Unisys laat meer besturingssystemen draaien op zijn ES7000- en Clearpath-servers. De oud-mainframeleverancier komt in de loop van dit jaar middels SCO met ondersteuning voor Linux. Daarnaast heeft het een overeenkomst met Vmware, producent van emulatiesoftware.
SCO, voorheen Caldera, heeft in januari op de Linuxworld-conferentie aangekondigd versie 4.0 van zijn Linux-distributie, gebaseerd op United Linux, uit te brengen voor Unisys’ Intel-servers en Clearpath Plus-mainframes. Het open source-besturingssysteem draait dan in partities op die servers. Naar verluidt verschijnt de Clearpath-uitvoering in de tweede helft van dit jaar. De ES7000-uitvoering zou eerder al gereed kunnen zijn.
Linux-leverancier SCO biedt via Unisys ook ondersteuning voor klanten en ontwikkelaars. De twee hadden al voor SCO’s overname door Caldera een relatie gebaseerd op SCO’s Unix-variant Unixware.
Berichten over Linux op ES7000-systemen deden eind vorig jaar al de ronde. Unisys ontkende toen dat het Linux zelf ontwikkelde voor zijn servers. Wel werd er bevestigd dat klanten interesse hadden, maar dat Unisys geen plannen heeft om het open source-besturingssysteem voorgeïnstalleerd te leveren.
Consolidatieplatform
Het bedrijf positioneert zijn zware ES7000-machines al geruime tijd als consolidatieservers. Die systemen zijn uitgerust met acht tot tweeëndertig Intel-processoren, mogelijk door het bedrijfseigen crossbar-ontwerp. De ondersteunde besturingssystemen zijn Windows, het op Intel-chips draaiende SCO Unixware en het eigen mainframeplatform MCP.
De serverleverancier heeft echter ook een hechte relatie met Microsoft aangezien zijn ES7000 Windows naar nieuwe schaalbaarheidshoogten opstuwt. Unisys is dan ook lid van het Windows Datacenter-programma, zowel voor Windows 2000 als de aanstaande 2003-versie. Bij dit programma voldoet een select aantal serverleveranciers aan strenge criteria, onder meer hoge beschikbaarheid en fouttolerantie, zodat zij de bedrijfskritische Datacenter-uitvoering mogen leveren en ondersteunen.
Toch vergroot de toevoeging van andere besturingssystemen de aantrekkelijkheid als consolidatieplatform. Een nadeel van de ES7000 als vervangende server voor meerdere, kleinere machines is het feit dat de hardwarematige partitionering beperkt is tot maximaal acht partities. Dat is geen probleem wanneer de kleinere machines niet per sé gescheiden hoeven te zijn, maar wel wanneer het om al dan niet functioneel aparte machines gaat. Dan kunnen kleinere servers toch goedkoper zijn.
Emulatieplatform
Dat probleem ondervangt Unisys nu met een, begin deze maand gesloten, overeenkomst met Vmware. Dat bedrijf, concurrent van het door Microsoft goeddeels uitgekochte Connectix, levert software voor het emuleren van pc-hardware. Daarop zijn dan andere pc-besturingssystemen te installeren en draaien. Die virtuele machines gedragen zich als kale pc’s die onafhankelijk van het onderliggende besturingssysteem functioneren.
Begin deze maand, tegelijk met de Unisys-overeenkomst, onthulde Vmware versie 2.5 van de serveruitvoering van zijn software. Die GSX Server ondersteunt nu tweeëndertig processoren en 64 GB aan geheugen. Het draait zelf op Windows of Linux en kan Linux, Windows en Netware draaien als besturingssystemen op maximaal vierenzestig virtuele pc-servers.
Daarmee wordt er effectiever gebruik gemaakt van de beschikbare systeemcapaciteit van de ES7000. Volgens analisten ligt de belasting van dergelijke zware systemen vaak nogal laag waardoor die machines niet altijd kosteneffectief zijn. Unisys zal de GSX-software wederverkopen en ondersteunen op zijn ES7000-lijn. De computerproducent, tevens dienstverlener, blijft zich echter wel concentreren op Windows. Dat is nog altijd het voornaamste platform voor zijn zware Intel-machines.
Jasper Bakker