Het eai-project bij DSM valt binnen een grootscheepse standaardisatieoperatie. De chemietitan gebruikt de bedrijfsintegratiesoftware om dit jaar serieus een e-handelkanaal in te richten. "Gebruik eai/middleware waarvoor het bedoeld is", benadrukt projectmanager Wil van Es. "Houd het simpel!"
|
De aanleiding voor het toepassen van eai-software bij DSM is tweeledig. Van Es: "De raad van bestuur heeft een visie op e-handel: dit jaar zou nagenoeg alle inkoop van grondstoffen en een groot deel van de verkoop van de eindproducten via e-handel moeten verlopen. Dat bleek te hoog gegrepen, maar we zijn flink op weg. Eind dit jaar moet 30 procent van de omzet online zijn. Bovendien willen we de inkoop van secundaire goederen, zeg maar de kantoorartikelen, via internet regelen."
I-Net onderzocht vervolgens welke technologie er ingezet moest worden om het digitaal zakendoen met leveranciers en klanten te bespoedigen. Eai/middleware kwam om de hoek kijken en bleek tevens een nuttig middel bij het standaardiseren. DSM maakt namelijk een transitie door: de vertrouwde petrochemie is afgestoten en het bedrijf richt zich voortaan op biotechnologie, voedingsmiddelen en medische toepassingen. Van Es stelt dat DSM continu in beweging is, met acquisities en desinvesteringen. "Op ict-gebied moeten dit soort veranderingen in goede banen worden geleid. We werken daarom met een architectuur waarbij we systemen eenvoudig moeten kunnen afstoten en aansluiten. Het goed koppelen van gegevensstromen is hiervoor noodzakelijk en eai/middleware-oplossingen zijn hiervoor bruikbaar."
Elektronische marktplaats
Medio 2000 startte DSM met de voorbereidingen van het e-handel/eai-platform. Fase één eindigde met de leveranciersselectie, waarna – inmiddels een jaar later – fase twee volgde: het ontwerpen van de ict-architectuur en het bouwen. Vanaf najaar 2001 is DSM begonnen met het uitrollen van de e-handelarchitectuur naar een aantal DSM-onderdelen. Vanaf medio 2003 zal de nieuwe e-handelarchitectuur bij heel DSM zijn ingericht. Wanneer de overname van het Zwitserse biotechnologische bedrijf Roche definitief is beklonken, kan er worden gestart met het aansluiten van nieuwe systemen onder deze architectuur.
Bij het project werken gemiddeld zo’n vijftien man. Accenture is hoofdaannemer. Webmethods levert de eai-software en Aebizz zorgt voor de integratie van dit product en het SAP-systeem. Volgens Van Es is het niet vergelijkbaar met erp-implementaties. "Dat zijn langere projecten. Dit traject hebben we in hapklare brokken opgesplitst. Het viel daardoor goed op tijd en binnen budget te realiseren."
Het online-verkeer voor berichtenuitwisseling tussen DSM en zijn leveranciers en klanten vindt op twee manieren plaats: bij de eigen webwinkel en via systeem-naar-systeem-koppelingen. Daarnaast – op termijn dus een aflopende zaak – kloppen er medewerkers nog orders handmatig in het SAP-systeem.
Bij de systeemkoppelingen wordt onder andere gebruik gemaakt van de digitale postbus Elemica, een initiatief van de chemische wereld. Hier wisselen partijen e-handelberichten uit. Elemica zorgt voor een gestandaardiseerde afhandeling, waarbij het berichtenverkeer wordt geregeld op basis van Cidx XML.
Voordeel webwinkel
"Het voordeel van onze webwinkel is", zo zegt Van Es, "dat klanten makkelijk en zonder investeringen kunnen aanhaken, bijvoorbeeld de bakker om de hoek die gist wil bestellen. Voor systeem-naar-systeem-koppelingen moet een bedrijf over een middleware-systeem beschikken." Bij het maken van die koppelingen voor aan- en verkoop gaat het om het aan elkaar knopen en integreren van gegevensstromen; bedrijfsprocessen eigenlijk. Van Es geeft aan dat DSM hiermee op termijn ook streeft naar procesketenoptimalisatie, waarbij bedrijfsprocessen verder worden geïntegreerd. Denk aan een klant die sensoren in zijn silo’s heeft zitten die aangeven wat de voorraadstand is. DSM krijgt vervolgens automatisch XML-berichten die aangeven of de bunker bij de klant moet worden aangevuld. Klanten kunnen hierdoor hun plannings- en inkoopproces vereenvoudigen.
Om dit soort processen aan elkaar te lijmen, is eai/middleware nodig. "In ons geval fungeert de software van Webmethods hierbij als een soort ‘broker’. Het vormt het ontkoppelpunt voor berichtenverkeer tussen de legacy-systemen van DSM en de buitenwereld", aldus Van Es. DSM koos voor het Amerikaanse Webmethods vanwege de schaalbaarheid van het product. Bij overnames kunnen nieuwe systemen er makkelijk mee worden aangesloten, meent hij.
De start van het project was misschien nog wel het lastigst. De hype rond e-handel bleek ingezakt en er bestond argwaan tegenover het plan om zo’n platform voor heel DSM in te voeren. "Met praktijkvoorbeelden hebben we medewerkers kunnen overtuigen dat het om een vorm van procesoptimalisatie ging." Van Es wijst erop dat er veel energie is gestoken in het betrokken krijgen van de diverse DSM-businessgroepen. Er werd bijvoorbeeld een speciale werkgroep samengesteld die bedrijfsbreed eisen formuleerde voor het opzetten van een e-handelkanaal, en de voortgang begeleidde. "Daarin zaten mannen met voldoende kaliber en mandaten om het project goed verankerd te krijgen in de business. Dat was niet gelukt als we het als softwareproject hadden gepresenteerd." Daarbovenop bewaakt een lid van de raad van bestuur het geheel, houdt het programmamanagement bestaande uit automatiseerders én vertegenwoordigers van de businessgroepen wekelijks overleg en is er een keer per kwartaal een ‘e-business family meeting‘.
Betrek leveranciers erbij
Van Es adviseert andere bedrijven die een eai-project willen beginnen, om de leveranciers er nauw bij te betrekken. "Veel eai-softwarebedrijven zijn in vergelijking met erp- of crm-collega’s nog jong en volop in ontwikkeling. Wij hebben daarom Webmethods bewust actief mee laten denken bij de inrichting van het softwareproduct. Daarmee is de ondersteuning geborgd."
De projectleiding let er scherp op dat het product wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is: als standaard eai-implementatie voor het routen en mappen van berichten en het regelen van autorisatie en authenticatie. "Automatiseerders zijn geneigd om er ook tekortkomingen in backend-systemen mee op te lossen, bijvoorbeeld het maken van een extra tabel, met alle onderhoudsgevolgen van dien. Ons uitgangspunt is dat de erp-systemen de toon zetten. Daarin staan alle business-logica en ‘masterdata’. De middleware werkt met berichten waarin de gegevens zo summier mogelijk worden opgenomen en doorgestuurd. Houd het simpel! Dat werkt het best."
Rik Sanders, redacteur