Vraag Michael Dell hoe het datacenter van de toekomst er uitziet en hij organiseert een persbijeenkomst met collega-ceo Larry Ellison van Oracle.
In een statig hotel aan het Central Park in New York openbaart hij die visie aan pers en analisten. Met Larry naast hem op het podium. Dat er in die datacenters een hoofdrol is weggelegd voor servers van Dell en databank software van Oracle zal niemand vervolgens verbazen.
Dell en Oracle zijn immers al vijf jaar intensief aan het partneren, en met succes: 22 duizend Oracle databases draaien wereldwijd op hardware van Dell. En de relaties gaan nog verder: de klantgegevens van Dell zitten in een Oracle databank en Oracle draait zijn hele bedrijf op 24 clusters van Dell applicatieservers. Dell en Oracle gaan hun relaties de komende tijd uitdiepen en uitbouwen (zie pagina 3).
Maar Dell en Ellison hebben meer gemeen dan het feit dat ze behalve hun eigen kennelijk ook elkaars ‘dog food’ blijken te eten: ze delen een gemeenschappelijke visie op de toekomst van het datacenter. In hun visie zijn daar binnenkort de nachtblauwe lichtjes te bewonderen van gestapelde cluster-servers met twee of vier Intel x86 processors. Dell servers, vanzelfsprekend.
De prijs voor de meest elegante uitleg ging als vanouds naar Larry Ellison, welbespraakt als altijd en zelfs in goede stemming. "Er zijn een paar problemen met grote Unix dozen of mainframes: ze zijn niet snel genoeg en te duur. Bovendien, als je je applicaties laat lopen op een enkele databank Risc-server, dan stel je je bloot aan een ‘single point of failure’."
"Sinds de komst van Oracle 9i RAC kun je een alternatief voor zo’n riskant super mainframe opbouwen uit clusters van tweeweg- of vierwegservers van Dell. Een ‘grid’ van Dell machines is ook veel beter ingericht voor groei. Dit is echt ‘computing on demand’: je plugt gewoon meer capaciteit in. De grootste computer was vroeger tegelijk je maximum. Als die te klein werd, kocht je een net-even-grotere en gooide de oude weg. En de grid is bovendien een veel goedkoper en flexibeler alternatief voor de ‘hot stand-by’ uit de mainframe wereld uit vroeger jaren."
Michael Dell bouwt zijn betoog iets rustiger op, maar de conclusie is onafwendbaar dezelfde. Bijna alle bedrijven noemen het verlagen van de kosten van hun datacenter topprioriteit, aldus Dell. Onderzoeksbureaus als Giga en Metagroup wijzen daarnaast op de noodzaak de staf van de centra "te optimaliseren". Schaalbaarheid staat daarbij voorop.
Dell signaleert een opmerkelijke trend: weg van achtwegservers (x86 servers met 8 processoren) richting tweeweg of vierwegservers. Een Oracle migratie ‘white paper’ uit 2003 noemt een tweewegsysteem 42 procent sneller dan risc/Unix en 83 procent goedkoper. Een vierwegsysteem is zelfs 89 procent sneller (en 39 procent goedkoper).
Dell houdt zich wat op de vlakte als hem naar de Itanium-processors van Intel wordt gevraagd. "Als er meer vraag naar komt, zal de prijs ongetwijfeld omlaag gaan en worden ze aantrekkelijk om in de clustering mee te nemen. Maar dan moet er wel software op de markt komen die de evidente voordelen van de Itanium uitnut." Om dan af te sluiten met: "We houden dit heel nauwkeurig in de gaten".
Ook Intel-concurrent AMD wordt met de nodige reserves bekeken door Dell. "AMD heeft nogal wat vertragingen opgelopen in de beschikbaarheid van zijn processors. En er ligt volgens mij ook geen productaankondiging van AMD in het verschiet."
In de presentaties schitterden details omtrent het efficiënt managen van grote server-clusters door afwezigheid. Analist Frank Gillett van Forrester Research zei daarom na afloop dat hij zich nauwelijks kon voorstellen dat Dell zijn klanten graag Tivoli van IBM ziet gebruiken, of Open View van Hewlett-Packard. Al was het alleen maar omdat de concurrenten daarmee een voet tussen de deur zouden krijgen.