Universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijven toonden afgelopen woensdag in Den Haag de eerste versie van een serviceplatform voor de bio-informatica Bio-asp.
Hoofddoel is het aanbieden van infrastructuur voor het uitwisselen en verwerken van digitale gegevens uit de gentechnologie. Wat nog ontbreekt is de hardware, de software en de ict’ers. Hét kenmerk van bio-informatica is, volgens Jan Willem Tellegen, directeur Bio-asp: "Miljoenen gigabytes aan data integreren en hier kennis uit destilleren." Het is meteen de brug naar wat hij ziet als het grootste probleem van het dienstenplatform Bio-asp.
De overheid ziet grote mogelijkheden voor deze kennisinfrastructuur op het gebied van ‘genomics’. Via het Nationaal Regie Orgaan Genomics (Nrog) stelde het Rijk vorig jaar zo’n 260 miljoen euro beschikbaar. Het ministerie van Economische Zaken bevordert de samenwerking tussen industrie, universiteiten en onderzoeksinstellingen (Ices/KIS-3). In Bio-asp verenigen zich onder andere de universiteiten in Amsterdam, Delft, Wageningen, Nijmegen en Leiden. In totaal zijn zo’n twintig onderzoeksinstituten en bedrijven, waaronder Unilever en Organon, betrokken bij de opzet van het onderzoeksnetwerk.
Kijk voor een uitgebreid artikel in deComputable van 6 december 2002.