Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Waar komt de eerste cyberterrorisme-aanval vandaan? AOL, Case closed? Waar zit die betrouwbare anonieme bron? Wat heeft Microsoft nu weer misdaan? Welke fabrikant wil nu niet zijn nieuwe computer aanprijzen?
Waar komt de eerste cyberterrorisme-aanval vandaan?
… uit de Verenigde Staten. IDC voorspelde in december dat er in 2003 een grootschalig cyberterrorisme-incident zou plaatsvinden. Zelden hebben de cijferaars van IDC sneller gelijk gekregen. Die gebeurtenis heeft namelijk al plaatsgevonden, alleen waren de daders niet zoals IDC vermoedde islam-fundamentalisten maar Amerikaanse militairen. Die hebben namelijk twee weken geleden Iraakse militairen en overheidspersoneel bestookt met e-mail. Terrorisme is misschien een zwaar woord, ‘spam’ is een betere typering. In die spam-berichten werden de ontvangers verzocht informatie over massavernietigingswapens door te geven aan de VS. Ook werden ze opgeroepen te breken met het bewind van Saddam Hussein. Nu maar hopen voor de aangeschreven Irakezen dat Saddam geen voorbeeld neemt aan Den Bosch. Die gemeente stelde een ambtenaar verantwoordelijk voor het ontvangen van porno-reclamemail en zette direct maar een ontslagprocedure in. Als Bagdad deze logica overneemt ziet het er voor veel Irakezen heel slecht uit.
AOL, Case closed?
… voor Steve wel. Het terugtreden van Steve Case, de bestuursvoorzitter van AOL Time Warner is een passend slotakkoord van de dotcom-hype die de tweede helft van de jaren negentig beheerste. Die periode startte met de beursintroductie van Netscape, beleefde zijn omslagpunt bij de beursintroductie van World Online en vindt nu zijn symbolische einde bij het terugtreden van Steve Case, één van de laatste internet-tycoons op een bestuurszetel. Hoewel we er allemaal bij waren, is de internetkoorts nu al bijna even onbegrijpelijk als de tulpenkoorts in de Gouden Eeuw. Netscape ging in augustus 1995 naar de beurs en bleek aan het eind van de dag 300 miljoen dollar waard, hoewel het bedrijfje in de drie voorafgaande kwartalen van zijn bestaan slechts 43 miljoen omzet had gemaakt. De ‘nieuwe economie’ deed zijn intrede, waarin geld eenvoudig leek te kunnen worden gecreëerd door de aandelenpers aan te zetten. Steve Case startte zijn America Online overigens al lang voor de browser zijn intrede deed. Het briljante van Case was dat hij zijn besloten netwerk wist om te bouwen tot een bloeiende internetgemeenschap. Na de overname van Compuserve in 1996 beleefde hij zijn ultieme moment van glorie met de overname van mediagigant Time Warner in januari 2000. De timing van de 180 miljard dollar transactie blijkt achteraf geniaal. Niet veel later begon de dotcom-bel barsten te vertonen en begonnen de koersen van de internetaandelen aan hun vrije val. In maart 2002 zag AOL Time Warner zich genoodzaakt de waarde van zijn internetpoot met 54 miljard dollar af te waarderen. Vorige week besefte Case dat hij, hét internet-gezicht van Time Warner, beter maar uit beeld kon verdwijnen. De tientallen miljoenen AOL-gebruikers ten spijt overweegt het grootste internetbedrijf ter wereld zich weer gewoon Time Warner te noemen.
Waar zit die betrouwbare anonieme bron?
