Intel is druk bezig ‘proactieve netwerken’ te testen waarin draadloze remote sensors via WiFi-stations gegevens vergaren en doorsturen. Intel bouwt de sensors waarschijnlijk niet zelf, maar richt het begerige oog met name op de chips in de doorgeefstations.
Vice-president David Tennenhouse, directeur van Intel Research schatte deze week op een conferentie in Californië dat dit soort netwerken in snel tempo werkelijkheid wordt. Algemeen wordt verwacht dat gezondheidszorg en industriële toepassingen voorop zullen lopen bij de introductie van proactieve netwerken.
Prozaïsche toepassingen omvatten het op afstand in de gaten houden van Alzheimerpatiënten of het continu meten van klimaatomstandigheden zoals vocht, temperatuur en windsnelheid door sensors. Bedrijven als Honeywell en Johnson Controls zijn al begonnen met de productie van dit soort automaatjes.
Spectaculairder oogt een proef met het Jet Propulsion Laboratory om de technologie te gebruiken voor het leggen van een internetverbinding met Mars. De sensors vergaren op de planeet data over hun omgeving en sturen die naar een router die zich in een baan rond het hemellichaam bevindt. De data doen er daar vandaan drie minuten over om de aarde te bereiken; een beetje lang voor een klassieke Ethernetverbinding. De gegevens worden waarschijnlijk in cache gezet om dit probleem te omzeilen.
Intel richt zich, als gezegd, met name op de processoren in de doorgeefstations. Die zullen naar verwachting 802.11-chips bevatten naast flashgeheugen en Xscale-processoren. Er blijven overigens nog een paar interessante, technische hobbels over: bijvoorbeeld de netwerkstandaards die de sensors en derelay-stations gaan gebruiken en de levensduur van de batterijen. Want de Marsmannetje zullen wel geen Philips-batterijen op zak hebben…