Vanwege de Japanse dominantie op het gebied van consumentenelektronica, camera’s en dergelijke, vreesde de computerindustrie een soortgelijke overname van de markt in de jaren negentig.
Om tal van reden gebeurde dat niet. Japans succes maakte het land mikpunt van andere Zuidoost-Aziatische landen. Eén reden voor een mislukte overname van de it-industrie was het taalprobleem. Vanwege de Amerikaanse invloed is Engels de voertaal in de it-industrie. Het Japans kent niet eens eenzelfde set karakters. Daardoor ging veel technische inspanning van de Japanners zitten in ondersteuning van de eigen taal, die buiten Japan van weinig waarde was.
Daarentegen domineerde Japan de markten voor mechanische apparatuur, waar taalproblemen geen rol spelen. In de it-industrie uitte dit zich in onder meer in printers en diskdrives. De aanwezigheid in de pc-industrie was echter niet significant. Japan was een belangrijke leverancier van ic-componenten. Maar op ic- en pc-gebied moesten ze het afleggen tegen Taiwan, Maleisië en nu China.
Een sector waar de Japanse it-industrie bloeide, was de mainframe-compatibele markt. Nec, Fujitsu en Hitachi maakten IBM bang in de jaren tachtig. Het IBM System/370 en de daaropvolgende modellen waren het doelwit; Honeywell en Unisys werden genegeerd. Ze maakten hun eigen besturingssystemen voor deze machines maar committeerden zich eraan de IBM-software in de internationale markt te ondersteunen en richtten zich op hardware ten koste van software. Dat was de algehele trend in die tijd, Japanse bedrijven voegden zich bij Amdahl en Comparex, en een of twee start-ups in de enorme plug-compatibele markt. Die markt is in de loop der jaren gekrompen, toen IBM de zaken op orde kreeg en de eigen markt succesvol verdedigde. Daardoor bezitten Hitachi en Fujitsu nu wat er over is van deze bedrijven, inclusief ICL. Ik ben benieuwd wat er met hun eigen software is gebeurd. Die werd verkocht in Australië en drong vandaar Engeland binnen via Australische verzekeringsmaatschappijen. De software had een goede naam en draaide naar verluidt twee keer zo snel als het equivalente MVS-systeem.
De Japanse software-industrie bezit overduidelijk talent genoeg; er is geen reden waarom ze internationaal geen vuist zou kunnen maken. Unix is voor haar de weg voorwaarts geweest, na de IBM-compatibelen. Er werd enig succes geboekt, met name in de sector werkstations. Maar verrassenderwijs worstelen ze nog steeds op het gebied van de bedrijfscultuur, omdat ze Sun-systemen in licentie hebben genomen en hun Amdahl-organisatie gebruiken voor veel ontwikkeling.
De laatste interessante ontwikkeling is de beweging naar de Linux-markt. Dat is zinnig, want de goedkope software zorgt ervoor dat de excellente Japanse hardware een nog betere koop is. Professionele Linux-leveranciers verkopen verpakking, onderhoud en andere diensten rond de ‘vrije’ software. De Japanners lijken in een goede positie te verkeren om hun eigen Linux-aanbod te ontwikkelen, maar de meest prominente aanwezigheid is bereikt via het aankopen van Turbolinux door Software Research Associates.
Turbolinux is een van de gevestigde Linux-leveranciers en wordt samen met Suse en Red Hat gesteund door IBM. Het is dan ook interessant om te zien dat Turbolinux en Suse samen de producten van de server-lijn van IBM op de korrel nemen.
Is dit de tijd voor consolidatie in de Linux-industrie met fusies waarbij Japanse bedrijven sterk zijn betrokkken? Het kan HP/Compaq en misschien ook Sun en IBM in de nabije toekomst in verlegenheid brengen.
Het andere terrein waar Japanse technologie sterk is, is opslagsubsystemen. Dit is weer de hightech waarin ze zo goed zijn, maar er zijn ook belangwekkende softwareproducten voor nodig. Alleen de operatorinterfaces zijn afhankelijk van taal. De software voor het beheren van san- en nas opslag-farms is een kritiek element en je zou verwachten dat de Japanners, traditioneel sterk in engineering en telefonie, zich sterk profileren. Er zijn nog problemen met standaarden en samenwerking, maar er is geen reden waarom grote Japanse bedrijven, die in ieder geval belangrijke leden zijn van de meeste stanadaardisatieorganisaties, meer problemen zouden hebben dan de Amerikaanse bedrijven. IBM, Sun, EMC, enzovoort, beconcurreren elkaar én de Japanners, en dus is de kans op kartelvorming om de niet-Amerikanen buiten te houden gering.
De trend naar meer standaardsoftware en oss in het bijzonder zou in de nabij toekomst kunnen uitmonden in een flinke Japanse aanwezigheid in de software-industrie.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.