… niet bij Apple. Het opvallendste aan de recent gehouden Macworld was dat geen van de Amerikaanse computerbladen, Mac-roddelsites of andere zogeheten ingewijden vooraf ook maar één juiste voorspelling had gedaan. Nog voor de opening van de Macworld was Apple al afgeschreven door Merrill-Lynch omdat het bedrijf behalve wat teleurstellende resultaten ook nauwelijks noviteiten in de pijplijn zou hebben. Elke nieuwsbron die claimde meer te weten dankzij betrouwbare bronnen binnen het bedrijf zat er vervolgens ook volkomen naast. Hoe doet Apple dat? Bekend is dat Steve Jobs toeleveranciers contracten met vreselijke boeteclausules laat ondertekenen, als ze maar iets laten uitlekken. Maar dat ook intern in die Apple-coterie nooit eens een mailtje wordt doorgestuurd naar een bevriende journalist of anderszins de mond voorbij wordt gepraat, doet vermoeden dat Steve Jobs er verschrikkelijk de wind onder heeft. Niemand voorspelde de uiterst platte Power Book met 17 inch beeldscherm, de 12-inch Power Book, de Keynote presentatiesoftware of de browser Safari. Apple verraste ook met de integratie van de draadloze standaard Bluetooth.
Van welingelichte bronnen was vooraf vernomen dat Apple met een iPod met video-ondersteuning en Mac-tabletten zou komen. Jobs blijft verrassen. Of het veel oplevert, weet ik niet. Maar het blijft knap.
Wat heeft Microsoft nu weer misdaan?
… goedkope software aanbieden. Wie video of muziek wil afspelen op een computer heeft afspeelsoftware van Microsoft, Real Networks of Apple nodig. Deze drie marktleiders hebben hun eigen bestandsformaten voor (streaming) video en geluid, maar ondersteunen daarnaast ook standaarden als mpeg. Met het huidige mpeg-2 kunnen alle huidige leveranciers van digitale media uitstekend uit de voeten en wat ligt meer voor de hand dat de nieuwe standaard mpeg-4 even breed wordt geaccepteerd. Maar nu vreest de verzamelde media-industrie dat Microsoft zijn eigen Windows Media Format (wmf) gaat pluggen tot onvermijdelijk multimedia-format, zoals het Word-format dat is geworden voor documenten. Voor die zorg is wel enige grond. Voor het eerst stelt Microsoft zijn mediacompressietechnologie – de codecs – nu beschikbaar voor niet-Windows platforms. Daarbij berekent het een licentieprijs die de helft is van mpeg-4. En over die mpeg-licentieprijzen is vorig jaar net eindeloos vergaderd door alle bedrijven, inclusief Microsoft, die onderliggende technologie hebben ingebracht. Microsoft plugt kortom zijn eigen formaat, terwijl Apple en Real Networks al hun steun aan mpeg-4 hebben betuigd.
Bestaat nu het ‘gevaar’ dat we op termijn digitale camera’s krijgen met Windows-logo of dvd’s in Windows Media Format? De media-industrie zal toch wel wijzer wezen? Bovendien, als mpeg-4 kwalitatief kan concurreren met wmf, volstaat een prijsverlaging in het tarief. Met dank aan Microsoft.
Welke fabrikant wil nu niet zijn nieuwe computer aanprijzen?
… Hewlett-Packard. Ssstt. Niet verder vertellen, maar een dezer weken komt de nieuwe Alpha-processor, de EV7, uit. Eigenaar Hewlett-Packard wil het er eigenlijk niet over hebben, want het zou klanten alleen maar verwarren. De Alpha-processor is namelijk nog altijd vele malen sneller dan de Intel Itanium chips waar Hewlett-Packard zijn toekomst op heeft gebouwd. We zullen dan ook ongetwijfeld de gebruikelijke snelheidsvergelijkingen moeten ontberen, als HP er al een bericht aan wijdt. De EV7 is de laatste generatie Alpha-chips die Hewlett-Packard gaat fabriceren. In 2006 sluit het boek van de best ontworpen maar slechtst verkochte chip aller tijden. Computerfabrikant Digital (Dec) bedacht het snelheidsmonster, maar kon er geen succes van maken. Compaq deed na de overname van Digital een mislukte poging de Alpha breder te positioneren in zware bedrijfscomputers (wie herinnert zich de ‘Wildfire’ nog?); Hewlett-Packard tenslotte kon na de overname van Compaq niet veel anders dan vasthouden aan de ‘Intel-only’-strategie. De hele portfolio van het huis – PA-Risc, Mips (Tandem) en Alpha – wordt op termijn ingewisseld voor Intel Itanium.
Fred van der Molen