Uit het rapport ‘De groei voorbij’ van onderzoeksbureau Marketons blijkt dat de nederlandse it-sector de werkgelegenheid in 2002 met 23.000 banen ziet verminderen.
De auteurs van het rapport, Willem Veldkamp en Bert Landman, voorzien tot 2005 een verdere afname tot in totaal 46.000 banen.
In het rapport worden de ontwikkelingen in de it-sector in Nederland tussen 1980 en 2001 geanalyseerd waarbij met name gekeken is naar de relatie tussen de ontwikkeling van de economie en de ontwikkelingen op de it-markt. Die analyse vormt de basis voor een gedetailleerde prognose voor 2002 en een drietal scenario’s voor de jaren tot 2005.
Voor dit jaar wordt de daling van de omzet op de IT-markt ingeschat op bijna 5 procent naar een totaal van ruim 14 miljard euro. Dat bedrag heeft betrekking op de traditionele markt, exclusief telecommunicatie en exclusief industriële automatisering en micro-elektronica.
Uit het rapport blijkt verder dat vanaf 1990 de groei van de markt grotendeels bepaald is door de sterke groei van het aantal eindgebruikers. Het Millennium-probleem, de invoering van de euro en de Internet-hype blijken niet meer dan incidentele onderbrekingen te zijn geweest.
Het zijn met name demografische redenen die ervoor zorgen dat het aantal eindgebruikers de komende jaren nauwelijks groeit. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor een eventuele groei van de IT-sector zelf.
Veldkamp en Landman stellen vast dat it geen meetbaar effect heeft gehad op de verbetering van de arbeidsproductiviteit. Ook in de verwachtingsperiode tot 2005 zal de sector waarschijnlijk niet noemenswaardig bijdragen aan de verbetering van de arbeidsproductiviteit op macroniveau. Dit kan alleen veranderen als de wereldeconomie zich bijzonder snel herstelt en de it-sector gelijktijdig extreem hoge daadkracht demonstreert.
De modernisering van computersystemen en de consolidatie van back-end systemen lijkt juist datgene te zijn dat de link tussen IT bestedingen en het aantal zakelijke eindgebruikers in stand houdt. Immers, vernieuwing en consolidatie is een continu proces, waar – zo blijkt uit de cijfers – de afgelopen periode een vast bedrag per eindgebruiker aan wordt uitgegeven. Een andere factor die deze link in stand houdt zijn waarschijnlijk de financiële planners van de grote bedrijven, die de schommelingen in hun IT uitgaven per jaar beperkt willen houden. Natuurlijk kunnen we niet met zekerheid zeggen dat er een causaal verband ligt tussen het aantal zakelijke eindgebruikers en de totale IT bestedingen, maar we hebben in elk geval een zeer opvallende correlatie geconstateerd die al acht jaar stand houdt.
Met de “tech-savvy” ouderen brengt dhr. Gosliga een interessant punt naar voren. Deze ouderen vallen echter buiten het bereik van het onderzoek, dat zich richt op zakelijke IT uitgaven en IT banen bij bedrijven. Technologie voor ouderen zoals dhr. Gosliga beschrijft, valt daarentegen min of meer in de categorie consumentenelektronica.
Tot slot over het “waterdicht aantonen” van verbanden en het redeneren daarmee: Wetenschappelijk gezien is kijken naar ontwikkelingen in het verleden de enige manier om valide toekomstvoorspellingen te doen. We kunnen immers nooit bewijzen dat bepaalde dingen gaan gebeuren, maar op basis van het statistisch wetsbegrip gaan we ervan uit dat des te vaker een ontwikkeling in het verleden heeft plaatsgevonden, des te groter de kans is dat diezelfde ontwikkeling in de toekomst weer plaatsvindt – ceteris paribus.
In dat laatste zit natuurlijk het probleem: zoals dhr. Gosliga terecht opmerkt, is het onmogelijk om een complex fenomeen als IT te isoleren uit zijn context. Dat wil uiteraard niet zeggen dat we het niet moeten proberen. De correlatie is duidelijk aanwezig, en op basis van het onderzoek en hun ervaring denken de onderzoekers dat deze relatie sterk genoeg is om hun mening op te baseren. Hoe en waarom die relatie precies tot stand gekomen is, valt niet precies aan te tonen door ons mensen, simpelweg omdat we zelf deel uitmaken van die relatie. We kunnen alleen maar ‘educated guesses’ maken.
De constateringen in het Marketons rapport zijn naar onze bescheiden mening wel bijzonder goed opgeleide gokken, zeker in vergelijking met andere onderzoeken.