Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Wanneer stopt Sun nu zijn Solaris-op-Intel? Windows Server 2003 komt eraan! Waar staat GSM voor? Zijn de Linux-distributeurs al helemaal binnen?
Wanneer stopt Sun nu zijn Solaris-op-Intel?
… nog een jaar, twee jaar? Sun stopt al weer met zijn recent geïntroduceerde Linux-distributie. Voortaan verlaat Sun zich net als Dell, IBM en HP op de versies van Red Hat en Suse. De beslissing om een eigen Linux-distributie uit te brengen was natuurlijk een vergissing. Applicatieleveranciers zitten niet te wachten op nog een Linux-distributie. Voor elke distributie moeten zij namelijk, ondanks de gemeenschappelijke kern, hun programma’s en alle updates een uitgebreide test- en certificatiecircus laten doorlopen. Om deze reden schaarden de kleinere Linux-spelers – Conectiva, SCO/Caldera en Turbo Linux – zich al eerder achter de Suse-ontwikkelaars onder het label United Linux.
De snelle beleidswijziging duidt erop dat er bij Sun knopen zijn doorgehakt over de te volgen softwarestrategie. Sun wil met de applicatiebundel Sun One de concurrentie aan met de IBM’s, Bea’s en Microsofts van deze wereld. Sun werkt in het kader van het Orion-project aan een soort Super Solaris, waarbij server-besturingssysteem en belangrijke basisapplicaties (waaronder een applicatieserver, webserver, portalserver, messaging server, identity-server en clustering software) in één bundel wordt verstrekt in combinatie met een gestroomlijnd update-programma. Sun maakt daarbij geen onderscheid meer tussen het risc- (Solaris) en Intel-(Linux) platform. Dat is een heldere strategie. Blijft de vraag wat Sun wil met zijn Solaris-for-Intel-besturingssysteem. Een jaar geleden zag Sun geen reden meer om te investeren in dit product. Onder druk van klanten bracht het bedrijf met frisse tegenzin toch nog een nieuwe versie Solaris x86 uit. Nu presenteert Sun ineens dit Linux-alternatief weer als een belangrijk strategisch product. Dat is onzin. De markt wil Linux. Dat weten ze bij Sun nu toch ook wel? Of zou er een andere reden zijn om dit besturingssysteem in de lucht te houden? Wil Sun wellicht zo zijn Intel-kennis op peil houden? Je weet maar nooit.
Windows Server 2003 komt eraan!
… ja, nou en. Dat lijkt de reactie van de markt. Natuurlijk, het is oorlog. Maar dat lijkt me niet de enige reden waarom de nakende introductie van het nieuwe Windows server-besturingssysteem een ‘non-event’ lijkt te gaan worden. Zou het komen omdat naam en introductietijdstip al diverse keren zijn gewijzigd? Zou het komen omdat versie 2003 uiteindelijk niet veel meer is dan een reguliere update? Of zou het komen omdat Microsoft weinig marketingdollars over heeft voor de promotie van server-besturingsssystemen?
Een combinatie van al deze factoren. Toch hebben we het hier wel over de introductie van de eerste volwaardige 64-bit Windows-versie (als we de mislukte Alpha-versie even buiten beschouwing laten). Het speelt Microsoft parten dat de ‘aaibaarheidsfactor’ van de innovaties geringer wordt. De meeste verbeteringen zitten diep onder de motorkap: beveiliging, prestaties, beheer en schaalbaarheid. Tenslotte is juist een aantal sexy innovaties ter elfder ure uit het systeem gelaten.
