Zo’n allesomvattend concept als nutsverwerking of verwerking op afroep (‘on demand’) wordt niet zomaar ineens volwassen. Dat hangt af van de ontwikkeling van veel onderliggende technologie, en van veel meer vooruitgang met betrekking tot relevante open standaarden (het duurt lang voordat die geaccepteerd worden, zoals we allen weten).
De komst van internet heeft it-leveranciers gedwongen open standaarden te implementeren in hun anderszins bedrijfseigen systemen, en ze moeten nu een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van standaarden. Interessant was dat IBM in een persbericht grid-verwerking een sleutelcomponent van verwerking-op-afroep noemde. Ik kan me niet voorstelen dat IBM van plan is om ieders thuis-pc in hun systemen op te nemen!
De implicaties van grid-verwerking zijn zeer intrigerend. Persoonlijk vind ik het algemene concept belachelijk. Het exploiteren van die enorme hoeveelheid ongebruikte verwerkingscapaciteit van de thuis-pc’s creëert enorme problemen op het gebied van beheer, beveiligingen en netwerken. Dat is het allemaal niet waard. Gespecialiseerde centrale systemen zijn een veel goedkoper en beter idee. Echter, dezelfde technologie die te gebruiken is voor op internet aangesloten pc’s, is toe te passen bij een beperkte, gecontroleerde groep van beheerde systemen. Ik ben er zeker van dat IBM dat wil nastreven met grid-verwerking, en niet met pc’s. Terwijl IBM, Sun en Microsoft allemaal een gemeenschappelijk belang hebben in grid-verwerking, hebben ze verschillende agenda’s.
Naast de gevestigde technieken die worden gebruikt voor fouttolerantie, heeft IBM grote vorderingen gemaakt met de technologie van dynamische configuratie om continu te voldoen aan ‘service level agreements’. IBM-mainframes zijn lange tijd ontworpen voor het ondersteunen van partitionering. Met de uitkomst van de Intelligent Resource Director met z/OS, is het een dynamische faciliteit geworden, wat onder meer Sun en HP nog niet voor elkaar hebben.
Dit is het eerste grote vrucht van het e-Liza-onderzoeksproject. De ‘e’ is het gebruikelijke marketing-accent op webapplicaties, maar geldt in feite voor alle applicaties.
Het project e-Liza kent een zeer ambitieuze agenda. Het beoogt voorzieningen te leveren betreffende zelfconfiguratie, -bescherming, -configuratie en -herstel voor een grote range computersystemen. Duidelijk wil men beginnen met toepassingen voor mainframes, gebruikmakend van hun bewezen partitioneringsfaciliteiten. IBM heeft echter verklaard e-Liza-technologie te ontwikkelen voor al hun platformen: iSeries (AS/400), pSeries (RS/6000), xSeries (op Intel gebaseerd), en Linux-systemen.
Het is duidelijk een ambitieuze verklaring; de pc’s zullen pas lange tijd na de mainframes volledige op-afroep-mogelijkheden hebben. Dit is echter niet zomaar een markthype van IBM. Ze liggen in deze sector ver voor op de concurrentie wegens hun langdurige ervaring met mainframes. Dit is waarschijnlijk voor hen de beste manier om een voorsprong te behouden.
In het verleden hadden alleen grootschalige dataverwerkingsinstallaties van doen met fouttolerantie, partitionering, gemengde belasting, enzovoort. Maar bij e-handel, met name b2b en toepassingen voor de toeleveringsketen, kan een grote verscheidenheid aan systemen betrokken zijn. Het falen van een kleine, maar kritieke computer in de keten kan net zo problematisch zijn als het falen van een hoofdsysteem. IBM neemt dus de noodzaak serieus om de op-afroep-technologie uit te breiden tot voorbij de mainframes. Waarschijnlijk moeten ze op een gegeven moment overwegen om hun technologie op ‘vreemde’ systemen toe te passen. Dat zullen ze zeker doen voor Wintel- en Linux-systemen. Op de lange termijn kan dat een probleem worden voor onder meer Sun en HP. Het zou ironisch zijn als zo’n grote committent van IBM Microsoft zou bevoordelen boven Sun.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.