Linux en de corresponderende open source software (oss) applicaties vormen ongetwijfeld de enige realistische bedreiging voor Microsoft en Windows op Intel-computers of computers met equivalente processoren. Nieuw is dat Microsoft het daarmee eens lijkt te zijn.
Het laatste interne Microsoft-memo dat uitlekte (dat is niet ongebruikelijk, omdat ze hun eigen software gebruiken) heeft het over de groeiende dreiging van oss en over de noodzaak die te bestrijden. Een van de consultancy-bureaus, IDC, heeft cijfers gepubliceerd die suggereren dat de totale eigendomskosten hoger kunnen zijn met Linux dan met Windows. Bedenk daarbij dat dit het resultaat was van een onderzoek door IDC voor Microsoft, dus doe ermee wat je wilt.
Er is geen bedreiging voor Microsoft op de korte termijn. Hoewel Linux zijn opwachting maakt binnen ondernemingen, is dat nog van weinig betekenis vergeleken met Microsofts aandeel, de grotere systemen van IBM en HP even buiten beschouwing gelaten. IBM brengt bijvoorbeeld trots hoge verkoopcijfers van Linux naar buiten, maar die vallen in het niet in vergelijking met de verkoopcijfers van hun andere systemen.
Microsofts vrees voor Linux is gebaseerd op toekomstvisies. De recente aanpassingen van de kosten van (licenties op) Microsoft-producten heeft veel klanten geërgerd en hen ertoe aangezet oss te onderzoeken en pilots te bouwen. Veel van deze applicaties blijken heel goed en zeker gelijkwaardig aan een Windows-systeem, tegen veel lagere kosten – met name als je naar de toekomst kijkt. De implicaties van het succes van deze kleinschalige experimenten verontrusten Microsoft.
In het verleden heeft Microsoft de concurrentie altijd meedogenloos uitgeschakeld; ze moedigden ‘partners’ aan tot die een plek op de markt hadden veroverd, en namen hen dan over. Dat is alleen mogelijk door een monopolie dat wordt gesteund door enorme financiële hulpmiddelen. Kijk naar wat ze in het verleden hebben gedaan met Lotus, Novell, Wordperfect, enzovoort. Hun snelheid van opereren is opmerkelijk, met name met betrekking tot de internetrevolutie. Microsoft miste de eerste boot, maar met het enige beschikbare besturingssysteem in handen, kon het makkelijk Sun, Netscape en anderen wegdrukken, toen ze het potentieel eenmaal onderkend hadden.
Microsoft vindt het echter niet eenvoudig om de oss-dreiging af te weren. Het stelen van marktaandeel (bijvoorbeeld door Internet Explorer weg te geven) zette de oppositie financieel onder druk, waardoor Microsoft in het verleden de markt kon exploiteren. De oss-gemeenschap is moeilijker aan te vallen. De oppositie is veel minder concreet en vormt geen makkelijk doelwit. Dat zal geleidelijk veranderen wanneer bedrijven die oss-producten als pakket verkopen, zoals Red Hat en SCO, groter worden; het zijn commerciële bedrijven die winst moeten maken, of het nu om oss gaat of niet.
Er is nog een intrigerende invloed op het Microsoft-versus-oss-debat, en wel de impact van derdewereldlanden, met name China en India, die hun aanwezigheid al doen voelen. Er zitten echter twee kanten aan de China-India-medaille: die van de consument en die van de leverancier. India is al gevestigd als softwareontwikkelaar voor het Westen, onder meer op het gebied van toepassingen voor mainframes, Unix en Windows. Het meeste programmeerwerk gebeurt op contractbasis, waarbij handig gebruik wordt gemaakt van de lage lonen. Er zijn echter enkele inventieve softwarehuizen die moeten proberen toepassingenpakketten te ontwikkelen om te concurreren met de softwarehuizen uit Amerika, Japan en Europa. China is er evenzeer bij betrokken.
Dergelijke pakketten moeten mikken op de grote massa en zodanig zijn samengesteld dat ze op dezelfde wijze op de markt kunnen worden gebracht als de Amerikaanse software op de Europese markten. Er zal dus niet sprake zijn van een impact op stel en sprong.
China en India vertegenwoordigen een enorme consumentenmarkt, maar het inkomen van de mensen in die landen is laag, zo’n 500 euro per jaar. In een dergelijke markt is Windows niet erg aantrekkelijk, Linux wel. Onlangs maakte Bill Gates een tournee door India, waar hij als een koninklijke hoogheid werd ontvangen. De Indiase softwareontwikkelaars staan massaal achter Microsoft. Dat is logisch, omdat hier het contractwerk wordt gedaan, terwijl het Westen worstelt om orde te brengen in de chaos van Windows 98 en toepassingen met een dikke-client-architectuur. Geruchten uit China vertellen echter een ander verhaal: de interne markt heeft daar meer betekenis en dus is zich men sterk bewust van de kosten. Naar het schijnt steunt China oss. Te zijner tijd zal de thuismarkt in India ongetwijfeld ook een dergelijke impact hebben.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.