Het merendeel van de koffiedikkijkers verwacht dat eind dit jaar een herstel van de ict-bestedingen intreedt. Naarmate die cruciale deadline naderbij komt temperen ze de verwachtingen echter alweer. Ondertussen lijken de marktleiders zich goed aan het winterse ict-klimaat te hebben aangepast. Voor de marktvolgers zijn het echter barre tijden, zeker voor de telecomleveranciers.
De gevolgen van het jubeljaar 2000 zijn nog steeds niet uitgewist. Na de ongekende groei in ict-bestedingen en het ongekende verval het jaar erop, volgde in 2002 noodgedwongen sanering op herstructurering. Vrijwel elk bedrijf binnen de ict moest eraan geloven: ontslagen, kostenbesparingen, reorganisaties. Wereldwijd verdwenen tienduizenden banen, sloten honderden fabrieken hun deuren en werden investeringsplannen met miljarden teruggeschroefd. Kortom, de in 2000 zo explosief groeiende ict-sector bleek ineens een normale industrietak.
|
Vermageringskuur
De marktonderzoeksbureaus gaan er nu van uit dat, mede dankzij deze gedwongen vermageringskuur, de meeste ict-bedrijven eind dit jaar weer volop kunnen profiteren van een herstel in de bestedingen. De voorspellingen van de diverse onderzoekers ontlopen elkaar niet eens zoveel; vrijwel alle mikken op eind 2003 als omslagpunt. Wel verschillen hun ramingen wat betreft de omvang van de toename van de (Europese) ict-bestedingen. IDC bijvoorbeeld raamt 7 tot 10 procent groei, Gartner 7 procent, Aberdeen Group 4 procent en Forrester 1 procent.
De groei komt volgens Gartner en IDC vooral voor rekening van toenemende bestedingen aan systeemintegratie, mobiele en draadloze toepassingen, verbeterde netwerken, beveiliging en een verdere opmars van internettoepassingen. Volgens andere onderzoekers zullen vooral de vervangingsinvesteringen verantwoordelijk zijn voor het groeiherstel. In dat opzicht heeft 2004 betere papieren dan (eind) 2003. In 2004 zijn namelijk veel netwerken en computersystemen uit de topperiode 1999/2000 aan vervanging toe. Bedrijven die dan nog wachten met nieuwe investeringen dreigen hun concurrentiepositie op het spel te zetten. Opgeteld bij de oorlogsdreiging rond Irak komt 2004 daardoor meer en meer in beeld als hét jaar van het echte herstel van de ict-bestedingen.
Oorlogssterkte
Het wordt dus nog even flink doorbijten in 2003, zeker tot september. De marktleiders lijken dat terdege te beseffen. Toen ’s werelds grootste computerconcern IBM eind april 2002 plotsklaps een 35 procent lagere kwartaalwinst noteerde, sloeg vrijwel iedereen de schrik om het hart. In feite was de fors lagere winst echter een afspiegeling van het uitgekiende saneringsprogramma dat Big Blue doorvoerde om op zijn kosten te besparen. In dat kader moest het concern eenmalige kosten maken om de herstructurering en de sanering van duizenden banen te financieren. Over het derde kwartaal bleken de resultaten van IBM met een nettowinst van 1,3 miljard dollar op 19,8 miljard omzet alweer vrijwel stabiel.
|
IBM is dus weer op oorlogssterkte. Het heeft dat mede te danken aan een effect dat altijd lijkt op te treden in tijden van economische tegenwind. Klanten, vooral de zakelijke, hebben dan de neiging terug te vallen op de in hun ogen betrouwbare leveranciers. Dat zijn in veel gevallen de bedrijven die al langere tijd de dienst uitmaken in hun specifieke marktsegment; voor onzekere avonturen met tweede keuzes of nieuwelingen is even geen tijd.
Van dit effect weten ook marktleiders als Nokia (mobiele netwerken en telefoons), SAP (bedrijfssoftware), Intel (chips), Cisco (netwerken) en Microsoft (pc-software) te profiteren. De laatste wist over het derde kwartaal van 2002 zelfs een verdubbeling van de winst te behalen, ondanks de introductie van zijn omstreden softwarelicentieprogramma en de aanhoudende juridische strijd waarin het concern is verwikkeld.
Extra saneringsjaar
Tegenover de stabiele resultaten van de marktleiders staan de naar verhouding kwakkelende prestaties van de ‘volgers’, of ze nou twee, drie of vier op de ranglijst staan. Typische voorbeelden zijn de nieuwe mobiele combinatie Ericsson/Sony (mobiele netwerken en telefoons), Baan (bedrijfssoftware), Advanced Micro Devices (chips) en Juniper (netwerken). Stuk voor stuk zien ze hun marktvoorbeelden verder uitlopen, waardoor ze de broekriem nog strakker moeten aanhalen. Voor hen betekent 2003 dan ook vrijwel zeker een extra saneringsjaar.
Of dat ook geldt voor Nederlandse topspelers in de ict valt nog te bezien. Philips meldde over het derde kwartaal van 2002 nog een verlies van 330 miljoen euro. Dit was echter vooral te wijten aan de last van 339 miljoen die het concern moest nemen voor zijn belang in het verlieslatende Vivendi. De omzet steeg bovendien. Vandaar dat topman Kleisterlee ervan overtuigd is dat Philips het jaar met winst kan afsluiten. Daarna hoopt het concern de positieve lijn in 2003 te kunnen doortrekken. Dat is mede te danken aan een omvangrijke saneringsronde die eerder in 2002 is gestart. Philips heeft dus op tijd gereageerd op de malaise.
Voor Asml geldt dat deels ook. Deze chipmachinefabrikant schrapte vorig jaar al 1400 banen, en maakte onlangs bekend nog eens 1450 werknemers naar huis te sturen. Het concern hoopt daarmee slank genoeg te zijn om de periode tot de opleving redelijk ongeschonden te kunnen doorkomen.
Zure appel
Vrijwel zeker is dat de ict-dienstverleners nog lang niet door de zure appel heen zijn. Of het nou gaat om EDS, Cap Gemini Ernst & Young of het Brits/Nederlandse Logica CMG, stuk voor stuk verwachten zij ook voor 2003 nauwelijks verbetering. Dit heeft alles te maken met de aanhoudende aarzeling bij hun klanten om in 2003 te investeren in innovatieve projecten. Voorlopig voert kostenbesparing de boventoon. Datzelfde geldt voor de telecomsector, waar onder andere de uitgestelde umts-belofte roet in het eten heeft gestrooid. Van telecomconcern tot telecomleverancier is het nog steeds saneren geblazen. Het eens zo veelbelovende Lucent bijvoorbeeld moet opnieuw duizenden banen schrappen om de financiële huishouding op peil te krijgen.
Voor deze bedrijven lijkt het jaar 2003 te vroeg voor een structureel herstel. Ook voor de rest blijft het afwachten of voor hen de zon dit jaar weer gaat schijnen.
Marten Dijkstra