Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Wat wil Inel met Centrino? Wat hebben Kermit en wlans gemeen? Is IM echt zo belangrijk? Wie wacht er op Hermine?
Wat wil Inel met Centrino?
… meer dan alleen processoren verkopen. Tal van computerfabrikanten hebben vorige week notebooks geïntroduceerd met de mobiele Centrino-technologie van Intel. Centrino is behalve techniek vooral ook marketing. Met dit nieuwe merk wil Intel het succes van de Intel Inside-campagne nog eens overdoen. De Centrino-technologie bestaat uit een energiezuinige processor, een chipset en een radiomodule voor draadloos netwerken (wlan). Daarbij komt software die het mogelijk maakt Bluetooth en wifi gelijktijdig te gebruiken, automatisch te schakelen (roamen) tussen een bekabeld netwerk en een draadloos netwerk, en zonder problemen in te loggen bij elk type vpn-netwerk. Centrino moet kortom een kwaliteitslabel worden voor zorgeloos mobiel computeren. Computerfabrikanten mogen het Centrino-logo alleen gebruiken als Intel alle componenten levert. Om interoperabiliteit te garanderen, zegt Intel. Om de wifi-markt te annexeren, roepen anderen.
De chipsfabrikant is al eerder succesvol geweest aanpalende technologiegebieden in te palmen. Veel computerfabrikanten gebruiken inmiddels behalve processoren ook chipsets, moederborden, ethernet-chips en flitsgeheugen van Intel. De alles-in-een-oplossingen van Intel waren vaak eenvoudiger te implementeren en goedkoper. De koppelverkoop lukte niet altijd. Met grafische chips had Intel bijvoorbeeld minder succes.
Of Intel de wlan-markt kan annexeren moet nog blijken. De software lijkt dik voor elkaar, maar op andere punten loopt Intel nog wat achter. Zo moest de radiochip bij Philips worden betrokken, omdat het eigen alternatief nog niet marktrijp is. Bovendien heeft Intel het nog niet aangedurfd de radiochip volledig te integreren, maar die op een apart kaartje ondergebracht. Gezien de snelle ontwikkelingen in die sector is dat een verstandige keuze, maar het geeft de computerfabrikanten meer ruimte om te shoppen. Dell, IBM en HP blijven vooralsnog ook notebooks met andere wifi-oplossingen verkopen. Zonder Centrino-logo, dat wel.
Wat hebben Kermit en wlans gemeen?
… je moet in de buurt blijven. Herinnert u zich Kermit nog, dat grootschalige initiatief van KPN om ons in het pre-gsm-tijdperk al aan de mobiele telefoon te krijgen? KPN legde begin jaren negentig bij benzinestations, treinstations, Schiphol en winkelcentra een zenderpark aan waar je met Kermit-telefoons mobiel kon bellen. Een succes was het niet en zodra gsm zijn intrede deed, was Kermit ten dode opgeschreven.
In plaats van het Kermit-embleem zien we straks bij hamburgerzaken, tankstations en hotelketens het Wifi-Area-logo. De mobiele medemens gaat straks bij McDonalds snacken omdat hij gratis zijn mail wil ophalen. En later in de middag gaat hij tanken om zijn antwoorden te verzenden. McDonalds, Schiphol, Starbucks, Marriot en andere hotelketens – Jan en alleman starten met een draadloos netwerk. Maar hoe moeten aanbieders van die diensten straks geld verdienen?
Geen misverstand. Wlans hebben een grote toekomst voor zich. Maar het wordt nog een lastige opgave om ‘hotspots’ commercieel te exploiteren. De eerste providers in de VS die draadloze netwerken in steden aanboden zijn al weer kopje onder gegaan. De afwisseling van gratis en betaalde ‘hotspots’ maakt betaalde diensten moeilijker te verkopen. Maar een grotere drempel is nog dat aanbieders apart willen afrekenen. Roaming-overeenkomsten en netwerkoverstijgende afrekensystemen zijn nodig om wlan van zijn hoge Kermit-gehalte te ontdoen. En idealiter willen we naadloos kunnen schakelen tussen gsm (en straks umts) en wifi-netwerken, zodat naar keuze de aanwezige, de goedkoopste of de snelste verbinding kan worden benut. Die integratie is een stapje dichterbij gekomen met ‘a chip called Wanda’ van Texas Instruments. Wanda is een geïntegreerde chipset voor Wifi, gsm en Bluetooth. Het draadloze universum komt daarmee weer een stapje dichterbij.
Is IM echt zo belangrijk?
… welnee, gewoon een extraatje naast de fax, mail en telefoon. ‘Instant messaging’ (im) is razend populair bij jongeren. Dat begrijp ik. Zodra ze de computer aanzetten, zien ze welke vrienden er online zijn. VET!
Want waarom wordt er zo’n drukte gemaakt over ‘instant messaging’ voor de zakelijke markt. De ene aankondiging volgt de andere op. Je kunt je natuurlijk situaties voorstellen waarin dergelijke directe en synchrone communicatie handig is of serviceverhogend kan werken, maar in zijn algemeenheid zou ik er als werkgever sceptisch tegen over staan: weer een stoorzender erbij.
Wat bedrijven nooit moeten doen, is zomaar de MSN’s van deze wereld toelaten. Die zijn inherent onveilig en oncontroleerbaar. Professionele alternatieven van IBM, Microsoft en Novell (om er enkele te noemen) bieden encryptie-, identificatie- (via de mail directory) en archiefmogelijkheden. Daarmee kunnen organisaties veilig en verantwoord een communicatiekanaal toevoegen aan de reeds bestaande. Maar de eerste vraag blijft of je dit wel moet willen. ‘Instant messaging’ is geschikt voor werksituaties waarin snel gecommuniceerd moet worden en waarin korte mededelingen volstaan. Denk aan de laatste fase van een tijdschriftproductie, de effectenhandel of in een portal waar met klanten of toeleveranciers wordt gecommuniceerd. Maar dan moet er wel direct iemand antwoorden!
Wie wacht er op Hermine?
… niemand. Sinds de film 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick weten we dat computers beter hun mond kunnen houden. Maar ook zonder de herinnering aan die zoetgevooisde maar valse HAL 9000-computer, praat ik niet graag tegen en luister niet graag naar apparaten. Het blijft onnatuurlijk. Volgens mij ben ik niet de enige, en is dat een van de redenen waarom spraaktechnologie niet die vlucht heeft genomen die iedereen, waaronder ikzelf overigens, vanaf medio jaren negentig voorspelde. Het is niet louter een gevolg van tekortschietende technologie, er is ook een psychologische drempel. Een teken aan de wand is dat spraakherkenning niet is doorgebroken in mobiele telefoons. Het bleek kennelijk geen koopmotief. En nu komen Siemens en Speech Experts met Hermine, een pratende en luisterende wasmachine. Het is gelukkig nog een prototype, want Siemens: mensen willen geen pratende wasmachines! Van alle spraakgestuurde prototypes die ik de laatste jaren heb gezien – waaronder commandogestuurde tv’s en autostoelen – is dit wel het meest kansloze voorstel. Waarom zou een wasmachine aantrekkelijker worden met spraaktechnologie. Hermine zou "de complexiteit uit het moderne wasgebeuren halen", zoals de uitvinders beweren. Kom nou. Hoezo complexiteit? Gewoon op het juiste knopje drukken en draaien maar. En vooral de klep dicht houden.
Fred van der Molen