Hewlett-Packard heeft geen oogje op Bea, leverancier van Java-applicatieservers. Geruchten, deze week versterkt door een rapport van Forrester-analisten, ontkent HP in alle toonaarden.
Bea is en blijft een samenwerkingspartner. "Wie HP-UX 11i aanschaft, krijgt er Bea’s Weblogic server op proef bij", aldus Gertien Stuit, softwaremanager bij HP Nederland.
Na het schrappen van de applicatieserver Netaction, deze zomer, resteren Openview en Opencall, de modulaire platformoverspannende beheersoftware voor ip- respectievelijk telecomnetwerken, in het softwareportfolio. Op de halfjaarlijkse Europese softwarebijeenkomst in Lissabon domineerden dan ook de productnieuwtjes en nieuwe partner-aankondigingen voor deze twee.
Gereedschappen
De markt voor webapplicaties biedt HP nieuwe mogelijkheden. Met Webservices Management Engine biedt het daarom nieuwe gereedschappen voor het beheren van gedistribueerde applicaties. De module kijkt daarvoor naar transacties op basis van Soap (simple object acces protocol) en Wsdl (Web services description language).
Deze productaankondiging volgt enkele maanden na die van Webtransaction Analyzer en Webtransaction Observer, beide bedoeld voor het opsporen van knelpunten in het netwerk.
Een van de andere nieuwe modules koppelt Openview aan Microsofts Windows-beheerhulpmiddel Active Directory. Compaqs beheerproduct Inside Manager is middels een andere nieuwe module ook in te voegen. HP kondigde ook een partnerschap aan met Alteris, dat zich toelegt op software voor het installeren van applicaties in een Windows-netwerk. Tot slot zijn nieuwe plug-ins uitgebracht voor omgevingen op basis van J2ee, zoals Sun One, IBM’s Websphere en Bea’s Weblogic. Ook de beheerbaarheid via Openview van Microsofts .Net platform is door vergelijkbare plug-ins gedekt.
Voor Opencall kondigde HP een dienst aan die telecomaanbieders in staat stelt eenvoudig naar behoefte diensten te wisselen van een telecom- naar een ip-netwerk en terug. Stuit: "In plaats van het laten rondzwerven op het dure netwerk van sms’jes, hevel je ze tijdelijk over naar het ip-net."
Gijs Hillenius