Een Amerikaanse hof voor hoger beroep heeft Rambus voor het grootste deel gelijk gegeven in de rechtszaak van geheugenchipproducent Infineon. De beschuldigingen van fraude zijn verworpen.
Daarnaast stelt het beroepshof dat Rambus mag claimen dat Infineon inbreuk heeft gemaakt op zijn patenten. De Amerikaanse ontwerper van geheugenchips heeft namelijk patenten op fundamentele technologie voor geheugens. Infineon had er bij de rechtbank op aangedrongen dat die de patentenclaims niet ontvankelijk zou verklaren.
Dat is nu dus niet gebeurd. Rambus mag dan ook van de Amerikaanse rechter doorgaan met zijn eigen rechtszaak om royalties af te dwingen voor zijn gepatenteerde technologie. Het zou in totaal om minstens een miljard dollar gaan.
Hiermee draait het hoger beroepshof het eerdere oordeel van een federale rechtbank terug. Die had Infineon grotendeels in het gelijk gesteld. De zaak gaat nu weer terug naar het lagere niveau van de federale gerechtshoven.
Daar zullen de aanklachten opnieuw in overweging worden genomen, bezien het licht van de bepalingen van het beroepshof. Er is bijvoorbeeld nog onduidelijkheid bij de rechtbank over de definitie van vijf – voor deze zaak cruciale – technische termen.
Rambus is echter nog niet zeker van een totale overwinning. Het bedrijf is nog verwikkeld in diverse rechtszaken tegen andere geheugenproducenten en tegen-rechtszaken aangespannen door die bedrijven. Daarnaast heeft Rambus nog een onderzoek door de Amerikaanse handelscommissie FTC boven het hoofd hangen (https://www.computable.nl/artikels/archief3/d04jb3ap.htm).