De verkoop van een nieuw server-besturingssysteem komt altijd langzaam op gang. Maar het zou dit keer wel eens heel langzaam kunnen gaan. Volgens onderzoek van de Yankee-group stapt hoogstens twaalf procent van de bedrijven met Windows-servers binnen een jaar over op de nieuwe versie. Bij het uitbrengen van de vorige server-versie stapte nog 30 procent van de bedrijven binnen een jaar over. Meer dan de helft van de huidige gebruikers zou nog niet hebben besloten of ze in een later stadium wel de nieuwe serversoftware gaan aanschaffen. Vijftien procent weet al dat ze niet gaan upgraden. De marketing van Microsoft zal er daarom op gericht zijn de huidige gebruikers te overtuigen waarom het toch aantrekkelijk is de nieuwe versie aan te schaffen. Het bedrijf uit Redmond krijgt warempel nog last van het ‘Novell-syndroom’: tevreden gebruikers die met geen stok naar een nieuwe versie zijn te bewegen. Novell is daar bijna aan ten onder gegaan. Voor Microsoft zijn tevreden gebruikers een nieuw fenomeen.
Waar staat GSM voor?
… global system for mobile communications. Dat denken u en ik, maar het Amerikaanse congreslid Darrell Issa weet beter: gsm staat in werkelijkheid voor ‘groupe speciale mobile’, een technologie waaraan vooral Fransen en Duitsers – zoals bekend de Europese as van de lafaards – geld verdienen. Issa roept zijn collega’s dan ook op te voorkomen dat in het naoorlogse Irak ‘geld van de Amerikaanse belastingbetaler’ wordt verspild aan deze verouderde en verderfelijke Europese technologie. Hij bepleit de aanschaf van de mobiele cdma-technologie van Qualcomm, een bedrijf dat net als Issa afkomstig is uit Zuid-Californië.
In een land waar de bewoners momenteel flessen Franse wijn demonstratief leegstorten, gaat dit soort retoriek er in als Gods woord in een ouderling. Dat Issa in zijn platvloerse belangenbehartiging veelvuldig een loopje neemt met de waarheid, zal de meeste congresleden waarschijnlijk ontgaan. Daarom nog maar even de feiten: gsm is geen Franse, en zelfs geen Europese technologie. Het is een wereldstandaard die wereldwijd door ruim zeventig procent van alle mobiele bellers wordt gebruikt. Alleen in de VS worstelt men met vier incompatibele mobiele standaarden waaronder cdma. Ook de gehele Arabische wereld gebruikt gsm. Wil Issa Irak direct al isoleren na de oorlog?
Van Issa’s pleidooi blijft maar één argument overeind: cdma heeft inderdaad het voordeel van een geïntegreerde gps-functie, waardoor je bellers direct kunt localiseren. Maar of dat nu uitgerekend in Irak een ‘unique selling point’ is.
Zijn de Linux-distributeurs al helemaal binnen?
… welnee, ze verdienen geen stuiver. Het blijft een beetje zuur. Er worden miljarden dollars omgezet aan Linux-gerelateerde business, maar de distributeurs van het kernproduct zelf kunnen de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Zelfs marktleider Red Hat heeft nog altijd geen solide strategie ontwikkeld. Het laatste kwartaal schreef de ‘Linux-gigant’ weer rode cijfers: een nettoverlies van 56.000 dollar op een omzet van 29,9 miljoen dollar. Van twee andere kleinere distributeurs weten we dat het slecht gaat: SCO/Caldera maakt al langere tijd forse verliezen en Mandrake heeft ‘uitstel van betaling’ gekregen. Suse en Turbo Linux maken geen cijfers bekend, maar we hoeven er niet aan te twijfelen dat hun omzetcijfers verbleken bij die van de leveranciers van hardware en diensten. Aan Linux-gerelateerde omzet boekten IBM en Hewlett-Packard in 2002 respectievelijk 1,5 en 2 miljard dollar. En ook voor leveranciers van applicatiesoftware is Linux een belangrijke groeimarkt. Er is één rustgevende gedachte voor de directies van Red Hat en Suse. IBM, Hewlett-Packard en Intel zullen die bedrijven nooit failliet laten gaan.
Fred van der Molen