zou in die situatie verandering kunnen komen. Volgens Lousewies van der Laan, voormalig Europarlementariër en thans ict-woordvoerster, zal dat zeker gebeuren: "Wanneer we nu niet ingrijpen, zijn we over één generatie een lagelonenland. Op ict-gebied zijn we óf hekkensluiter zijn, óf we staan op gelijke hoogte met Oost-Europa. Nederland vormt op het gebied van onderwijs en innovatie de achterhoede van Europa. Als we niet voldoende investeren, dreigt de economie af te zakken."
Kenniseconomie
Het zwaartepunt van het betoog van Van der Laan ligt bij het onderwijs als basis voor de kenniseconomie, en voor een sterke positie van de Nederlandse ict. Eén van de ideeën van D66 is om kennis bij universiteiten te concentreren, zodat iedere technische universiteit zijn eigen specialisme krijgt, in plaats van de huidige situatie, waarbij iedere universiteit ongecoördineerd zijn eigen programma heeft. "We moeten naar een situatie toe waarbij de ene universiteit zich specialiseert in bijvoorbeeld nanotechnologie, de andere in biotechnologie enzovoort."
"Nu moeten we onder andere mensen uit het buitenland halen om aio-plaatsen te vullen. We nemen nu niet de beslissing tot impulsen om ruimte te geven. Dat zie je terug in Europese rapporten. Die stellen dat Nederland het slecht doet omdat er niet aan gedacht wordt. Dat heeft ook te maken met de mentaliteit. In het buitenland worden zaken eerder maatschappelijk gewaardeerd, bijvoorbeeld met technologieprijzen. De sfeer in Nederland rond excelleren in de wetenschap is niet stimulerend. Vooral de exacte vakken hebben nog steeds een nerd-achtig karakter, terwijl dat volkomen onterecht is. Op de universiteiten is de instroom bij bijvoorbeeld communicatiewetenschappen tweeduizend, tegen veertien bij wiskunde. Op termijn is dat dodelijk voor je economie."
Innovatieraad
Van der Laan wil deze theorie omzetten in beleid door middel van een Innovatieraad, voorgezeten door een minister van Kenniseconomie, en bij voorkeur zelfs door de minister-president. Een van de taken van die raad moet het dichter bij elkaar brengen van het onderwijs en de markt zijn. De Innovatieraad zou het concentratieplan voor de universiteiten moeten stimuleren. Daarnaast zou hij zich moeten buigen over fiscale maatregelen die het bedrijfsleven stimuleren meer geld te steken in onderzoek. "De r&d zoals die nu in Nederland plaatsvindt is in omvang de helft van die in het buitenland, en dan gaat het alleen nog maar om grote bedrijven. De regering zou financiële prikkels moeten creëren om meer te investeren."
In hoeverre deze plannen in het nieuwe regeerakkoord realiseerbaar zijn blijft echter onzeker. Volgens Van der Laan zijn de andere potentiële regeringspartijen ook overtuigd van de noodzaak om te investeren in onderzoek, maar over de invulling is nog geen overeenstemming. De zware economische tijden hebben ervoor gezorgd dat, in plaats van een eerder verwacht bedrag van zes miljard euro, nu vijftien miljard moet worden bezuinigd. Van der Laan: "Het kabinet moet prioriteiten stellen. In de verkennende fase, toen we moesten uitvinden of er onoverkomelijke zaken waren, is dit ook aan de orde gewest, en geen van de gesprekspartners vond dit onoverkomelijk."
Joint Strike Fighter
D66 is geen voorstander van rechtstreeks investeren in de ict-sector. "De overheid moet de sector niet tegenwerken, maar het economisch klimaat is er niet naar om bijvoorbeeld te investeren in breedband. De overheid geeft al een impuls door partijen bij elkaar te brengen. Investeren moeten we alleen doen als het ook kan, bijvoorbeeld door automatisering op scholen te faciliteren." Ook hier wijst ze op de onzekerheden tijdens de formatie. "Iedereen heeft honderd zaken op zijn lijstje staan. Natuurlijk vinden wij dit belangrijker dan de Joint Strike Fighter, maar een meerderheid van de volksvertegenwoordiging denkt daar anders over."
In de telecomsector ligt nog wel werk voor de overheid: "Het is belangrijk dat we de liberalisering goed doorzetten. Waar het mis gaat is bij de nieuwkomers, die vaak geen kans krijgen. De taak van de regulator van overheidswege is om te zorgen voor een echte markt, een level playing field. Ik ben bang dat we daar nog niet zijn. We moeten als Nederland ook niet naïef zijn. Als er een buitenlandse operator uit een land waar nog geen liberalisering is van de telecom-markt naar Nederland komt, zouden we daar nee tegen moeten zeggen."
Voorbeeld
De overheid zelf kan nog veel doen om een voorbeeld te stellen: "De overheid is soms redelijk goed in het aanleggen van een portaal, maar daarachter gebeurt niets. De prijswinnende site Dordrecht.nl heeft formulieren op de site, maar die moet je vervolgens printen. De overheid moet echt moderniseren, en ict is een breekijzer om oude structuren te doorbreken. Ik denk hierbij aan een Belgisch initiatief, de kruispuntenbank. De overheid mag een burger niet vragen in te vullen wat hij al een keer heeft ingevuld. Dat scheelt 375 duizend formulieren, en heeft al een besparing opgeleverd van een miljard euro.
"Vanuit de ministerraad moet een impuls uitgaan om de culturele barrières te slechten. We moeten nu de juiste prikkels vinden om dat te realiseren."< BR>