De Commissie Andriessen adviseert de gemeente Amsterdam het voortouw te nemen voor een glasvezelnet tot in de meterkast. Dit overlaten aan marktpartijen duurt te lang.
Daarnaast is er het gevaar van monopolievorming, waarschuwt de Commissie. Deze is door Amsterdam gevraagd om zijn licht te laten schijnen over de haalbaarheid, opzet en inrichting van een netwerk dat alle huishoudens en bedrijven in de stad op glasvezel aansluit.
Het adviseert Amsterdam nu al te beginnen met deze grootschalige verglazing (vierhonderdduizend aansluitingen), omdat het tussen de zeven en tien jaar kost voordat deze klus klaar is. Tegen de tijd van afronding is alleen glasvezel in staat om aan de capaciteitsvraag te voldoen, verwacht de commissie.
Verder stelt het dat participatie van de gemeente een absolute voorwaarde is om het project onder de huidige marktomstandigheden te laten starten. Het adviseert de gemeente een ontwikkelingsmaatschappij op te richten, waarin het samen met woningcorporaties en private financiers geld steekt. Het schat dat de uitrol van de passieve infrastructuur in het stadsdeel Zeeburg, ruim een tiende van het totaal aantal aansluitingen, 32 miljoen euro kost. De gemeente zou vier miljoen euro voor zijn rekening moeten nemen, de rest moet uit andere bronnen komen. Als het project in Zeeburg slaagt zou deze opzet voor verglazing van de hele stad gebruikt kunnen worden.
De commissie heeft marktpartijen gepolst of zij bereid zijn de infrastructuur te bouwen en te exploiteren. Dat blijkt het geval al waarschuwt de commissie dat de alternatieven beperkt voor handen zijn. Met een abonnementsprijs van 50 euro per aansluiting zou een kosteneffectiefe exploitatie van de glasvezelkabel uit te voeren moeten zijn. De abonnee krijgt voor deze prijs een snelle verbinding met internet van 10 Mbps of meer. De markt mag bepalen of er voor die prijs ook andere diensten als televisie en telefonie bijkomen.