Op de algemene ledenvergadering van de Vereniging voor Register Informatici (VRI) is besloten om de vereniging en het register te ontkoppelen. Dat maakt de weg vrij voor certificering.
In 1997 deed de VRI al een poging om via het project Cockpit certificatie van registerinformatici te bewerkstelligen, maar dit kwam nooit van de grond. Bestuurslid externe betrekkingen bij de VRI, Arjan van Dijk: "De versnippering in onze beroepsgroep is te groot. Cockpit heeft er alleen toe geleid dat kalkoenen met elkaar het kerstdiner gingen samenstellen. Er zaten verschillende beroepsgroepen om de tafel, degene die het hardst schreeuwde, kreeg gelijk en niemand was bereid iets toe te geven."
In 1999 richtten het VRI en het Nederlandse Genootschap voor Informatici (NGI) Spits (Society of Professional IT Specialists) op. Ze hoopten daarmee draagvlak voor het invoeren van certificering te creëren. Van Dijk: "Ook dat project kwam niet van de grond. De tijd was nog niet rijp. We hadden toen samen zo’n zevenduizend leden en er waren kleinere beroepsgroepen die vonden dat we te dominant in de markt aanwezig waren."
Drie keer is scheepsrecht
Drie keer is scheepsrecht, zal de VRI gedacht hebben, want de ontkoppeling van de vereniging en het register is goedgekeurd door de leden. "We hebben bij een aantal beroepsgroepen gepolst of ze akkoord zouden gaan als we dit zouden doorzetten. Of ze dan ook echt het register zouden gebruiken. In ieder geval drie beroepsgroepen, het Genootschap van Informatie Beveiligers, het NGI en het Genootschap voor Informatie Architecten, hebben dat toegezegd", aldus Van Dijk.
Het nieuwe register krijgt de naam Nationaal Register voor Informatici (NRI). Het gaat zorgdragen voor een gedragscode en zich bezighouden met het tuchtrecht, de toetredingskamer, de geschillenkamer en de raad van beroep. De aparte beroepsverenigingen kunnen dan zelf zorgen voor specifieke permanente educatie en toetredingseisen. De vereniging kan bij het register mensen aandragen die zich hebben gekwalificeerd. Vervolgens toetst het register of ze de gedragscode naleven. Is dat het geval, dan moeten ze de titel registerinformaticus (ri) voeren. Van Dijk: "Het is net zoiets als de doctorandustitel. Als iemand die titel voert, is meestal de eerste vraag: waarin ben je dan afgestudeerd. Bij de ri-titel willen we graag dat de eerste vraag wordt: Van welke beroepsgroep ben je lid."
Vereniging van Resterende Informatici
De huidige VRI-leden hebben momenteel allemaal de ri-titel. Voor hen wordt een overgangsplan gemaakt. "Het is de bedoeling dat zij zich zo snel mogelijk aansluiten bij een beroepsgroep die past bij wat ze op dit moment aan het doen zijn. Dan blijft er een restgroep over, mensen die op dit moment niet meer als registerinformaticus werken. Voor hen zou dan een overgangsregeling van drie jaar gelden. Gedurende die periode mogen zij nog de titel ri voeren. Tijdens die drie jaar zijn we de Vereniging voor Resterende Informatici", zegt Van Dijk gekscherend. "In het ideale geval heeft de vereniging over drie jaar geen leden meer; dan heeft iedereen zich aangesloten bij een beroepsgroep en zijn degenen die dat niet kunnen of willen, geen lid meer. Zo scheiden we het kaf van het koren."
VRI gaat zich het komende jaar bezighouden met de invulling en uitvoering van het ontkoppelingsplan.< BR>