Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Hoe versier je een 24-karaats gouden handdruk? Betalen bedrijven nu echt meer voor dezelfde Microsoft-software? Hoe ontloop je een Spam-vloed?
Hoe versier je een 24-karaats gouden handdruk?
… je werkelijk volkomen onmogelijk maken. Toen topman Dick Brown van ICT-dienstverlener EDS vorige week op straat werd gezet kreeg hij een stapel bankbiljetten nageworpen ter waarde van 35 miljoen dollar. En dat na slechts vier dienstjaren. Dat is wat je noemt nog eens een oprotpremie. Dat EDS van hem af wilde kun je je voorstellen als je ziet in welk onrustig vaarwater het altijd onberispelijk functionerende bedrijf terecht is gekomen. 2002 was een rampjaar ondanks de respectabele jaaromzet van 21,5 miljard dollar. De winstwaarschuwing in september hakte er al flink in, maar ernstiger nog voor de reputatie van het bedrijf is de verdenking van creatief boekhouden. De Amerikaanse beurswaakhond Sec onderzoekt momenteel of de ingewikkelde en riskante financiële constructies die het bedrijf met klanten in de vliegtuig- en telecomindustrie (waaronder Worldcom) heeft opgezet, wel door de beugel kunnen. En wat te denken van de 430 miljoen dollar die EDS alvast als voorziening in de boeken heeft opgenomen, omdat het bedrijf contractuele verplichtingen aan een onbekende klant waarschijnlijk niet kan nakomen?
Dat zijn allemaal geen tekenen van goed leiderschap, al had Brown natuurlijk de afgelopen jaren het economisch tij niet mee. Enkele hele grote klanten gingen failliet, anderen (waaronder de mammoet GE) snoeiden fors in de uitgaven. Daarbij gaat concurrent IBM Global Services toch wel erg vaak met de megadeals aan de haal waar EDS voorheen het patent op had. Volgens Gartner won IBM in 2002 zeven van de veertien megadeals; EDS kon er maar twee definitief binnen halen. Mede daardoor is EDS genoodzaakt nieuwe klantenkringen aan te boren. Het bedrijf biedt zijn diensten nu ook nadrukkelijker aan kleinere organisaties aan. EDS gaat op de kleintjes letten. Dat is niks voor Brown, dat zal duidelijk zijn.
Betalen bedrijven nu echt meer voor dezelfde Microsoft-software?
… Ja, meer dan 60 procent betaalt meer. In mei 2001 stelde Microsoft een radicaal nieuw licentieprogramma voor. De softwaregigant wilde daarmee van zijn klanten abonnees maken in plaats van incidentele kopers. Daar is niets mis mee; ook andere softwareleveranciers marcheren die richting. Maar je zou verwachten dat trouwe klanten zo’n omschakeling kostenneutraal wordt aangeboden. Dat werkt in de software-industrie anders, zeker als je over een bijna-monopoliepositie beschikt. Rekenmodellen van de NGN en Gartner voorspelden dat veel bedrijven duurder uit zouden zijn. Het merendeel van de bedrijven zou volgens de NGN minstens twee maal zoveel gaan betalen voor hun Office-applicaties. Alleen grote ondernemingen met ‘enterprise’-licenties en organisaties die elke 1,5 half jaar een nieuwe Office-versie kopen, waren niet duurder uit.
In september 2002 werd het nieuwe licentiemodel van kracht. De prijseffecten zijn nu dus redelijk uit te rekenen. De uitkomst verrast helaas niet: 60 procent van de gebruikers is duurder uit melden onderzoekers van Yankee Group en Sunbelt Software. Ruim 22 procent betaalt 5 tot 20 procent en bijna 17 procent telt 20 tot 30 procent meer. Ruim 7 procent betaalde zelfs 30 tot 50 procent meer en een even grote groep is nog meer kwijt. Een minderheid was beter af door het nieuwe licentieprogramma: ruim 10 procent betaalt tussen de 5 en 20 procent minder en één procent is nog goedkoper uit. Zoals voorspeld zijn vooral grote ondernemingen voordeliger uit. Overigens blijkt ruim 72 procent van de ondervraagden nog niet overgestapt naar het nieuwe licentieprogramma. Velen (42 procent) daarvan hebben op de valreep gebruik gemaakt van de laatste update-regeling. Beide effecten bij elkaar leverden Microsoft vorig jaar een extra omzet van minstens 1 miljard dollar op.
Het is duidelijk dat Microsoft met deze wisseltruc geen vrienden heeft gemaakt. Dat moet de reden zijn dat Ballmer c.s in de kwetsbare markt voor serverapplicaties met een aantal tegemoetkomingen zijn gekomen. Zo worden de kosten van serverapplicaties voor multiprocessorsystemen bijvoorbeeld sinds kort niet meer bepaald aan de hand van het aantal geïnstalleerde processoren, maar meer op het daadwerkelijk gebruik ervan.
Hoe ontloop je een Spam-vloed?
… niet met onbekenden praten. Spam wordt inmiddels alom als serieus probleem gezien. Dat is in deze kommervolle tijden een opsteker voor de IT-bedrijfstak. Want waar een probleem is, gloort een nieuwe markt. De tekenen zijn er: onderzoeksbureaus brengen verontrustende rapporten; congresbureaus organiseren gewichtige conferenties, softwareontwikkelaars presenteren oplossingen.
Ondanks de anti-spam wetgeving die momenteel in de Verenigde Staten en Europa wordt voorbereid, is de kans groot dat we de komende jaren nog veel meer ongevraagde mail over ons heen krijgen. Bedrijven doen er dan ook goed aan een anti-spambeleid te ontwikkelen. De eerste stap is de aanschaf van een anti-spamfilter of van een externe dienst die bedrijfsmail op spam filtert. Dat scheelt een slok op een borrel. Die programma’s herkennen verdachte berichten aan bepaalde steekwoorden in de berichtregel en verdachte afzenders die op ‘zwarte lijsten’ dagelijks worden bijgehouden. Tenslotte schermenleveranciers van anti-spam software nog met eigen ‘heuristische’ technieken om de rest van de ongewenste mail te blokkeren.
Wie geen spam wil hebben kan trouwens het beste beginnen met het geheimhouden van zijn mailadres. Het domste wat je kunt doen, blijkt het opgeven van je mailadres bij een openbare website. Een spamvloed is dan verzekerd, vinden onderzoekers van het Amerikaanse Center for Democracy and Technology. Maar ook wie zorgvuldig omgaat met zijn mailadres, kan worden getroffen worden door spambedrijven die mailadressen genereren. Je kunt dan tot de toevallige treffers behoren. En eens getroffen, altijd getroffen.
Ook daar zijn weer tegenmaatregelen tegen te bedenken. Een afdoende aanpak is alle mail blokkeren van niet geregistreerde afzenders. Maar dat is wel erg rigide. Een interessante tussenoplossing is daarom wellicht de nieuwe categorie van ‘challenge-response’ systemen. Zo presenteert de Amerikaanse start-up Mailblocks van de programmeur Phil Goldman (eerder werkzaam bij Apple, General Magic en WebTV) een wonderbaarlijk simpele oplossing van alle spamproblemen. Zijn dienst Mailblocks retourneert alle mail van niet geregistreerde afzenders en voegt daar een digitale afbeelding van een groot getal bij. De afzender wordt verzocht dat getal in een bijgevoegd formuliertje in te tikken en te retourneren. Vervolgens wordt zijn mail wel afgeleverd. Op deze wijze kan automatische bulkmail eenvoudig worden geweerd. Briljant in zijn eenvoud.
Fred van der Molen