Cap Gemini dacht de Europese ict-dienstverlening met de overname van de consultancytak van Ernst & Young in zijn zak te hebben. Onder het motto ’te duur’ wezen opdrachtgevers de consultants echter meer en meer de deur. Nu staat bij Cgey ‘uitbesteding’ hoog in het vaandel. Te laat, zeggen sommige analisten. Anderen menen dat het concern nog voldoende tijd heeft om de vruchten te plukken van de veelbelovende uitbestedingmarkt – als dat maar met overleg gebeurt.
Mei 2001. Europa’s grootste ict-dienstverlener, Cap Gemini, heeft elf miljard dollar over voor de consultants van een van de ‘Big Five’ accountantsconcerns, Ernst & Young. Het lukt de Fransen de buit binnen te halen. De champagne vloeit rijkelijk; consultancy in combinatie met ict stond immers garant voor een aanzwellende inkomstenstroom.
Luttele maanden na de overname keert het tij voor het concern, dat inmiddels is omgedoopt tot Cgey. De plotseling intredende winter bij ict-projecten in vooral telecommunicatie en de financiële sector treft vooral de dienstverleners die hun ‘dure’ consultants op grote schaal bij deze bedrijven hebben uitgehuurd. Cgey is daar, samen met concurrenten als Pinkroccade en CMG, een van. Tot overmaat van ramp reageert de onderneming niet snel genoeg op de plotselinge klimaatverandering. Na enig wikken en wegen stuurt ze eind 2001 5400 ‘bankzittende’ consultants naar huis.
|
Geen andere keuze
De povere resultaten laten de ict-dienstverlener geen andere keuze. Of, zoals topman Paul Hermelin onlangs verklaarde: "We moeten onze interne kostenstructuur in overeenstemming brengen met de marktomstandigheden." De cijfers laten er inderdaad geen twijfel over bestaan dat Cgey fors moet ingrijpen. Vergeleken met 2000 daalde over 2001 de omzet al met 1 procent en de nettowinst met 72 procent. Over het afgelopen half jaar belandde de dienstverlener nog verder in het rood op een 16 procent lagere omzet (zie grafiek). Alsof dat nog niet genoeg is, meldde Cgey over het afgelopen kwartaal een ruim 14 procent lagere omzet (1,62 miljard euro) vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Voor geheel 2002 gaat het concern uit van een omzetterugval van 7 procent. Een lichtpuntje is dat Cgey via zijn Leap-programma dit jaar een operationele marge denkt te kunnen behalen van 2 tot 3 procent.
Heeft Cgey de malaise deels aan zichzelf te danken? Menig analist meent dat het concern drastische saneringsmaatregelen te lang heeft uitgesteld. Ze noemen als voorbeeld de kleinere Europese rivaal Atos Origin, die de reorganisatie van zijn personeelsbestand al lang en breed achter de rug had alvorens het eind juni de Nederlandse en Britse consultancytak van accountantsconcern Kpmg overnam.
Cgey zet door de gebleken kwetsbaarheid van de consultancytak nu volop in op uitbesteding, vooral op het lucratieve bpo (business process outsourcing). Daarbij neemt de ict-dienstverlener een deel van de bedrijfsprocessen over van zijn zakelijke klanten. Deze servicecontracten worden vastgelegd in meerjarenovereenkomsten die vaak miljoenen, zo niet miljarden euro’s opleveren. Cgey heeft de ambitieuze doelstelling dat rond 2004 30 procent van de totale omzet uit uitbesteding komt. Nu is dat nog een kwart. Door herinrichting van de organisatie in drie divisies – advies, technologiediensten en uitbesteding – hoopt het bedrijf met de beste uitbestedingpartijen mee te kunnen.
Te gemakzuchtig
Het is de vraag of dat lukt. Op de Noord-Amerikaanse markt heeft het ijzersterke duo EDS en IBM Global Services het leeuwendeel van de servicemarkt in handen. Op de Europese markt moet Cgey opboksen tegen rivalen als opnieuw EDS en Big Blue, en daarnaast Accenture, Getronics, Pinkroccade, CMG en Atos Origin. De laatste is met zevenhonderd miljoen euro omzet uit uitbesteding marktleider in Nederland. De vraag is dus of Cgey niet te laat zijn vizier heeft gericht op de op het eerste gezicht lucratieve uitbestedingmarkt.
Zeker is dat de servicemarkt, vooral wat betreft uitbesteding, veelbelovend is. Nu al wordt de omzet berekend in miljarden. In 2005 is dat volgens Gartner Dataquest opgelopen tot 865 miljard dollar, waarvan 423 miljard in West-Europa wordt gespendeerd. Ondanks de concurrentie lijkt Cgey dus goed te zitten. De uitbestedingmarkt kent echter ook zijn bedreigingen. Onlangs bleek de kwetsbaarheid van langdurige servicecontracten weer eens, toen EDS bekend maakte dat het nog steeds wacht op 150 miljoen dollar van het wankele Worldcom. EDS heeft een langdurig miljardencontract met het telecomconcern, waarvan nu de vraag is of er ooit betaald wordt. Al eerder wees marktonderzoeker Gartner erop dat de service-industrie soms te gemakzuchtig omspringt met contracten. Daarnaast proberen uitbesteders door de economische onzekerheid contracten af te sluiten waar ze weer vrij gemakkelijk onderuit kunnen.
Dat Cap Gemini inzet op uitbesteding is begrijpelijk. Daar valt de winst te halen. Het is voor Europa’s grootste dienstverlener echter wel zaak om zorgvuldig met die nieuwe ambitie om te gaan.
Marten Dijkstra